Uitgelicht

Een weekje er tussenuit naar Friesland

Voorjaar, zoals zovaak de kolder in de kop. En wat dan te doen. Normaal gesproken zou ik nu een wat langdurige wandeling gaan maken. Bij voorkeur in Spanje. Ik had ook al een traject uitgezocht. De Camino de levante. Te beginnen in Valencia. Maar daar heb ik zelf nu even een stokje voor gestoken. Er gebeurde te veel in mijn agenda waardoor ik enkele weken geleden een besluit nam. Wandelen dat doe ik maar in het najaar, oktober dan is het ook nog goed toeven aldaar. Maar om toch even afstand te nemen van al datgene wat ik aan het doen ben moest ik toch er even tussen uit. Dit keer is het een uitstapje van enkele dagen naar Friesland geworden. 

Franeker

De keuze werd ingegeven doordat ik het een en ander zag over Franeker. De plek waar het planetarium van Eise Eijsinga nog steeds draait. Vanaf de middelbareschooltijd heb ik al iets “vragends” met het heelal. Ik snap toen en nu nog steeds niet hoe we mooie afbeeldingen kunnen maken van het melkwegstelsel (waar we dacht ik zo onderdeel van zijn) Ja nu we allerlei sondes de ruimte in kunnen sturen die uitgerust worden met middelen om de ruimte in kaart te brengen, ja nu kan ik daar een beetje bij komen. Maar hoe zat dat in de tijd van Eise Eijsinga. Die had alleen beschikking over telescopen en een flinke portie wiskunde. En daarmee heeft hij toch echt iets moois meegedaan. Van beroep was hij wolkammer. Oftewel een baasje van een onderneming waar verschillende mensen werkten om van de ruwe wol gebruiksklare wol te maken. Als hobby hield hij zich bezig met astronomie. En dat heeft hij met verve gedaan. Als eerste heeft hij op 16 jarige leeftijd een verhandeling geschreven over wiskunde. En met die kennis is hij de astronomie gaan bedrijven. Om dat vervolgens heel praktisch toonbaar te maken. In zijn woonkamer in Franeker heeft hij een verlaagd plafond aangelegd. En daarin een compleet werkend planetarium aan te brengen. En dat werkt nu nog steeds, en op de “juiste” tijd. 

De tijd lezen aan de hand van de sterren was in die tijd, eind 18e eeuw, kennelijk een breder verspreidde hobby. Mooie voorbeelden van kunstig gemaakte klokken en zonnewijzers zijn in het planetarium te zien.  Heerlijk om kennis te nemen van iemand die zijn gedrevenheid zo mooi heeft kunnen omzetten in tastbare kennis. Zijn geschriften die nu nog bewaard zijn gebleven verraden een tomeloze werkkracht, zo veel en zo nauwgezet.  

Deze kennismaking met zijn werk maakte voor mij de reis meer dan de moeite waard.

In die week viel ook het debat over het coalitieakkoord dat vier partijen hebben gesloten. De trouwe lezer van mijn blogs hoef ik niet te vertellen waarom ik dat debat tenenkrommend heb kunnen bekijken. Mijn eerdere ongeloof in het welslagen van deze formatiepoging heb ik moeten bezuren. Men houdt elkaar vast in een zelfgecreëerde werkelijkheid. Vrij vertaald “samen zien we het goed”. En, “wie dat niet zo wil zien die heeft gewoon pech want we hebben een meerderheid in het parlement”. De vier partijen gaan zo samenbouwen aan een extraparlementair kabinet. Tja als je het zo vaak horen kan ga je het toch zelf ook geloven. Zo niet dan ben en blijf je een linkse zuurpruim zo zeggen ze dat dan!

De communicatiestrategie die hierachter zit wordt verfijnd uitgevoerd. Dat moet je ze nageven. Het zal lang duren voordat de oppositie daar enig vat op weet te krijgen. En het gevolg van de beleidswisselingen die we de komende jaren mee gaan maken is nu nog niet te overzien.

Nu ik dit schrijf lijkt er een kandidaat-premier in beeld te komen. Dick Schoof. 30 jaar ambtenaar in de veiligheidshoek en jawel oud lid van de PvdA maar nu partijloos.

Als er geen integriteitskwesties aan de orde komen, zou toch gek zijn met iemand die beroepsmatig zo vaak gescreend is, weten we een beetje waar we aan toe zijn. Nu de andere namen nog en dan maar zien wat er van komt. 

Fietsend in Friesland en Groningen vallen me de enorme weidse vlaktes op. Een heel ander landschap dan ik gewend ben. Ook de bouw van de huisjes is anders. In de periode van 1900-1940 had men toch een heel mooie bouwstijl te pakken. Ook die is anders dan wat ik in mijn omgeving te zien krijg. Met een grote mate van eenheid juist door de verscheidenheid.

Ik wilde de omgeving vastleggen door met mijn drone wat te gaan vliegen. Maar de weersomstandigheden werkten niet mee. Dus heb ik in de laatste dagen maar eens wat autoritjes gemaakt richting de stad Groningen. Wat een verademing die binnenstad. Zo goed als autovrij en het sterft er van de fietsers. Zo kan het dus ook. Tja die Max van den Berg had goede ideeën en heeft ze nog omgezet in daden ook.

Vanuit mijn belangstelling voor de energietransitie, noem me nog steeds klimaatdrammer, ben ik ook even bij de Eemshaven gaan kijken. En daar zie je dat er vele wegen zijn om energie op te wekken. In één beeld; zon, wind en kolenvergassing. Al is niet alles duurzaam wat er gebeurd. Windmolens zonneweides en toch ook een kolenvergasser verzameld in een weids panorama. Wat mij betreft een mooie afsluiting van een leuke week.

Uitgelicht

De wereld in chaos. Hoe hou je je staande?

Het is nu half november. We zitten midden in een verkiezingscampagne voor de tweede kamer volgende week. Het zouden verkiezingen over de inhoud gaan. Maar als je dat op enige afstand volgt dan moet ik constateren dat de inhoudelijke discussie ver te zoeken is. Een sleutelrol wordt hierbij gespeeld door Pieter Omtzigt, hij wordt allerwegen als nieuwe redder des vaderlands gepositioneerd. En ja, hij doet zijn best om het masker zo lang mogelijk op te houden zodat niet duidelijk wordt waar hij echt op af wil koersen. Zijn stemgedrag van de laatste jaren verraad een profiel dat op onderdelen dicht bij de SGP staat. Verbijsterend om te zien hoe een volk zich collectief voor het lapje laat houden. Als ik pech heb mag ik volgende week gaan wennen aan een “kneiterrechts” kabinet.  Nog een paar nachtjes en dan weten we het.

Ondertussen wordt het nieuws gedomineerd door de gruwelijkheden die in Gaza plaats vinden. De terroristische acties van Hamas van 7 oktober zijn nu, 5 weken later, een vrijbrief voor Israël om een nietsontziende actie in Gaza uit te voeren. Met een afschrikwekkend aantal burgerslachtoffers onder de Palestijnen. De Nederlandse regering weigert stelling te nemen. Alleen om humanitaire redenen is het nodig om alles op alles te zetten om een staakt het vuren uit te roepen. Maar nee, Nederland is daar niet toe bereid. Het is verkiezingstijd, een debat daarover is nu niet opportuun. Dat is dan ook uitgesteld tot na de verkiezingen. Logisch toch! Nou ik kan er niet bij.

Beide benen op de grond dan maar. Met mijn activiteiten als vrijwilliger beleef ik drukke dagen. Zo hadden we vorige week de eerste Beekse Seniorendag. Een gezamenlijke bijeenkomst van allerlei Beekse verenigingen in de lokale sporthal. Een gezellige drukte gedurende de dag. Vanuit het CDL hadden we niet alleen een informatiestand. Ook hebben we een drietal workshops gehouden. Met als thema “Fraude herkennen en voorkomen”. In een maatschappij waar digitale contacten steeds belangrijker worden is dat bittere noodzaak. Het blijkt dat je met het eigen handelen veel ellende kan veroorzaken of voorkomen. De bewustwording van dat gegeven is de eerste preventieve stap die je kunt zetten. Over de belangstelling voor deze workshops zijn we dik tevree. Deze laagdrempelige manier van kennis delen is essentieel in deze complexer wordende tijd. 

Ook heb ik deze week een werkbijeenkomst gevolgd van het regionale platform “basisvaardigheden”. Daarin werd aandacht gegeven aan het bestrijden van laaggeletterdheid op lokaal en regionaal niveau. Ik kwam terecht in een workshop met gemeente ambtenaren. De groep mensen met laaggeletterdheid maakt in Limburg gemiddeld 12-16% van de bevolking uit. Een formidabel aantal. En welk onderwerp je ook van het lokale beleid mag noemen allemaal hebben ze ermee te maken. Maar uit de gesprekken kwam naar voren dat er van een geïntegreerde aanpak helaas nog geen sprake is. Het lokale beleid wordt nu veelal gemaakt door iemand die vanuit een bepaalde sector werkend het thema “erbij” gepakt heeft. Met alle gevolgen voor de continuiteit van de benadering. Het simpel uitwisselen van de ervaringen binnen de eigen organisatie kan al heel veel betekenen, zeker als dat van werkvloer naar leiding en omgekeerd gebeurt. Het moet gaan leven.

De manifestatie werd afgesloten met een toneelvoorstelling. Daarin werden de praktische belemmeringen en ervaringen treffend weergegeven. Aan het slot ervan kwamen een aantal ervaringsdeskundigen 

De “ambassadeurs” vanuit de stichting Lezen en schrijven vertellen over hun persoonlijke ervaringen. Stuk voor stuk indringende verhalen. Maar ook verhalen met Succes. Zozeer zelfs dat zij veel energie steken in het uitdragen van hun verhaal. De belangrijkste tip die zij meegeven luidt alsvolgt; als je er al in slaagt contact te leggen met een “laaggeletterde” en diens schroom weet te doorbreken, laat dan niet los in het traject naar gerichte persoonlijke ondersteuning. Terug naar de vraag die ik aan het begin aan mezelf stelde: Hoe hou je je staande in een wereld vol chaos? Voor mijzelf is dat toch door te ontmoeten en goed te doen. Met de mensen in mijn omgeving. Dat geeft mij de kracht om door te gaan. Wie weet ontstaat uit die lokale beleving meer vertrouwen in de toekomst. Maar ergens knaagt het wel; het gevoel dat je toch met lege handen staat als het gaat om het bouwen van een betere toekomst voor iedereen.

Uitgelicht

Een snel einde aan anonieme posts op sociale media!

Ik begin met een hartenkreet. Het hoe en waarom wordt aan het eind van deze boeiende maand wel duidelijk.

Ja ook deze maand was weer gevuld met een grote variëteit aan activiteiten; zowel lokaal op landelijk niveau gericht. Helaas maakten ik de afronding mee van de Omgevingscursus Elsloo oftewel de historie van de Maasvallei. In een 20-tal lezingen bracht Guus Peters ons van de oerknal via Romeinen, middeleeuwen, Vikingen naar het huidig gebruik van de omgeving van de maasvallei. Niet alleen in ruimtelijk opzicht maar ook over de menselijke bedrijvigheid en de veranderende dorpscultuur. Heerlijk om zo de omgevingskennis gebundeld te zien. En ja ook al is Elsloo niet mijn eigen dorp van de afgelopen 30 jaar en woon ik 5 kilometer verderop, boeiend en leerzaam was het zeker. Nogmaals invulling gevend aan het adagium “door de geschiedenis te bestuderen begrijp je het heden beter”.

In dat eigen dorp speelt een ontwikkeling waar ik zeer nauw bij betrokken wil zijn. Namelijk de doorontwikkeling van de leslocatie van het computer doe en leercentrum als onderdeel van een wijkgerichte ontmoetingsplaats. Samen met andere gebruikers in dit gebouw hebben we daarvoor vorig jaar een plan ontwikkeld. En om het maar eens zo te zeggen; al te warm werd dat plan niet ontvangen door de gemeente. Toegegeven, ze zijn gevraagd om mee te investeren in het gebouw en dat komt hen slecht uit. Men wil namelijk een nieuw gebouw ontwerpen met daarin een ontmoetingsruimte voor clubs als de onze. Alleen is er niet gevraagd wat wij ervan vinden. Inmiddels staat de locatie vast. Tja! Aan de externe adviseur die de voorbereiding mag doen konden we deze maand ons verhaal doen. In het kort; dat nieuwe gebouw is overbodig wat ons betreft. We hebben al een mooi, in het centrum van de kern gelegen optrekje dat prima voldoet. Daar zijn inmiddels alle verenigingen/gebruikers het over eens. Nu maar hopen dat de adviseur van de gemeente heeft willen luisteren naar onze argumenten. Stegen 35 verdient een duurzame toekomst als locatie voor de verenigingen in Beek. 

Kijk ik even verder dan de neus lang is kom ik toch uit op de ontwikkelingen in de landelijke politiek En dan doel ik op de moeizame stappen die we maken om van idee/afspraak te komen tot vaststelling en uitvoering van het benodigde beleid. De klimaat en stikstofproblematiek liggen me daarbij na aan het hart. De weifelende manier hoe het huidige kabinet goede afspraken niet ten uitvoer weet te krijgen spreekt boekdelen. En Ja Herman Tjeenk Willink heeft daar een mooie bijdrage aan geweid; “het tij tegen, de democratische rechtsorde als fundament”. Het leest weer als een trein maar of de boodschap nu wel wil doordringen? Een andere favoriete schrijver van mij heeft over dat thema een boek geschreven dat ik nog moet gaan lezen. Ilja Leonard Pfeiffer. In het zondagse programma Buitenhof vertelde hij de boodschap. Gebrekkig leiderschap probeert een luidruchtiger massa te paaien door nadat het besluit eenmaal gevallen is toch met knikkende knietjes de uitvoering van datzelfde besluit weer ter discussie te stellen. Oftewel populistisch bestuur. Het boek grijpt via een historische roman terug naar 500 jr voor Christus, de bloeiperiode van de Griekse beschaving.  Terecht gaf hij daarbij als treffend voorbeeld hoe het CDA nu omspringt met het beleid ten aanzien van de stikstofreductie. Scherper kon hij het niet illustreren. Die geschiedenis laat zien dat het populisme uiteindelijk aan de kiezer de voldoening niet zal leveren. Verdrietig dat we ook nu weer met dat soort dwaalsporen worden geconfronteerd. 

In datzelfde weekend werd ook langs andere kant aangegeven wat de gevolgen zijn van een schreeuwende en haat zaaiende massa. 

In een bijdrage aan het programma College-tour kwam in een indringend interview met Sigrid Kaag naar voren wat de impact is wanneer mensen anoniem losgaan op sociale media met het haat zaaien. Het wordt echt tijd dat paal en perk gesteld wordt aan die anonieme uitingen. Het persoonlijke dilemma waar Sigrid zich voor geplaatst ziet liegt er niet om. Haar kinderen zouden het liefst zien dat ze een andere baan in het buitenland zou accepteren. Ja voor haar eigen veiligheid! En dat terwijl Sigrid stelt dat ze mede naar Nederland is gekomen om haar kinderen te laten zien wat voor fijn en tolerant Nederland wel is. Ik was al langer zeer onder de indruk van de kwaliteiten van Sigrid maar dit interview bood nog een beter beeld van haar krachtige persoonlijkheid. Als we haar inbreng in het landsbestuur niet weten te waarderen doen we onze toekomst erg veel schade aan. Ja het wordt tijd dat we in deze tijd van onbeperkte communicatiemogelijkheden voor iedereen, toch een fatsoenlijke omgang met respect voor elkaar weten te herwinnen. Opdat niet het recht van de hardste schreeuwer (de sterkste ik) geldend wordt. Kortom laten we een snel einde maken aan anonieme berichten op sociale media, dat lijkt me een mooi begin.

Uitgelicht

De BBB dient zich aan en verder?

v

Een overdonderend succes die verkiezingsuitslag voor de BBB.

Nee dat het zo’n doorslaand succes zou worden had ik niet verwacht. Wel dat de BBB een wel zeer effectieve campagne heeft gevoerd. Geholpen door de media wisten zij hun verhaal goed over te brengen. Maar daar begint mijn ongemak. Want wat is nou dat verhaal? Ik kan er niet meer van maken dan: luister eens naar ons, loop niet zo hard van stapel, we kunnen je niet meer volgen. In dat soort termen zou ik dat verhaal kunnen samenvatten. 

Voor mij is dat volstrekt onvoldoende om me achter zo’n boodschap te kunnen scharen. Maar begrijpen dat veel mensen dat wel kunnen, dat kan ik volgen.

Want als je naar het laatste decennium politieke leiding kijkt dan zie ik eigenlijk alleen veel gepraat, weinig actie terwijl de problemen gewoon blijven bestaan of zelfs nog verergeren. In het verlengde van de rapporten van de WRR:  Weten is nog geen doen”. http://bit.ly/3TsZgnh

Kijk maar naar de beleidsontwikkeling op nationaal en regionaal niveau. Jeugdzorg, vernieuwing sociaal domein, klimaat en stikstofbeleid; zoveel onderwerpen waar het alleen maar blijft bij oeverloos gepraat dat niet aanzet tot handelen. En mijn cluppie D66 dacht een slag geslagen te hebben in de langdurige onderhandelingen na de tweede kamerverkiezingen maar is daar in de fuik terechtgekomen van discussies over uitgangspunten en feitelijke startposities. Het mobiliseren van het handelen is er tot nu toe bij ingeschoten.

En op gemeentelijk niveau wordt onder de noemer “Veur Baek” ook het ene luchtkasteel na het andere aan het papier toevertrouwd maar doen wat nodig en afgesproken is? Nee dat zit er niet bij.  Een beekje van 5 km ontkluizen duurt nu al 14 jaar en nog is het niet af. Een plan ontwikkelen en uitvoeren in de klimaattransitie is feitelijk “on hold” gezet. En ja de verenigingsinfrastructuur brokkelt af door luchtfietserij. 

In Buitenhof van vandaag zat een helder betoog van Marian Minnesma van Urgenda. Als je voorbij de noodzaak discussie komt zal het belangrijkste zijn dat je mensen meeneemt in de uitvoering. Je moet dan overstappen op het bieden van een handelingsperspectief. Wat kan ik (eenieder) bijdragen aan het bereiken van de vastgestelde doelen? Dat is wat mensen dan zullen vragen.  Dat is iets anders dan het over de schutting gooien zoals dat met het nationale stikstofbeleid is gebeurd. Maar wil je die fase van uitvoering ooit bereiken dan volstaat het niet door de goede instrumenten aan te geven. Het merendeel van mensen is immers niet gevoelig voor het halen van ondersteuning via de subsidiepotjes. Nee, een wezenlijk onderdeel van het vaststellen van het beleid, vormt het creëren van draagvlak voor het beleid. En daarvoor is niet alleen nodig aan te geven hoe je iets wil bereiken maar ook waarom die keuze is gemaakt en waarom je juist daar naartoe wil. In een mooi woord dus het aangeven van de visie die aanleiding geeft tot de noodzaak tot handelen.

En laat dat nou juist de ontbrekende factor zijn? Zowel landelijk. 4 kabinetten Rutte met 4 heel verschillende richtingen van beleidsontwikkeling waarbij het vierde de problemen veroorzaakt door het eerste mag opruimen. Zo ook gemeentelijk. De gehanteerde slogan “Veur Beek” kan ik niet anders zien dan een andere verwoording van wat eerder clièntelisme genoemd werd. Meer visie zit daar niet achter.

Terug naar de waardering van de uitslag van de statenverkiezing. Dit weekend barst het van de deelanalyses. Wie waren eigenlijk de BBB kiezers? (vooral 50+ en niet 35- qua leeftijd) Zowel op stad en platteland woonachtig.  Afkomstig van VVD, CDA, PVV en in mindere mate ook van D66 PvdA en GL. Wat moeten de verschillende partijen ermee doen? Leiderswisseling of juist niet? Moet Rutte IV doorgaan via links of via rechts of zelfs gewoon opkrassen? En bij een JA op de laatste optie, wie trekt de stekker er dan uit? Allemaal voer voor sociologen/politicologen als je het mij vraagt.

Ik had gehoopt dat met die langdurige formatie de lijn helder was geworden en dat we over konden gaan naar de uitvoering van klimaat- en stikstofbeleid. Daarin heb ik me schromelijk vergist zo is gebleken. En ik vrees dat we daar ook nu weer niet toe over kunnen gaan. 

Ik ga me deze week maar weer eens lekker bezighouden met de actieve ondersteuning van het verenigingsleven in mijn wijk. Gewoon doen wat nodig is. En zo blijkt; door de mensen met wie ik het doe wordt dat ook gewaardeerd.

Uitgelicht

Hoe maken we van 2023 een goed jaar?

Zo net na de jaarwisseling begin ik aan een nieuwe blog.

Niet met het idee het hele jaar 2022 de revue te laten passeren. Dat heb ik al gedaan via de verwerking van alle foto’s die ik dat jaar heb gemaakt. Privé was het een goed jaar. Met vele ontmoetingen en leuke gebeurtenissen. Toch kan ik me heel goed vinden bij de spontane reactie die vanuit het publiek kwam toe Claudia Debreij haar terugblik wilde beginnen. Iemand zei: “Kutjaar” Dat die krachtige samenvatting de lading dekte begreep ik maar al te goed. 

Maar ook dat Claudia daar iets genuanceerder tot die conclusie wilde komen.

Dat deed ze vervolgens. En als je het mij vraagt op een indrukwekkende manier.

Details hoef ik hier niet te herhalen. Kijk zelf maar wat en hoe ze dat zegt. 

Haar boodschap benadrukte ze door in de finale ruim baan te geven aan de uit Rusland gevluchte ballerina Olga Smirnova. Ja, zo laat je op een indrukwekkende manier zien dat je het niet kunt laten bij het wensen dat komend jaar een goed jaar wordt. Je moet zelf daaraan bijdragen.

Kortom, wij moeten zelf van het jaar een goed jaar maken. 

De ochtend daarna nam ik kennis van de boodschap die Zelenski gaf aan het volk van Oekraïne. Ondanks alle ellende die dat land de afgelopen ruim 300 dagen meegemaakt heeft weet hij een oprecht inspirerende boodschap te delen aan het Oekrainse volk en ook aan ons. Nee het is nog niet gedaan, verre van. Maar als je weet waar je het voor doet en gebruik maakt van de steun die je kunt krijgen, kan het gaan slagen.  Wat mij betreft echt leiderschap in barre tijden www.bit.ly/3jyOG0a

De verbinding tussen beide verhalen maakt mij duidelijk wat we in 2023 moeten doen.

Ja, steun aan Oekraïne intensiveren omdat “hun strijd is ook onze strijd”.

En in eigen land echt orde op zaken zetten met de vele crises die in 2022 op ons bordje gekomen zijn. De ingezette transities vragen om een nadrukkelijk vervolg. 

Alleen zo maken we van 2023 een goed jaar.

Uitgelicht

Ben ik of is de wereld in de war? 

Gevolg: Oorverdovende stilte in mijn blog

Vanaf april heb ik geen bericht meer geplaatst in mijn blog. En dat terwijl er toch voldoende aanleiding voor bestaat. Volg je zoals ik dat doe de (lokale) actualiteit dan kan het je niet ontgaan zijn dat er het nodige gebeurd. 

Lokaal, Een nieuw college dat eigenlijk het oude is, behoudens een opvallende personele wisseling. Maar of dat nou qua daadkracht zoveel verschil zal maken blijf ik me afvragen tot het tegendeel bewezen is. 

Regionaal/ provinciaal een uiterst verwarrend uitstel van het besluit over de vernieuwing van de regionale luchthaven MAA. Door een politieke move is het wezenlijke besluit een aantal maanden uitgesteld. Sommigen zeggen er is veel bereikt in de afgelopen jaren. Immers, in 2014 was er niet eens discussie in de provinciale staten terwijl er nu toch een stevig debat gevoerd is. Maar of het echt leidt tot verandering als in december knopen geteld dienen te worden?

Landelijk komt bij mij dan naar voren de besluitvorming rondom het stikstofdossier en de daaropvolgende massieve boerenprotesten. Het lijkt er vooralsnog toe dat de landelijke politiek nu eindelijk aangeeft dat het echt anders moet. Een moedig besluit van Minister en kabinet doet dat vermoeden.  Maar of het intimiderende en aan terrorisme grenzende verzet van de boeren het beleid echt doet veranderen is nog niet duidelijk.

Europees zien we dat de eendracht in de ondersteuning van Oekraïne als antwoord op de Russische inval moeizaam maar toch beslist overend is gebleven tot nu toe. Dit wel met daarbij tegelijkertijd een energiecrisis en een voedselcrisis

Op mondiaal niveau zien we dat de spanning toeneemt. Het gedrag van Rusland en het oogluikend ondersteunen daarvan door China zet de internationale verhoudingen aardig op zijn kop. En dat werd deze week nog eens ondersteund door een plotseling bezoek van Nanci Pelosi aan Taiwan. Natuurlijk heeft deze actie van de derde in de opvolging in het Amerikaanse machtssysteem een meer dan lokale betekenis. 

Zo is er op ieder niveau wel wat.

Huiselijk gesproken leidt dat er natuurlijk toe dat de economische klap (hyperinflatie) natuurlijk gevoeld wordt. Maar ik moet zeggen dat het ook op een ander niveau doortrilt. Ongetwijfeld had ik 10 of 20 jaar geleden ook een dergelijk overzicht van ontwikkelingen, zo je wil bedreigingen van de status quo kunnen opschrijven. Maar ik heb dat niet gedaan omdat ik daar toen de behoefte niet voor voelde. De brede oriëntatie heb ik altijd gehad. Daar niet van. Maar ik kon functioneren vanuit een wereldbeeld dat uitging van internationale rust en stabiliteit. Terecht? Dat vraag ik me nu af. Maar het bood me voldoende vertrouwen om te doen wat ik gedaan heb.

Misschien vraag ik me nu dit soort dingen ook af omdat ik ouder ben, kinderen uit huis, zelf gepensioneerd en dus met een heel andere maatschappelijke rol. Ook omdat ik heb moeten constateren dat mijn generatie, eind jaren ’60 op de barricaden staand en in 1972 ruw wakkergeschut door het rapport van de club van Rome (CvR), weer in slaap is gevallen en zich onderworpen heeft aan de mores van het internationale neo-liberalisme. Met alle gevolgen van dien. De prognoses van de CvR zijn helaas uitgekomen en als we nu niet wakker zijn wordt het nog veel beroerder.

In de ontwikkeling van mijn kinderen meen ik te zien dat ze zich rekenschap geven van deze ontwikkelingen en hun handelen daarop afstemmen. Natuurlijk, de ene meer dan de andere, maar dat kan niet anders.  Dat geeft me in ieder geval voldoening en een beetje vertrouwen in de naaste toekomst. En voor zover ik het zelf kan beïnvloeden hou ik me dan ook maar bezig met activiteiten in de eigen wijk (samenbrengen van verenigingen) en het bevorderen van collectieve initiatieven (energietransitie, duurzame landbouw) die naar mijn mening bijdragen aan een verbetering van onze huidige wereld. 

Maar wie weet heb ik mijzelf voorzien van stevige oogkleppen.

Toch kan ik het niet nalaten om deze blog af te sluiten met een verwijzing naar het gesprek in Zomergasten afgelopen week met Sandra Philippens, hoofdeconoom bij ABN-AMRO. Een verademing om te zien hoe zij de rol van de Bank in deze periode neerzet. Maar ok, een zwaluw maakt nog geen zomer. En ja als de collega’s bij de RABO dat ook zouden doen was de oplossing van de stikstofcrisis gauw gevonden en toegepast.

Sandra Philippens in gesprek bij Zomergasten 31 juli 2022
Uitgelicht

Besluit over MAA, op naar een climax

In mijn vorige bijdrage riep ik een vraag op over de limburgse bestuurskracht.

Hoe terecht die vraag is bleek uit de commotie die we deze week hebben meegemaakt. In de voorbereiding naar de cruciale vergadering van de provinciale staten van 3 juni a.s. publiceerde GS haar agendastukken. Eerder is besloten dat het definitieve besluit door provinciale staten zelf genomen zou gaan worden. Eigenlijk vreemd. Het dagelijks bestuur van de provincie zou toch het beste overzicht kunnen en moeten hebben over de veelheid van relevante stukken die inmiddels over dit onderwerp zijn verzameld. Maar het gedoe dat we in deze bestuursperiode hebben meegemaakt (wisseling van samenstelling van GS) speelt daarin natuurlijk mee. De publicatie van het voorstel tot besluit zorgde voor flinke commotie. GS plaatste het meest vergaande voorstel als eerste te nemen besluit. En dat is natuurlijk de sluiting. En ja als je dat eenmaal besloten hebt is de investeringsbeslissing voor de baanvernieuwing overbodig geworden en ook gelijk afgehandeld. Tja bestuurlijk gesproken is dat helder. Maar lees je enkel het besluit dan zijn de poppen aan het dansen. Oordeel zelf

conceptbesluit in de pers

Onmiddellijk daarna brak de nodige commotie uit. Voor- en tegenstanders hadden hun lobbyactiviteiten alweer in het gelid staan.

Publicatie van een onderzoek naar draagvlak onder de bevolking wees uit dat onder de bevolking ruime steun aanwezig is. Maar ja wat zegt dat als je niet kunt inschatten wat het je gaat kosten?

De reddende hand vanuit Schiphol?

De uitgestoken hand van de Schipholgroep kwam in een interview van de directeur van Schiphol ook naar voren. De stukken zelf zijn nog vertrouwelijk maar onder een aanzienlijk aantal voorwaarden blijkt Dhr Benshop best bereid te zijn tot samenwerking. Neem eerst maar eens het besluit en dan zien we wel verder zo is de toon. Voor een dubbeltje jezelf op de eerste rang geplaatst?  https://bit.ly/3xZv5eG

Schiphol wil wel onder voorwaarden

Waar halen we de benodigde bestuurskracht?

Ik moet zeggen dat dit mediabombardement me niet direct het vertrouwen geeft van een zorgvuldige besluitvorming. Daarvoor zijn de belangen over en weer te groot.

Wat ik in een dergelijke situatie node mis is het bestuurlijke verhaal dat de basis moet geven voor het vertrouwen in de toekomst. Ja er wordt inderdaad een forse investering gedaan om linksom of rechtsom een doel te bereiken, Maar het gaat toch echt verder dan een simpel rekensommetje.  Gaat het vertrouwen over het goede besluit komen via de besluitvorming door provinciale staten? Dat is wel wat me het meeste zorgen baardt. De bestuurscrisis ligt nog vers in het geheugen. Inclusief de rol van de provinciale staten daarbij. En dat collectief zou het moeten gaan doen? Zou moeten uitgroeien boven het handjeklap dat ze tot nu toe heeft laten zien. Nee daar ben ik niet gerust op. Ik benijd ook de statenleden zelf niet hoor. Hoe je een goed overzicht kunt halen uit de karrevracht aan papier die er al ligt is mij een raadsel. 

Op 3 juni is het duidelijk!?

Oh ja? Als de staten een positief besluit nemen, dan zijn we er nog lange niet. Toch! Of zit er dan een luchtvaart vergunning aan te komen? Kan het volgens de gangbare natuurvergunningen? Omgekeerd, als besloten wordt tot stoppen; hoe gaat het dan met de afwikkeling van de dan te verwachten schadeclaims, wanneer komt er dan zicht op een nieuwe invulling?  Kortom waar staan we op 4 juni als er een besluit genomen is?

Of komt er op 3 juni (nog) geen besluit?

We gaan het zien maar dat zou zomaar kunnen.

Uitgelicht

Heeft Limburg de krachtige bestuurders die juist nu nodig zijn?

Dit voorjaar zullen een aantal ingrijpende besluiten over de economische toekomst van limburg genomen worden. Zo zal het gaan over de vernieuwing van de start en landingsbaan van MAA. Moeten er stappen gezet worden bij de energietransitie. Vraagt de toerismesektor na twee jaar pandemie en tegenvallende bedrijvigheid om toekomstperspectief en zal er stevig geïnvesteerd dienen te worden in het woon en leefklimaat in deze regio. Dat vraagt om een krachtig bestuur dat niet alleen durft te kiezen maar ook draagvlak voor de te nemen besluiten realiseert. Maar ook hier is het politieke landschap versnipperd. Hebben we dat krachtige bestuur dat juist nu nodig is?  Ik beschrijf eerst de inhoudelijke aspecten om dan duidelijk te maken welke bestuurlijke uitdagingen zij oproepen

Besluit Nationaal Groeifonds over Einstein telescoop

Ook al heb ik dan als raadslid afscheid genomen, de bestuurlijke actualiteit volg ik natuurlijk toch. Afstand nemen kost tijd. En ja in deze paar weken gebeurt op dat niveau ongelofelijk veel. Vandaag berichten de kranten over de besluitvorming die het kabinet gedaan heeft over de besteding van het nationaal groeifonds. En wat blijkt? Er steekt met kop en schouders voor mij een project uit dat voor deze regio van groot belang kan gaan zijn. De investering die de komst van de zg Einstein telescoop in deze regio mogelijk moet gaan maken. In een internationale competitie met Italië streeft de regio zuid Limburg samen met België en Duitsland de vestiging van deze telescoop na. De besluitvorming is voorzien voor 2024. Uiteindelijk zal een bedrag van bijna 1miljard Euro aan Nederlands geld gekoppeld worden aan een dergelijk bedrag uit Europese fondsen. https://bit.ly/36kgOy0

ARTIST IMPRESSION EINSTEIN TELESCOOP

En dan verschijnt er zo rond 2035 op 200 meter onder de Limburgse grond een telescoop waarmee zwaartekrachtgolven bestudeerd kunnen worden. Een dergelijke investering in de kennispositie doe je natuurlijk niet zomaar. De geologische condities mogen in deze regio goed zijn. Het biedt ook een forse investering in hoogwaardige werkgelegenheid. En dat kunnen we in deze regio best gebruiken.

PleinAir v/h MAA?

Eind Maart was er een bespreking van een tweede ambitieus plan. Er woedt een stevige discussie over de toekomst van de luchthaven in deze regio MAA. Provinciale staten zal op 3 juni een besluit moeten nemen over de vernieuwing van de landingsbaan. Daar prijkt natuurlijk een aardig kostenplaatje aan.  En uit een daarvoor gemaakte Maatschappelijke Kosten Baten analyse blijkt dat, welke keuze dan ook gemaakt wordt, er in geld uitgedrukt een fors bedrag mee gemoeid is. Afkopen van belangen bij het niet doorgaan van de investering of bekostiging van de investering zelf, de bedragen qua kosten is het al gauw vergelijkbaar. Qua opbrengst zijn er grote verschillen. Heeft de regio wel baat bij een luchthaven. In een straal van 100 km zijn er veel alternatieven. En als MAA de samenwerking met Schiphol aangaat voor vrachtvervoer wat levert dat de regio dan meer op een beperkte werkgelegenheid? Reden genoeg om te kijken naar alternatieven. De studie die door bureau van Francine Houben van het bureau Mecanoo werd gepresenteerd laat een groot aantal kansen zien https://bit.ly/3vnyO2O

pleinAir

Deze kunnen realiteit worden als de luchthaven wordt gesloten en deze omgeving wordt benut voor wonen, toerisme, kennisintensieve ontwikkeling en innovatie samen met de Chemelot/Brightlands campus en de ondersteuning van duurzaam energieopwekking en -gebruik. Die kansen moeten meegewogen worden bij een besluit over de vernieuwing van de landingsbaan. De studie  pleinAir vraagt om een nadere uitwerking van deze kansen.zal een vervolg op deze intrigerende gedachtenontwikkeling gegeven worden.

Chemelot en Brightlands campus

Een belangrijk deel van de regionale werkgelegenheid bevindt zich op het terrein van Chemelot. Eerder heb ik al eens aandacht gegeven aan de transitie die daar heeft plaatsgevonden. Van een steenkool gerelateerde industrie een transitie naar chemische en voedingsmiddelen gerelateerde bedrijvigheid. Van noeste ondergrondse handenarbeid naar hoogwaardig chemisch technologisch kennisintensief werk. Vanuit het eerder aangehaalde Nationale Groeifonds zijn nu projecten op het gebied van circulaire plastics, biomedische productietechnologie en watertechnologie door het fonds gehonoreerd. En als het aardgas op is lonkt de toepassing van waterstofgas als energiedrager; daarvoor vinden nu ook investeringen plaats. Zozeer zelfs dat een andere grote speler op deze campus “Sabic” bezig is de eigen toekomst aldaar te herbezien. Sabic is de afsplitsing van wat eens Staatsmijnen/ DSM was en heeft de grote naftakrakers over genomen. Deze krakers zijn bijna aan het einde van hun technologische levensduur. Het beëindigen levert een forse bijdrage aan de duurzaamheidsambities van Chemelot. Het past ook in de verandering van het profiel van Chemelot als bedrijventerrein. Maar, komt de transitie van Chemelot op tijd, net zoals de transitie van mijnbouw naar (fijn)chemie op tijd kwam? Een behoorlijke uitdaging voor de publiek-private samenwerking in de regio.

Toerisme in de regio

Wonend in de mooie gemeente Beek is het goed toeven. Niet voor niets was het een van de vroegere burgemeesters die de claim uitbracht dat Beek, de poort van het Heuvelland vormt. Oftewel de toegang tot een rijk en afwisselend landschap. Om de 5 kilometer een dorp met een andere karakteristiek, cultuur en dialect. Voorzien van typerende gebouwen kenmerkend voor de combinatie van wonen en werken in de agrarische sector. Meer naar het zuiden tref je dan het echte Heuvelland aan, nu vooral een toeristische trekpleister.  De economische transitie heeft daar eigenlijk weinig positiefs aan bijgedragen. Lang kon economische vooruitgang samengaan met die toeristische mogelijkheden. Het lijkt wel alsof de rek er een beetje uit is. De toekomstplannen m.b.t. luchthaven en economische motor  vormen steeds meer een bedreiging voor dat toerisme. Natuurlijk heeft de coronaperiode geen goed gedaan aan de ontwikkeling van het toerisme. Het valt op dat ook de voorvechters van de menging van economische en toeristische functies vragen om nadere bezinning. Zo is althans de roep van Camile Oostwegel te interpreteren als hij stelt dat “een neergang van het toerisme in de lucht hangt”. https://bit.ly/3EoSwPV Hij reageert daarmee op de MKBA zoals die voor MAA is gemaakt.  Als iemand met die staat van dienst zo reageert dan zou je denken dat er onderliggend toch een verandering speelt waar bestuurders kritisch op zouden moeten inspelen. Doen ze dat ook? Veel is daar nog niet van te merken.

Wonen in de regio en duurzaamheid

Nog zo’n thema waarbij het zaak is dat er op korte termijn echte stappen gezet moeten gaan worden. Ook op lokaal niveau. Het gemengde stedelijk en landelijke karakter van een dorp als Beek bepaald het een prettige woonklimaat. In de laatste strategische visie is dat als een belangrijk kernpunt voor het gemeentelijk beleid onderkend. Maar hoe duurzaam is die woonomgeving? Een recent bericht geeft aan dat dit tegen valt. https://bit.ly/3M1U19a    Veel huizen zijn gebouwd in de naoorlogse periode. Grotendeels ook in de regionale traditie van zelfbouw. Aanleiding gevend tot een grote variëteit van woningen met een doorgaans aantrekkelijke architectuur, maar duurzaam? Nee, de ruim aanwezige steenkool en later het aardgas vormden nou niet bepaald een prikkel tot een duurzaam energiebeheer. Tijd voor bestuurlijke prioriteit.  Maar na een bestuursperiode met een “klimaat” wethouder; geeft de in de krant aangehaalde constatering aan dat duurzaamheid actief moet worden opgepakt.

Wat zijn de gevolgen voor het bestuur?

Deze thematische rondgang aan de hand van enkele recente berichten laat zien dat de uitdagingen voor het lokale en regionale bestuur er niet om liegen. Zelden komt een dergelijk groot aantal lijnen bij elkaar. Een keuze met betrekking tot de luchthaven is niet alleen een keuze voor continuïteit van een bepaalde economische sector. Het is ook een keuze die grote gevolgen heeft voor de energietransitie, en het creëren van toekomstige en het behoud van bestaande werkgelegenheid. Het lijkt er op dat het politiek / bestuurlijke speelveld in enkele maanden tijd drastisch veranderd is. Het is voor mij nog maar de vraag of we in deze regio de bestuurders hebben die op tijd in staat zijn de bakens te verzetten. Oude stokpaardjes loslaten en vervangen door nieuwe perspectieven en in staat zijn daarvoor het benodigde draagvlak te creëren vergt bestuurlijke moed. De transitie van staatsmijnen / DSM naar het huidige Chemelot is een succesvol voorbeeld van een dergelijke transitie. Grotendeels vormgegeven binnen de contouren van het bedrijf zelf. Maar wat nu gevraagd wordt vergt een publiek/private samenwerkingen is van een andere orde. De hele regio is erbij betrokken. De energietransitie vraagt een ander ruimtebeslag vragen. En dat in een op tradities georiënteerde en vergrijzende samenleving. Biedt die bestuurlijke omgeving voldoende ruimte voor een toekomstgerichte strategie? Of gaan de hakken in het zand ten faveure van de status quo? Een niet te onderschatten uitdaging voor de bestuurders. 

Uitgelicht

Een indrukwekkende toespraak

Vanochtend zat ik gekluisterd aan de pc. Om live de toespraak van de Oekraïense president Zelenski topt het Nederlandse parlement te zien. Een historisch moment en zeer indrukwekkend. Nooit gedacht dat wij in Europa een staat van oorlog zouden meemaken. De tweede wereldoorlog zou de laatste moeten zijn. En na 75 jaar vrede lijkt het zo gewoon. Maar inderdaad, je mag dat als een historische vergissing beschouwen. Met de inval in de Krim in 2014 die ook ik achteloos voorbij heb zien gaan hebben we een aardige waarschuwing over het hoofd gezien. En ja juist in Nederland hebben we ons van onze slechtste kant laten zien door als bevolking in een referendum tegen het verdrag met Oekraïne te stemmen. De gevolgen van dat populistisch verzet in Nederland kent zijn weerga niet. Ook dat heb ik niet op waarde geschat. Ook dat heeft het kabinet van toen achteloos voorbij laten gaan.Dat er ondertussen vanuit het brein van Poetin systematisch aan een masterplan wordt gewerkt is ondertussen wel duidelijk. Met de inval van Oekraïne is een volgende fase in gang gezet. Uiteindelijk zal dat in zijn visie moeten leiden tot het herstel van wat ooit de Sovjetunie is geweest. Oftewel decennia terug in de tijd naar de tijd van Stalin en Lenin.

Dat wij vanuit het westen de vrede zo vanzelfsprekend hebben geacht is een grote misvatting gebleken. Het Oekrainse volk betaald daar nu de hoogste prijs voor.

De kracht van Oekraïne

In 2019 trad Zelenski aan als president van Oekraïne. Als succesvol entertainer heeft hij zijn vaardigheden gebruikt om plotsklaps met absolute meerderheid aan de macht te komen. En, hij en zijn kiezers wisten kennelijk heel goed waarom zij die macht wilden gaan inzetten. Om van Ukraine een moderne westerse staat te gaan maken. Weg van de Russische invloedssfeer. Gebouwd werd aan een eenheid die de invallen van buitenaf zou kunnen weerstaan. Het verzet in de Donbas waar sinds 2014 een soort vrijheidsoorlog vanuit een Russisch gerelateerde minderheid aan de gang is bleef als een etterende wond aanwezig. Maar getransformeerd tot een soort loopgravenoorlog leidde dat in ieder geval tot een soort surplace. Voor het Kremlin heeft dit kennelijk geleid tot een prikkel om verdergaande acties voor te bereiden. Dat heeft geleid tot een oorlog die nu dag 37 meemaakt. Een oorlog die door de russen is neergezet als een “special operation” een soort bevrijdingsactie.

Een bevrijdingsactie van een volk dat naar nu blijkt zichzelf al heeft bevrijd. Want dat is de agenda die Zelenski met zijn volgelingen in de laatste jaren hebben uitgevoerd. Op meerdere frontenzijn vernieuwingen in gang gezet. Versterking van het leger, voorbereiding op wat komen gaat als er inderdaad een Russische inval aan komt. Versterking van de banden met Europa (economisch, cultureel). 

Overval op Oekraïne verloopt niet zoals gedacht

Vanuit Rusland is de inschatting gemaakt dat de speciale actie richting Oekraïne in enkele dagen voltooid zou zijn. Dan zou een vazalregering geïnstalleerd worden en was het voorlopig klaar. Vandaar dat een heuse troepenmacht vanuit Wit Rusland klaar stond om binnen te vallen. Maar dat viel- gelukkig- tegen. De aanval stokte. En ook in de Donbas (was dit het eigenlijke doel?) is de strijd hevig. En zo na 36 dagen mogen we constateren dat Zelenski, ja met hulp van Poetin, erin geslaagd is om het Oekrainse volk als een eenheid achter het behoud van zelfstandigheid te scharen. Een tactische vergissing van Poetin of krachtig leiderschap van Zelenski.

Dat laatste wordt nu dagelijks geïllustreerd. 

Toespraak Zelenski

Bijna iedere dag houdt Zelenski een toespraak tot parlementen van westerse landen. Zo ook vandaag naar Nederland.

En dat met een gericht krachtig verhaal. Daarin vertelt hij hoe de strijd er voorstaat

Hij legt ook uit waar het verzet in Oekraïne vandaan komt. En doet een gerichte roep om hulp. En ja hij heeft wat mij betreft gelijk. De strijd van Oekraïne nu is een strijd voor het behoud van vrede in Europa, een strijd tegen de tirannie. 

Met een goed inzicht in de Nederlandse geschiedenis verwijst hij naar de vrijheidsstrijd van de Nederlanden in de 80-jarige oorlog. Daar werd het fundament van de vrede in Nederland gelegd Het Nederlandse volkslied verwijst ernaar (slotregel 6e couplet: ……de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.)

Verderop in deze toespraak verwijst hij naar Den Haag als stad van het internationale recht. Daar zou de juridische evaluatie van deze oorlogshandelingen moeten plaatsvinden. Hij vraagt nadrukkelijk om ondersteuning in de vorm van het leveren van wapens om de strijd te kunnen doorzetten. En doet een beroep op de Europese landen om te stoppen met het afnemen van Russisch gas. De roep om hulp heeft niet alleen betrekking op nu. Hij verwijst ook naar de hulp nodig voor de opbouw van het land. Wellicht zou Nederland de herbouw van een van de steden kunnen adopteren.

Deze oorlog is volgens hem de eerste stap die Rusland wil zetten hierna komt er meer. Omgekeerd redenerend is de Oekrainse strijd dus ook een strijd voor het behoud van de vrede in europa. Een aansluiting van Oekraïne bij Europa is dan ook de logische rechtstreekse vraag aan Mark Rutte die hij afsluitend stelt

Kamerdebat met een vinnig verloop

Het aansluitende kamerdebat is gericht op de mate waarin Nederland ondersteuning verleend aan Oekraïne. Zeer treffend daarbij is dat FvD ontbreekt net zoals ze dat tijdens Zelenski’s toespraak deden. Daarmee perfect illustrerend dat we Poetins vriende in het parlement hebben zitten. Zo onderhand vind ik het niet meer dan terecht dat tegen deze ondemocratische partij wordt opgetreden. Er gaat nota bene veel subsidiegeld naar toe.

Verder op in het debat wordt breed in de kamer het ongenoegen geuit dat Nederland niet in staat is om op een substantiële manier de Russische tegoeden te blokkeren. Tja dan zie je weer dat we van origine een handelsnatie zijn. De Belgen doen dat veel beter. Zie de colum van Sheila Sitalsing op 30maart. https://bit.ly/3K7I7dG

Bij de beantwoording van de Kamervragen door het kabinet bij monde van de minister Hoekstra van Buitenlandse zaken komt de oorzaak boven tafel. Het is een niet gecoördineerde activiteit. Ieder ministerie werkt op eigen houtje en gegevens delen is er niet bij. Bij gebrek aan overzicht zijn de oligarchen de lachende derde. Geld is natuurlijk al overgemaakt net zoals de boten uit de Nederlandse wateren verdwenen zijn en stromannen eigenaar zullen zijn geworden van de panden. Geen idee nog hoe dat kabinet zich hieruit weet te redden.

Maar aan het eind van de dag komt de helpende hand naar voren.

Poetin helpt een handje

Als onderdeel van zijn eigen strategie draait Poetin de Europese landen de duimschroeven aan. De gasrekening van april moet in roebels worden betaald anders volgt er geen levering. Hij denkt dat dit voor ons een groot probleem gaat opleveren. Maar schiet zichzelf daarbij waarschijnlijk in zijn voet. Want als onze energieminister Jetten nou eens voet bij stuk houdt en er niet over piekert om in roebels te betalen en geen gas af te nemen. Dan is dat toch prima geregeld. Geen gas is ook geen inkomsten. Regelt Poetin zelf wat wij niet geregeld kunnen krijgen. En gaan wij sneller van het gas af. Een fantastische ommekeer van een heel vervelende situatie als je het mij vraagt.

Uitgelicht

16 jaar raadslid hoe kijk ik daar op terug

krijg het lintje van de burgemeester Christine van Basten opgespeld na bewezen diensten

De weg naar het raadslidmaatschap was er een met hindernissen. Pas bij mijn derde poging lukte het. Maar terugkijkend was het zeer de moeite waard. Een ambitie om in het college te komen heb ik nooit gehad. Ik had en heb gelukkig een leven naast de politiek.Ik heb het raadswerk vanuit alle hoeken en gaten mogen zien.Heb alleen geen deel mogen uitmaken van een rekenkamer. Wat had ik graag daar mijn inzet in geleverd.

Het raadswerk is voor mij niet alleen een intellectuele uitdaging geweest. Vele ontmoetingen binnen en buiten het dorp hebben mij ook een betrokkenheid gebracht bij het dagdagelijkse leven in dit dorp. EN ja daar veranderd wel het een en ander in de loop van 16 jaar.

Ik wil niet over mijn politieke graf regeren. Toch wil ik nu gezegd hebben dat Beek veel meer werk moet maken van echte burgerparticipatie. De bereidheid bij die burgers is er. Het is enkel een verhaal van hoe geef je mensen hun eigen stem terug in ontwikkeling en uitvoering van wat ook volgens hen nodig is. In die zin sta ik nog steeds achter de leus die ik in 2002 hanteerde: “Beek, een gemeente van en voor de Beekenaar”

Ik wil danken voor het vele werk dat in het gemeentehuis wordt verzet. Denkkracht en daadkracht is er genoeg. Ik zou willen dat de vakinhoudelijke expertise van die ambtenaren veel duidelijker als onderdeel van de beleidscyclus gehoord mag worden. Dat wil zeggen in de beeldvormende fase en zonder een bestuurlijk filter. Dat voorkomt heel wat politiek geneuzel en brengt deze mooie gemeente sterker vooruit. Ja ook op dit punt zou ik willen zeggen “Tijd voor verandering”.

De kiezers en Progressief Beek dank ik dat ik deel heb mogen uitmaken van de Raad van Beek.

Greetje en mijn jongens dank ik voor het mogelijk maken, het heeft ook van jullie tijd en inzet gekost. Inmiddels wonen enkelen van jullie niet meer in Beek. Maar ook voor jullie heb ik het gedaan.

Stilzitten is er niet bij, na een lange wandeling dit voorjaar zult u mij terug kunnen zien in de Beekse Kern waar ik mij blijf inzetten als vrijwilliger.

Tot zover de tekst zoals ik die heb uitgesproken als dankwoord. Daaraan vooraf ging een mooie toespraak van onze burgemeester gericht aan alle vertrekkende raadsleden en ook aan mijzelf (min44:30-47:10). En ook nog die van onze fractievoorzitter Eric Heitzer (min 59:28-1:05;00) waarna ik aansluitend -voor een keer dan- bovenstaand laatste woord mocht uitspreken.

CHANNEL.ROYALCAST.COM

Gemeente Beek – Raadsvergadering

Dinsdag 29 maart 2022, 19:00:00.

Zoveel mooie woorden na al die inspanningen. Gelukkig kon ik mij op weg naar het spreekgestoelte beetpakken en heb ik bovenstaand laatste woordje naar volle tevredenheid tot de raad kunnen richten. zie https://bit.ly/36CRUd3

En nu door….

Het afscheid als raadslid zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor dit blog. Qua inhoud, vorm en frequentie wellicht. Maar nu ik dit communicatiemiddel eenmaal gevonden heb zal ik daar niet langer van afzien.Of het ook voor de lezer interessant is? Ik doe mijn best maar dat is toch aan de lezer zelf.

Uitgelicht

Dualisme in de gemeenteraad van Beek, een persoonlijke inkijk en vooruitblik

Eigen ervaring in het duale stelsel

Binnenkort maken we – na de verkiezingen van maart 2022  – de 200e raadsvergadering in Beek mee die onder het zg “duale regime” valt.Op 28 februari 2002 werd het duale systeem bij wet aangekondigd en in oktober van dat jaar ingevoerd. https://bit.ly/3H3pZzg Dat hield onder andere in dat wethouders na hun verkiezing geen deel meer uitmaken van de Raad. Zij zijn als uitvoerders van raadsbesluiten een beetje op afstand geplaatst. Althans, dat is de bedoeling van de wetgever geweest. Vanaf 2006 heb ik ongeveer zo’n 160 raadsvergaderingen in dit systeem mee mogen maken. Deels als lid van een coalitie partij en vanaf 2015 als lid van een oppositie partij. Maar ik moet constateren dat ik nauwelijks iets gemerkt heb van dat duale karakter. De overleggen van de raad hebben in beide perioden een vergelijkbaar karakter gehad. Wel is de invloed die je als raadslid van een coalitiepartij hebt om het beleid te beïnvloeden ontegenzeggelijk groter. Zo hebben wethouders van een coalitiepartij de behoefte om ook de vergaderingen van de steunfractie te bezoeken. Dat geeft de mogelijkheid om in het voortraject in te spelen op de informatie die je dan krijgen kunt. Maar nadat de coalitie gesproken heeft en het voorstel op de agenda staat is er van een open dialoog met de raad eigenlijk nauwelijks sprake. Dat heeft natuurlijk sterk te maken met de ambitie die de raadsleden hebben om onderling met elkaar het debat over de voorstellen aan te gaan. En die ambitie  blijkt in de praktijk van de Beekse raad nogal afwezig te zijn en tegen te vallen. In de tweede periode heb ik als lid van de oppositie flink getrokken aan de vernieuwing van de procesgang in de raad. De introductie van z.g. “Beeldvormende vergadering” zou een mogelijkheid zijn om als raad aan het begin van een beleidstraject echt mee te denken over de richting die het beleidsvoorstel zou moeten krijgen. Dat zoun ook goed passen bij de kaderstellende rol die de raad heeft in het duale stelsel. Maar helaas, de zittende coalitiepartijen vonden het maar niks. En zo kwam de discussie over de inhoud niet eens op gang. De coalitie vormt een gesloten front en dat blijft net zo lang als de getalsverhoudingen in de Raad dat mogelijk maken. Er valt dus voor de Beekse inwoner wel wat te kiezen tijdens de verkiezing voor de gemeenteraad in maart.

voorbeelden

Een aantal recente ervaringen geven een aardige ondersteuning van het beeld dat ik hierboven schets.

  • In de commissievergadering Inwonerszaken van februari had ik graag het onderwerp “Ambulancezorg” aan de orde gesteld. Dit naar aanleiding van een te nemen besluit door de gemeentelijke vertegenwoordigers bij de Gemeenschappelijke regeling over dat onderwerp later die maand. Maar het presidium wees het zonder verdere motivatie af. In de wandelgang vernam ik dat de betreffende wethouder geen behoefte had aan verdere discussie over dat onderwerp. Vanuit de andere groeperingen werd hier niet op gereageerd.
  • In diezelfde vergadering kwam aan de orde een onderzoek over het accommodatiebeleid van deze gemeente. Hiertoe had de raad in oktober vorig jaar een unanieme motie aangenomen. Niet alleen moest het college herinnerd worden aan dat gegeven. De uitvoering strookte niet met de ideeën die ten grondslag lagen aan de betreffende motie. Maar wederom vonden de coalitiepartijen het wel best.  
  • Een derde voorbeeld betreft ook een unaniem aangenomen motie. Dit keer over de ontwikkeling van een pilot in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning WMO. De gemeente voert dit uit in samenwerking met andere gemeenten in de regio. Bij de beantwoording van op dit punt gestelde vragen moest het college herinnerd worden aan de aangenomen motie. Het verzwijgen van de motie maakt kennelijk onderdeel van een strategie. Het niet uitvoeren daarvan is een vervelend aspect van de geldende bestuurscultuur. Als je als college het er niet mee eens bent dan kun je toch aan de raad zeggen dat je de motie niet wilt uitvoeren. Maar dat past niet in de regie van het duale stelsel zoals we dat in de gemeente hebben.

Logisch dat mijn groepering bij de komende verkiezingen als motto heeft “Tijd voor verandering” Een opener debatcultuur is het noodzakelijke begin van een bestuurlijke vernieuwing ook op gemeentelijk niveau. 

aan het woord tijdens een commissievergadering

Veranderingen in gemeentelijke verantwoordelijkheden.

Door de jaren heen is er nogal wat veranderd in de taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de gemeentelijke overheid. Het voert te ver om hier een overzicht van te geven. Maar door bijvoorbeeld de decentralisatie van de WMO, de participatiewet en de wet jeugdzorg is in 2015 een behoorlijke verandering geïntroduceerd. De complexiteit daarvan is niet te onderschatten, al was het maar door de te beperkte middelen die de gemeenten hiervoor van het rijk hebben gekregen. Logisch dus dat regionale samenwerking het geëigende middel geworden is om dit beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Zo kent mijn gemeente ca 30 Gemeenschappelijke regelingen. Voor een individueel raadslid wordt het dan heel moeilijk om de ontwikkeling van het beleid te kunnen beïnvloeden.  Zeker als de coalitiepartijen vanaf het voortraject elkaar de hand boven het hoofd houden. Het hebben van een goede debatcultuur waarbinnen in alle fasen van beleidsontwikkeling naar elkaar geluisterd wordt is dan een randvoorwaarde. Anders rest je als raadslid enkel de zg “loszittende stoeptegel” oftewel het benadrukken van incidenten. Helaas is dat ook keuze van de journalistiek bij het geven van aandacht aan de lokale bestuurlijke ontwikkeling. Wel incidenten benadrukken maar inzicht geven in het besluitvormingsproces dat zich voltrekt is er niet bij.

Is Beek uniek?

Wis en waarachtig niet. Dat wordt treffend geïllustreerd in het artikel dat onlangs in de NRC is beschreven over de gemeente Ysselsteijn. https://bit.ly/3BDNLAz Ook daar een veelheid van regionale samenwerkingen. En een zeer gebrekkige invloed van raadsleden op de lokale politieke agenda. In die gemeente speelt de discussie om tot gemeentelijke herindeling te komen. Dat hebben we in Beek (nog) niet. Het roept bij mij herinneringen op aan de beginperiode dat ik net in de raad zat. Toen hadden we het over bestuurlijke samenwerking in de regio Westelijke mijnstreek (2006-2010). Met behulp van veel extra financiële middelen, verkregen vanuit de provincie, is het nodige in gang gezet. Onze gemeente heeft zo een regionaal werkend centrum voor aangepast sporten kunnen ontwikkelen. Terwijl b.v. buurgemeente Sittard-Geleen heeft kunnen werken aan een routeinformatiesysteem voor het verkeer. Op zichzelf staand prima ideeën. Maar na afloop van het regionale programma, de middelen waren immers op, verdween de samenwerking. En wat blijkt achteraf? Er was geen eenheid van visie en doelstellingen, iedere gemeente vocht voor de eigen doelen.  Als raadslid ga je daar ook zeer gemakkelijk in mee. Wat er in andere gemeenten gebeurt kun je niet overzien. Dus hoe moet je daar een oordeel over kunnen vormen? Onze fractie heeft toen een pleidooi gehouden voor regelmatige gemeenschappelijke vergaderingen van alle raadsleden van de samenwerkende gemeenten. Maar dat blijkt in de praktijk slechts incidenteel te kunnen.

Voor mij was toen en is nu de slotsom dat de raad zich moet kunnen richten tot die onderwerpen die het daadwerkelijk kan beïnvloeden. En dat de bovengemeentelijke onderwerpen toegewezen moeten worden naar een ander gremium. Dat hoeft niet direct een vierde bestuurslaag te worden al kan een ooit door D66 gepropageerd districtenstelsel een goede stap zijn. Eigenlijk had Thorbecke het destijds al best goed gezien met zijn driedeling in het bestuur. Ook nu nog kan dat werken, maar wel pas nadat een hernieuwde afbakening van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden is geregeld. 

EN de dualiteit in de gemeente Beek dan?

Bij de start van de huidige raadsperiode is getracht een zg “raadsakkoord” te vormen. Oftewel een door alle partijen in de raad te ondersteunen beleidsplan. Het te vormen college van Burgemeester en wethouders zou dat vervolgens kunnen gaan uitvoeren.  Als dat een garantie zou zijn voor een open dialoog zoals bedoeld met de invoering van het dualisme zou ik dat best willen omarmen. Maar gevoed door de ervaring van 16 jaar raadslid in de gemeente Beek vrees ik dat die discussie enkel gevoerd wordt tot het moment dat handtekeningen onder het plan staan of tot de wethouders zijn benoemd. En daarna zal het stil gaan worden. Daarom ben ik daar niet voor. Ik heb in deze blog vaker verwezen naar H.J.Tjeenk Willink met zijn notities “Groter denken,  kleiner doen”. https://bit.ly/36lcnm1 Dat lijkt mij een beter begaanbare weg. Open het debat. Niet alleen in de raad, maar zeker ook met de lokale bevolking. En vooral; richt je op die zaken die van wezenlijke invloed zijn op de burger en die je als gemeentelijke overheid kunt beïnvloeden omdat je daarvoor de middelen en instrumenten voor hebt. Geef die burger een stem. Organiseer dat debat dan ook als wezenlijk onderdeel van de beleidscyclus die je als gemeente hebt uit te voeren. Niet voor niets tref je die onderwerpen dan ook aan in de flyer waarmee Progressief Beek de steun van de Beekse kiezer hoopt te verwerven.  https://bit.ly/35evX33.  Lokaal valt er echt iets te kiezen.

Uitgelicht

Een nieuw jaar starten met oud zeer? 

In dit eerste blog van 2022 kan ik natuurlijk niet om de hele coronageschiedenis heen. Die houdt ons nu al bijna twee jaar bezig. Met meer vallen dan opstaan vindt Nederland zijn weg hiermee. En als we alle gegevens mogen geloven doen we het niet eens zo slecht. Maar qua timing kon het op een aantal momenten beter. Inmiddels mag Ernst Kuipers zich als minister er mee bezig houden. En ja hij doet het anders. Korter en ietsje meer echte beelden erbij. Qua inhoud is hem dat wel toevertrouwd.

Maar helaas is de Nederlandse samenleving in verwarring. Velen volgen de maatregelen, zo neemt het aantal mensen dat een derde (=booster) prik gehaald heeft sterk toe. Indrukwekkend nu het eenmaal op gang gekomen is. Maar aan de andere kant is er een toenemend luidruchtigere groep die zich met alles ertegen verzet. Dat maakt het niet makkelijker op. Hoe komen we hier ooit uit?

Er wordt gewerkt aan een lange termijnplan. Maar te veel mensen willen doen alsof Covid er niet meer is. En ja dan komt er maar van wat ervan komt. Ze zeggen er nog net niet bij “kan mij wat schelen”. 

Het argument dat erbij gebruikt wordt is “kom niet aan mijn vrijheid”. Dat klinkt heel mooi maar is toch wel een beetje makkelijk geredeneerd. Na twee decennia neo-liberalisme zijn we aardig aan het doorslaan. En daar staan we niet alleen in getuige de ontwikkelingen elders in de wereld (USA met Trump, UK met Boris Johnson, Frankrijk met Le Penn) 

Dan een lange termijnbeleid ontwikkelen valt niet mee.

Zeker als nu gesteld wordt dat tijdens de kabinetsformatie er enkel met de geldbuidel gerammeld is om zo’n beetje iedere doelgroep tevreden te houden. (behalve de AOW-ers als ik de discussie in de tweede kamer mag geloven) zie de column van Sheila Sitalsing in de Volkskrant van 18 januari. https://bit.ly/3nzisB2

Er worden allerlei creatieve oplossingen gesuggereerd. Lange wintervakantie in plaats van  een lange zomervakantie. Omdraaiing van het theaterseizoen, 2-3 keer per jaar boosteren en ach laat dat virus maar uitrazen.

In de NRC van zaterdag werd dit dilemma mooi geschetst door Ginny Mooy https://bit.ly/325Oltw Ze was ook aanwezig bij een discussie bij OP1. Daar vertolkte ze haar standpunt samen met Burgemeester van Haarlem (Jos Wienen)  Maar het viel me op hoe snel de gespreksleider het thema “hoe accepteren we de aanwezigheid van het virus in onze samenleving” van tafel schoof. En toch zullen we het daar indringend met elkaar over moeten hebben. Ergo zoals Ginny terecht besluit:  hoe gaan we allemaal de consequenties van het doorgeven van een besmettelijke ziekte nu eindelijk eens serieus nemen? 

Ik las dit weekend een tweede artikel dat me ondersteunde in deze redenatie. Het staat in het blad IDEE in het themanummer over “verzet”. (no 213 dec 2021 pag 13-15) Sander van der Kraan beschrijft daar de paradox van het sociaal-liberalisme.

“Dat betekent dat verandering en verzet onmogelijk zijn noch dat pacificatie onvermijdelijk is. Het vereist alleen een andere aanpak en een ander fundament. Om het originele ideële streven van het sociaal-liberalisme daadwerkelijk voort te zetten moet het zichzelf ontleden en ontmantelen: de beoogde waarden van individuele vrijheid, kansengelijkheid en echte democratie kunnen alleen gerealiseerd worden door te breken met de kapitalistische en individualistische kern van de ideologie om zich vervolgens te keren tot collectiviteit en solidariteit” 

Deze slotconclusie van zijn betoog geeft mooi weer wat we kwijtgeraakt zijn na een zo lange periode van neo-liberalisme. Nee de verzuilde samenleving had best iets goeds. Namelijk het idee dat we onderdeel uitmaken van een collectiviteit die ons in staat stelt om onszelf te zijn en ontwikkelen. Maar de vormgeving van midden vorige eeuw met zijn verzuiling past toch echt niet meer. Het zal moeilijk worden om de gedachte aan een collectief bewustzijn weer een onderdeel te laten zijn van ons mensbeeld. Maar zonder dat zullen we niet in staat zijn op adequate oplossingen aan te dragen voor de problemen die we zelf gecreëerd hebben. Klimaat, sociale ongelijkheid, verdeling tussen arm en rijk en op mondiale schaal ook vreedzame co-existentie die we kwijt geraakt lijken te zijn.

Met deze gedachten ga ik komende dagen zien hoe in ons nationale parlement gesproken zal worden over de regeringsverklaring van het nieuwe kabinet. Dat kabinet had natuurlijk een andere leider moeten krijgen, het zou gelijk een stuk geloofwaardiger geweest zijn. Maar ook dan zou ik er niet gerust op zijn geweest. Toch wordt het tijd dat het besef van “samen met elkaar en voor elkaar” doordringt in het publiek besef van Nederland. Ik vrees dat we het nieuwe jaar ingaan met een forse lading oud zeer in plaats van met elkaar de dialoog aan te gaan.

Uitgelicht

Transformatie!

Een terugblik op het jaar dat maar niet op gang kwam

Aan het eind van de maand januari ben ik begonnen met het schrijven van een blog. Doel daarbij is het vastleggen van mijn gedachten en bevindingen. In eerste instantie puur voor mijzelf. En, gebruik makend van de ervaringen die ik al lezend, ontmoetend en reizend heb opgedaan. En vervolgens ook gebruik makend van de mogelijkheid om die via dat blog te delen. Reacties daarop krijgen is mooi meegenomen. Dat past bij mijn algemene instelling als kenniswerker: delen is vermenigvuldigen. Anders dan het delen van de bijdragen via bij instagram account en via linkedin heb ik daar verder geen moeite voor gedaan. En ja, het is mijn blog een enkele uitzondering daargelaten komt mijn naaste familie niet aan bod.

Zo aan het eind van het jaar daarop terugkijkend helpt het me hopelijk om een beetje grip te hervinden op dit rare jaar. Gelijk eenieder werd ook ik zeer beperkt in de mogelijkheden vanwege Corona. De activiteiten als lokale vrijwilliger werden frequent on hold gezet. Museumbezoek was maar beperkt mogelijk dus is het aantal reiskilometers met eigen of openbaar vervoer is zeer gering. Dus waar houdt zo’n mens zich dan mee bezig?

In onderstaande figuur is het overzicht van de titels opgenomen. Daarnaast staat een korte weergave van de belangrijkste inhoudelijke thema’s . 

onderwerpaantal
Transformatie12
Raad Beek11
Corona9
Klimaat8
Verkiezingen/formatie5
Jeugd4

Dat ik zo vaak iets vermeld heb gerelateerd aan het werk als raadslid in de gemeente Beek is natuurlijk niet verrassend. Het vormt immers een belangrijk kader voor mijn maatschappelijke activiteiten. Opmerkelijk is wel dat ik me kennelijk ingehouden heb om veel te schrijven over het controversiële vliegveld dat we in onze gemeente hebben nl. MAA. Voor de lokale gemeenschap is dat een terugkerend en zorgen wekkend onderwerp. Terwijl de lokale politiek er met een grote boog omheen blijft lopen. Vanuit mijn groepering (Progressief Beek) agenderen we het onderwerp bij iedere zich voordienende gelegenheid. Mijn eigen acties in deze richt ik dan ook op ondersteuning van provinciale politici aangezien daar de discussie over een gezonde toekomst niet uit de weg gegaan wordt.

Transformatie als centrale thema

Terugkijkend constateer ik dat ik het vaak heb over een thema als “transformatie”. En eigenlijk is dat niet zo verrassend. Als professionele kenniswerker was dit onuitgesproken een thematiek die me veel heeft beziggehouden. Als betrokkene bij onderzoek via het verbinden tussen verschillende kennisdomeinen. In de loop van de tijd veranderden de onderwerpen, maar steeds weer vormde verbinden van kennis naar toepassing de kern. In de CLB tijd: celbiologie, haematologie en immunologie. Bij wetenschapsbeleid: hulpmiddelen voor gehandicapten. Bij TNO en IRV: ouderen en technologie. Bij Saxion en Zuyd: Zorg en technologie. In al die gevallen was ik de toepassingsgerichte ondersteuner die door partijen bijeen te brengen (langs de wegen van de inhoud!) bijgedragen heeft aan het creëren van nieuwe mogelijkheden. Niet voor niets was in de laatste 15 jaar mijn motto ‘Zorg en Technologie; Benut de mogelijkheden”. Daar zat immers voor mij de drive.

Toenemende innerlijke onrust

Zo terugkijkend naar mijn jaar 2021 valt me eigenlijk op waar de door mijn gevoelde onrust eigenlijk vandaan kwam. Heb ikzelf de neiging om verbanden aan te leggen tussen verschillende ontwikkelingen en daar kansen en mogelijkheden in te zien, dat blijkt geen algemeen gemeengoed te zijn. Want hoe logisch is het eigenlijk om te zien wat het gevolg moet zijn van de ontwikkelingen op klimaatgebied? Ontkennen kan niet meer dus doe iets aan de oorzaken (minder en duurzamere groei). En als mondialisering een van de oorzaken is van de exponentiële verspreiding van het corona virus en aanleiding geeft tot een lockdown. Hoe bizar is het dan om een mobiliteitspatroon gelijk weer op te pakken alsof niets is gebeurd? En als marktwerking in de zorg geen oplossing biedt voor verdeling van de schaarste waarom gaan we er dan toch mee door? Zo kun je door blijven gaan en dat deden we dan ook in het afgelopen jaar. Ondanks de roep op verandering had de nationale 2e kamerverkiezing helaas als resultaat dat het huidige kabinet door kan gaan omdat het een meerderheid behouden heeft. Meest verrassend in deze is nog dat het van maart tot december heeft moeten duren voordat er iets van een regeerakkoord gebrouwen is. 

Zoals gezegd voor mijzelf was dat eigenlijk alleen maar meer aanleiding om onrustiger te worden. Jezelf beperkingen op moeten leggen en dat terwijl de afslag naar een fundamentele verandering/verbetering maar niet genomen wordt. 

En als je dan zoals ik in een blog van 17 februari deed, teruggrijpen naar het rapport van de club van Rome, met daarin de schets van de klimaatontwikkeling, dan realiseer je je dat 50 jaar beleid vanuit mijn eigen generatie van baby-boomers niets, maar dan ook niets heeft gedaan om deze ellende te voorkomen. Dat besef drukte steeds zwaarder op me. Ik werd pas bij lezing van het boek van Jan Rotmans “Omarm de Chaos” een stukje geruster. Hij laat zien dat transformeren van organisaties en processen kan. Ook dat het kan ontstaan in het brein van enkelingen. Die op de juiste plek aangekomen de noodzakelijke krachten weten te ontwikkelen om een tijdrovend proces in gang te kunnen zetten. Paul Polman (unilever) Feike Seibesma (DSM) Marian Minnesma (Urgenda) Jonathan Pols (Milieudefensie) dat zijn van dat soort mensen die het verschil kunnen maken. In de politiek heb ik dat indertijd meegemaakt bij Joop den Uyl (PvdA) en afgelopen jaar gezien bij Sigrid Kaag. (D66). Ze maken het verschil omdat ze een beeld geven van de richting die ze in willen gaan, om het woord visie die ze hanteren maar niet te gebruiken.

En nu door?

En dat brengt me bij de transitie van 2021 naar 2022. Met een beetje herwonnen zelfvertrouwen durf ik de onrust die 2021 heeft gebracht wel achter me te laten en iets onbevangener te gaan zien wat 2022 in petto heeft. Geheel gerust ben ik er op landelijk niveau kijkend er niet op. Immers onze landelijke (marketing-) manager denkt nog steeds dat hij in staat is leiding te geven aan de ontwikkeling. Het treft daarbij dat hij niet behept is met iets wat lijkt op een visie. En dus zal het een richtingloze ontwikkeling zijn die onder zijn leiding doorgemaakt wordt. Tenzij er in zijn omgeving iemand opstaat die wel vanuit een eenduidig kompas een aantal gerichte stappen durft te gaan zetten. Maar dat is kennelijk aan moderne politici niet gegeven. De laatste column van Louise Fresco in de NRC hint daar in ieder geval wel naar https://bit.ly/3mHdq55  

En lokaal dan?

En lokaal zo zal de lezer zeggen. In bijna de helft van mijn blogs is een verwijzing naar de lokale politiek terecht gekomen. En daarbij gaat het dan ook om een verandering van werkwijzen op specifieke gebieden. En komend jaar hebben we de mogelijkheid om een wijziging in het lokale bestuur aan te brengen. Mijn groepering (Progressief Beek) vindt dat het nodig is getuige de prominent gebrachte leus “Tijd voor verandering”. Geheel logisch is dat ik met mijn kennis en ervaring meegeholpen heb om dat nieuwe programma tot ontwikkeling te brengen. Net zo logisch ook dat ik mijn plaats in het lokale bestuur ter beschikking ga stellen. Wie hem krijgt dat maakt de kiezer wel uit. Dus ook voor mij is het weer tijd voor verandering. En dat is wellicht aanleiding voor een volgende serie blogs in 2022!

Uitgelicht

Corona en andere chaos

oftewel; lukt het om overeind te blijven in deze (be-)stuurloze periode

We zitten midden in de vierde golf van de coronabesmettingen. De wekelijkse getallen zijn nog niet eerder zo hoog geweest. En dat terwijl we dachten langzaam naar de versoepelingen van de maatregelen kunnen gaan. En ja hoor weer een lockdown. Gedeeltelijk deze keer. Van 5 uur ‘s avonds tot 7 uur ’s ochtends. Dat het nodig is daar twijfel je niet aan. Zeker als je het indringende verhaal van de ziekenhuisbestuurder David Jongen via Buitenhof hoort. Zijn collega’s spreken al van “oorlogsgeneeskunde” oftewel redden wat er te redden valt en weten dat niet alles te redden is. Dan is het heel logisch dat de vertwijfeling toeslaat. En dat na een aanhoudende periode van enkele weken waarin veel bedden zijn vrijgemaakt voor de zorg aan corona patiënten. En nu wordt men gedwongen om ook zorg die niet langer dan 6 weken uitgesteld mag worden toch uit te stellen (kankerbehandeling, hartoperaties). Gelijk eerdere periode is de regio Limburg nu weer mee de eerste regio die het zo zwaar te verduren krijg. De redenen liggen deels in de vergrijzing maar toch ook al de veel langer bekende kortere levensduur als gevolg van een lagere sociaal economische status van de bevolking.

David Jongen Directeur Zuyderland

Onderschatting ernst situatie als oorzaak voor falen?

Het verhaal hoe dit zo kon gebeuren is eigenlijk niet zo spannend. Velen dachten we zijn klaar met het virus. Maar ja dat virus blijft hier. En het verrast ons steeds weer. De korte klap mag weer plaats maken voor de lange adem. Het is nota bene bijna twee jaar geleden dat de eerste geluiden over een merkwaardig virus de kop op stak. Twee jaar van geploeter om het er onder te krijgen. Collectief is dat niet gelukt zoveel is zeker. Een virus dat verandert en zich keer op keer aanpast en zorgt voor een nieuwe golf van infecties. Na de uiterst besmettelijke Delta variant mogen we ons nu teweer stellen tegen de nog besmettelijker Omicron variant. Eigenlijk is het fantastisch als je ziet hoeveel we in zeer korte tijd te weten kunnen komen over een dergelijk virus. Gisteren werd er bij Op1 al een plaatje getoond met de kenmerken van deze variant in vergelijking tot eerder waargenomen varianten. Zo is een Phylogenie oftewel een virusstamboom opgesteld aan de hand van de waargenomen mutaties

In het weekend klonk veel ophef over de ontdekking van dat nieuwe virus. De roep om de grenzen te sluiten en zo de verspreiding in te dammen klonk allerwegen. Maar nu, twee dagen later wordt duidelijk dat deze variant van het virus alweer veel langer onder ons is. Grenzen sluiten helpt dus niet als crisismaatregel. Maar de basismaatregelen zijn nog onverkort effectief in het voorkomen van de verspreiding.

Nemen we nu wel de juiste maatregelen?

Nog volstrekt onduidelijk hoe effectief de beschikbare vaccins tegen deze variant kunnen zijn en welke ziektelast ze gaat veroorzaken. Feit is dat nu wederom een belangrijke bijstelling in de strategie moet worden uitgedokterd. Is een halve lockdown het middel dat ons uit deze crisis helpt? En hoe lang mogen we die dan gaan toepassen?  En dat met een winter voor de deur. In de zoveelste persconferentie heeft het leidend duo Rutte en De Jonge voor het eerst iets van een boetekleed aangedaan. Toegegeven dat ze niet zo effectief hebben gecommuniceerd. Dat is goed om te horen, maar of het echt helpt. Die vraag mag zeker worden gesteld.  Maar nog steeds is de communicatie er niet op gericht om echt iedereen er toe te brengen om zich te laten vaccineren. Het helpt ook niet dat inmiddels duidelijk is geworden dat we na 6-9 maanden na de vaccinatie toch een boosterprik nodig hebben om de bescherming op peil te houden. De belangrijkste verdedigingslinie die we hebben bestaat uit twee aspecten; het via gedragsmatregelen voorkomen van verspreiding van het virus en via vaccinatie het verminderen van de ziektelast. En daarom is het gekmakend dat de gedragsmaatregelen slecht worden ondersteund en dat niet volop ingezet wordt op een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad. Inmiddels moeten we constateren dat dit virus niet meer weg zal gaan. Het uitdoven ervan gaat ons niet lukken. Juist omdat de toepassing van vaccins zo slecht verdeeld is. Zijn we in de westerse wereld toe aan het geven van een booster aan iedereen, in Afrika is een vaccinatiegraad van minder dan 25%. Dus alle kans voor het virus om zich door te ontwikkelen.

Over het vaccin doen de meest wilde verhalen de ronde. En ze worden keer op keer weer verspreid. Dat dit bij sommigen leidt tot echte paniek als er sprake is van het zetten van een prik is dan niet verrassend. En Ja zoals in bijgaande foto kun je natuurlijk met man en macht proberen om het gemoed van deze 8 jarige Israëlische jongen zo te stemmen dat de prik gezet kan worden. Ik blijf het toch een bizar beeld vinden.

Vaccinatie van een 8-jarig Israëlische jongen

Hoe consistent is ons beleid?

Na bijna twee jaar beleid komen we tot de ontdekking dat het Nederland kennelijk zeer veel moeite kost om een beetje consistent beleid tot ontwikkeling te krijgen. Wat kan wel en wat kan niet is dan een belangrijke vraag. Politiek gesproken wil men nu een zg 2G beleid organiseren Dat wil zeggen dat wanneer je via een QR code kunt aantonen dat je volledig gevaccineerd bent of dat je de ziekte al hebt doorgemaakt kun je toegang houden tot evenementen en voorzieningen. Bij een 3G beleid is ook nog de optie om aan de hand van een sneltest aan te toten dat je geen virus bij he draagt. Voldoe je niet aan die voorwaarden dan krijg je geen toegang. Het is duidelijk dat dit controversieel is. Maar ook dat wetswijziging nodig zal zijn om dit voor elkaar te krijgen. Natuurlijk leidt dit tot een tweedeling in de discussie en een tweedeling in de maatschappij. Immers de 15 % niet-gevaccineerden worden buitengesloten. Wat mij betreft is die discussie ook aardig ontspoort.

Dat heeft mede kunnen gebeuren omdat onduidelijk is binnen welk perspectief deze vergaande maatregelen geplaats moeten worden. Als ze gaan helpen, wanneer mag je dan verwachten dat ze beëindigd gaan worden, welk mijlpaal wil je bereiken. En dat wordt in de Nederlandse situatie niet meegenomen. En dan kan de discussie gewoon blijven doorgaan zo blijkt.

Rudi Westendorp maakte in dat programma Buitenhof daar een aardig statement over. Hij kent als oud hoogleraar Ouderenzorg aan de univ Leiden de Nederlandse situatie heel goed. Nu hij betrokken is bij de univ van Kopenhagen kan hij de vergelijking met Denemarken maken. De vaccinatiegraad is in beide landen vergelijkbaar. Maar in Nederland is er luid protest tegen de maatregelen, hebben we een halve lockdown en is eigenlijk iedereen ontevreden. Door beide landen te vergelijken heeft hij een idee hoe dat zo is kunnen ontstaan. Beide landen hebben het Polderen in de bestuurscultuur staan. Alleen maakt Nederland het niet af. We blijven doorgaan ook als er een besluit genomen is. En zo kan het gebeuren dat de 80% de achter het besluit staat overvleugeld wordt door de minderheid en de discussie niet stopt.  Voeg daarbij dat het besluit niet transparant gedeeld wordt zodat iedereen het hoe en waarom kan volgen en ziedaar de voedingsbodem voor de continue discussie.

Rudi Westendorp

En verder?

Er wordt nog druk gesleuteld aan een nieuw kabinet. Kennelijk wordt er vooruitgang geboekt want er wordt nauwelijks meer gelekt. Daarbuiten gebeurt er wel het nodige dat in de goede richting gaat. Shell mag dan naar Groot-Brittannië verhuizen, het ABP en andere fondsen investeren er niet meer in. Het bedrijf lijkt de slag naar duurzaamheid te laat ingezet te hebben. Tata Steel (Hoogovens) wordt eindelijk gedwongen om sterke maatregelen te nemen om de verspreiding van lood te reduceren. Misschien is dat de voorbode van en positieve ontwikkeling. Want als je goed kijkt zie je dat het bedrijfsleven de klimaatboodschap beter begint te begrijpen dan onze overheid.

In wat voor tijd leven we eigenlijk? 

Een antwoord daarop is moeilijk te vinden. Volg je de berichten dan lijkt het erop dat heel veel verschillende zaken samenkomen. Biodiversiteit, economie, klimaat, pandemie, toenemende kloof tussen “have en have-not”, bestuurlijke aderverkalking en ga zo maar door. Dat werd mij pas goed duidelijk bij het lezen van het boek van Jan Rotmans.  Zijn boodschap “0marm de chaos” vind ik zeer treffend gekozen. Nou hakt hij al wat langer met dat bijltje. Maar hij laat ook zien dat noest volhouden uiteindelijk wel tot verbeteringen leidt. Zie de acties van Urgenda. Maar zie ook wat bedrijven zelf kunnen doen. De transitie van b.v. DSM in mijn regio van energieleverancier (steenkool) via plastics naar bulkchemie en uiteindelijk voedingsmiddel industrie laat zien dat het kan. Cruciaal daarbij is het ontwikkelen van een visie en op basis daarvan consequent gerichte stappen naar die beoogde toekomst te zetten. Zoiets heet “transformeren”. En ja dat kan ook voor onze bestuurlijke ontwikkeling. Vandaar dat de acties van Urgenda eindelijk resultaat geven.  Als je dat door vertaald naar onze landelijke politiek is duidelijk dat we behoefte hebben aan nieuw leiderschap. Maar wat dat in gaat houden is nog maar zeer de vraag. Voor mijzelf is helder dat ik de gladde, opportunistische praatjes van Mark Rutte meer dan zat ben. Hoe langer die formatie duurt des te beroerder zijn uitingen. De gedachte dat we nog vier jaar naar die man moeten luisteren stemt droevig. Maar misschien is dat ook Nederlands. We veranderen pas als het water echt tot aan onze lippen staat. Als ik iets hoop van deze periode is het toch wel dat het nieuw te vormen kabinet een duidelijker kompas gaat hanteren en dat de mensen die daaraan leiding gaan geven in staat zijn daarvoor draagvlak te verwerven. Een niet geringe klus. Maar als zij in staat zijn “de chaos te omarmen” begin ik weer een beetje vertrouwen in de Nederlandse toekomst te krijgen. Het boek van Jan Rotmans heeft me wel geholpen om in te zien dat de transformaties die we met elkaar door moeten maken nog heel veel tijd zullen vergen. Dat inzicht maakt de huidige situatie voor mij in ieder geval iets beter hanteerbaar.

Uitgelicht

Een dagje filosofische verdieping, het is tijd voor actie #brainwash

Afgelopen zondag mocht ik weer. Samen met twee van mijn zonen trokken we naar Amsterdam. We zijn trouwe bezoekers van het Brainwash festival. Eens per jaar met elkaar een inspirerende wind door de kop laten gaan doet goed. Vorig jaar kon het niet maar nu mocht het weer. In een dag wel vier Amsterdamse theaters (her-)bezocht dat is zeker genieten. De Balie, Paradiso, Theater Bellevue en de Melkweg zijn door ons allen al eens bezocht. Maar nu in één programma ondergebracht. Het voorgeschotelde programma bevat zoveel inspirerende presentaties dat we voor onszelf maar een tijdlijn hebben opgesteld. Begonnen met een verhaal van Paul Verhaege over “de eenzame mens”. Deze zojuist gepensioneerde klinisch psychotherapeut maakte een mooie filosofisch getinte analyse over autonomie en verbondenheid. En daarmee zette hij een krachtige basis voor het verdere verloop van onze dag. Ja we hebben het daarna nog vaker gehad over de gevolgen van het neo-liberalisme.

Grace Blakely en Sander Schimmelpennink

Onze volgende bijeenkomst bracht ons bij een introductie door de Engelse journalist/econoom Grace Blakeley Die het thema “Corporate Welfare” aansneed. Zelden ontmoet je iemand die zulke complexe onderwerpen zo welbespraakt en eenvoudig en doordringend weet over te brengen. Zij stelt dat grote bedrijven zodanig complex zijn (of althans zich als zodanig voordoen) dat het transparant besturen ervan niet mogelijk is. In haar visie moet die macht afgebroken worden. Publieke dienstverlening is gebaat bij een goede democratische aansturing. Dat het liberalisme dat heeft afgebroken onder de noemer; het is veel te complex voor leken om dat te beïnvloeden, en wij dat vervolgens nog toestaan ook, dat merken we nu. Volgens haar is dat goed te zien bij de vervolgmaatregelen genomen tijdens corona. De kapitaalkrachtige bedrijven die in de problemen gekomen zijn door Corona zijn veelal met staatssteun overeind gehouden. Maar, een groot deel van die staatssteun is vervolgens doorgesluisd naar de aandeelhouders terwijl de werkers financieel gekort zijn of zelfs ontslagen zijn. Daar moet je iets fundamenteels tegen doen. In haar ogen roept dat op een decentralisering en mede daardoor een democratisering van het beleid van deze bedrijven. Zij acht het onmogelijk dat dergelijke door autocratie geleide bedrijven (Amazon, Tesla, Meta) die nu als motor van een toekomstige economische ontwikkeling gelden in staat zijn ons allen een goede toekomst te realiseren. Immers door hun beleid neemt de ongelijkheid alleen maar toe. En zo ontstaat de grootste bedreiging voor een vreedzame mondiale ontwikkeling. Haar boodschap werd gevolgd door een betoog van de Nederlandse jurist Sander Schimmelpennink. Positief verrast als hij als liberaal was door het betoog van de socialiste Blakeley vervolgde hij op het thema ongelijkheid. Hij vulde dat aan door te wijzen op de ongelijkheid tussen arm en rijk. Als tegenmaatregel deed hij een beroep op het belastingsysteem. Want waarom wordt inkomen verkregen door werk, door dividend of door overerving verschillend belast? Het eerste wel, het tweede en derde niet of nauwelijks. Zo maak je de verschillen alleen maar groter.

Hun gezamenlijke conclusie is dat die ongelijkheid gestopt moet worden. De ene doet dat door als econoom en schrijver het bevorderen van een andere aansturing van de economie, de andere door als publicist programmamaker de ongelijkheid te etaleren. 

Het vervolg wordt gegeven door Steven Pinker. Deze taalkundige en psycholoog houdt een verhaal over het gebrek aan rationaliteit in ons denken en handelen. Volgens hem zijn we te zeer geneigd om iedere gebeurtenis te zien als een bedreiging waartegen direct opgetreden dient te worden. Die reactie komt overheersend vanuit de emoties van het moment. Het ontbreekt daarbij vaak aan een rationele afweging. Veel van het overheidsbeleid wordt ingegeven door die korte termijn bias. Zeker daar waar het de bedreiging van onze persoonlijke veiligheid betreft. Een tweetal extreme voorbeelden. Het was voor de Amerikanen betrekkelijk eenvoudig om na 9/11 een enorme oorlogsmachinerie op gang te brengen met verstrekkende gevolgen. Het is nog de vraag of dat een wezenlijke bijdrage geleverd heeft aan de veiligheid. Aan de andere kant kost het zeer veel moeite om zoiets als het dragen van een helm bij het bromfietsen voor elkaar te krijgen, terwijl de beschikbare statistische informatie zeer duidelijk is over de preventieve waarde ervan. Voorbeelden van dat verschil in redeneren zien we helaas te over in het Nederlandse politieke bestuur van nu.  In zijn bijdrage ging hij ook nog in op de mate waarin de aard van het bericht invloed heeft op onze reactie. Negatief nieuws geeft vaker aanzet tot (denken over) verandering dan positief nieuws.

Marjorie Challenger

Na een korte stop door naar de volgende bijdragen in het kader van de door Human  gemaakte selectie van bijdragen die in kort bestek worden gepresenteerd. Het eerste is van Majorie Challenger. Haar stelling is dat mensen, op een nogal onverklaarbare manier en door ondoorgrondelijke processen hebben besloten dat we losgekoppeld zijn of kunnen zijn van de natuurlijke wereld. Het gevolg is dat onze relatie met andere levende wezens op de planeet uit de hand loopt en destructief is. Voor mij als bioloog een zeer herkenbaar verhaal. Niet voor niets herinner ik mijn omgeving er wel eens aan dat wij een sociaal dier zijn, en blijven. (Overigens, het hangt een beetje van mijn omgeving af met welke indringendheid ik dat vervolgens doe) Wanneer ons eigen gedrag dierlijke trekken vertoont (b.v. agressie) vinden we dat goed als het ons economisch verder brengt. Maar het sociale/collectieve karakter van het meeste dierengedrag laten we volgens haar wat al te gemakkelijk buiten beschouwing.  

Ann Pettiflor

Ann Pettiflor vervolgde met een korte bijdrage over the green new deal. Om de benodigde klimaatdoelen te halen is het nodig om iets drastisch te doen. Dat inzicht ontwikkelde ze als econoom na de bancaire crisis van 2008. Ze maakt daarbij de vergelijking met de new deal van Theodoor Roosevelt van na de tweede wereldoorlog. Hij haalde toen de zeggenschap weg bij het financiële systeem van de banken en bracht het weer onder politieke controle. Iets dergelijks moeten we volgens haar nu ook doen om de klimaatdoelen te halen. Door aan te sturen op de innovatiekracht organiseren we de bedrijvigheid die niet alleen zorgt voor werkgelegenheid maar ook voor de financiering van de noodzakelijke klimaatambitie. Dat sluit toch werkelijk mooi aan bij het verhaal van Grace Blakeley eerder vanmiddag. Nu maar hopen dat de wereld het gebrek aan actie na de bankencrisis van 2008 niet herhaald en dat de green new deal een wezenlijke bijdrage gaat leveren aan de klimaatadaptatie. Het kan nog; nee het moet nu!

Abdelkader Benali vervolgde met een mooi verhaal over de “banaan” of de “platano”.

Een verhaal over de meerstemmigheid. Oftewel hoe geven we elkaar de ruimte om onszelf te zijn. Hij beschrijft dat mooi aan de hand van de ervaringen van een jongetje dat voor het eerst naar school gaat en geconfronteerd wordt met een andere wereld. Het ontwikkelen van begrip voor die andere wereld is lastig zeker als de culturele verschillen zo groot zijn als het geval is van een Perzisch jongetje in Nederland. Maar is dat niet evenzeer lastig als we dat culturele verschil niet zo duimendik erboven zien drijven. Zijn pleidooi is gericht op het behoud van meerstemmigheid. Dat is voor een samenleving van cruciaal belang.

Jonathan Haidt

Ons laatste verhaal bracht ons bij de wereld van de moderne digitale media. Of moet ik gelijk zeggen de wereld van de communicatie van de onderbuikgevoelens. In een mooi gesprek van Floortje Smith met Jonathan Haidt kwam eerst het onderwerp intuïtie aan bod. Uit experimenten met tweelingen kwam naar voren dat iemands gedachtengoed voor een belangrijk gedeelte wordt bepaald door zijn genetische komaf (nature), en niet door zijn omgeving (nurture) Dat hoeft niet zo erg te zijn maar het kan toch zeer vervelende bijkomstige effecten hebben. Zo typeert hij rechtse mensen als behoudend vanwege het feit dat ze zijn niet echt de neiging hebben om door te vragen naar het hoe en waarom. Voor hen geldt vaak: Je zegt het dus het is zoo. Linkse mensen zijn veranderingsgezinder en hebben de neiging om wel meer vraagtekens te plaatsen naar het hoe en waarom (kan het ook anders? Wat is de achterliggende reden?) Dat in deze gepolariseerde samenleving dat nogal wat gevolgen heeft moge duidelijk zijn. Het gesprek krijgt een wending naar het gebruik van Facebook. Het effect van regulering lijkt zeer beperkt te zijn.  Facebook besteed veel geld aan het signaleren van geweldsvolle video’s om deze vervolgens te blokkeren. Maar dat blijkt in de praktijk weinig effect te hebben. Een kleine verandering in het algoritme blijkt vele malen krachtiger te zijn en is veel eenvoudiger. Maar helaas Mark Zuckerberg is alleen uit op groei en derhalve worden geen veranderingen in het algoritme aangebracht. Toch zouden neutrale ingrepen in het gebruik van sociale media een behoorlijk effect kunnen hebben in het bestrijden van de extreme polarisatie die deze instrumenten oproepen. Een voorstel voor een simpele ingreep tot slot. Niets is eenvoudiger dan een schunnig bericht te “liken”. En als dat een aantal keer na elkaar gebeurd is de verspreiding enorm. En als de inhoud dan ook nog als waar aangenomen werd is het kwaad geschied. Een effectieve suggestie zou kunnen zijn voorkom het gedachteloos retweeten of liken. Als daarvoor nodig is dat een extra handeling gebeurd (bv eerst via knippen en plakken er een eigen bijdrage van maken) dan is gelijk heel veel gewonnen. De bezinning kan dan net op tijd toegeslagen hebben.

Zo, dat was me een aangename zondag. Met daarin veel aangrijpingspunten om de huidige wereld een beetje beter te mogen begrijpen. En daaruit ook een eigen handelingsperpectief te kunnen halen. We gaan nu de week in van de klimaatgesprekken te Glasgow. Gaat het lukken om daar het benodigde tandje bij te schakelen. De rapporten zijn alarmerend genoeg. Maar de weerzin om echt tot handelen te komen ook. Voor mij houdt dat in dat ik in ieder geval mee ga doen aan de klimaatmars a.s. zaterdag. Tenminste als dat in het kader van de coronamaatregelen nog kan.

Uitgelicht

niet willen of niet kunnen meedoen in het digitale tijdperk, een wereld van verschil

Een corona paspoort als panacee?

Het kabinet heeft vorige week als onderdeel van de bestrijding van het coronavirus besloten tot het gebruik van een digitale coronapaspoort. Iemand die een volledige vaccinatie heeft gehad kan dit laten zien door in zijn smartfone een QR code te genereren. Door deze vervolgens als afdruk of in het scherm te laten zien kan toegang gekregen worden tot bepaalde ruimtes (cafe’s bioscopen, festivals etc.etc.) En zo kunnen we weer terug naar het “oude normaal” Tenminste wanneer we dit allen als gedragslijn zouden accepteren. Maar nee dat zit er niet in. In Nederland hebben we nogal strikte opvattingen over hoe omgegaan mag worden met gegevens die wijzelf graag als privé beschouwen. Inmiddels is dat zelfs verankerd in wetgeving. Zie de algemene verordening gegevensbescherming AVG. Veel Nederlanders zijn wars van allerlei regels die door anderen worden opgelegd en doen hun best daar onderuit te komen. En na anderhalf jaar corona wordt dat op een steeds luidruchtiger manier aan anderen duidelijk gemaakt. Een in mijn ogen eenvoudige verworvenheid (een bescherming tegen het virus) wordt zo tenietgedaan en vormt vervolgens een belemmering om met elkaar terug te kunnen gaan naar een “normale” manier van samenleven die we hadden voordat Corona uitbrak. Hoe moeilijk kun je het elkaar maken om als samenleving verder te komen? 

Probleem oplossen? Maak een app. Dat is simpel!Het ontwikkelen van een Corona app, het tovermiddel dat Hugo de Jonge vorig jaar uit een hoge hoed wilde toveren, blijkt in de praktijk helemaal niet zo eenvoudig te zijn. Alle inspanningen ten spijt, het oorspronkelijke idee (een waarschuwing krijgen als je in de buurt komt van iemand die positief getest is en dus een besmettingsgevaar vormt) is niet gelukt. Gelukkig zijn er wel verschillende vaccins beschikbaar gekomen zodat we bescherming tegen het (ernstig) ziekworden kunnen verwerven. Om weer vrij in de maatschappij te kunnen functioneren is het nodig om te weten wie wel en wie niet voldoende gevaccineerd is. En daarvoor is wel een app beschikbaar gekomen. Wat houdt dat in voldoende gevaccineerd zijn oftewel wat moet die app weergeven? Dat houdt in dat beoordeeld is of je het benodigde aantal prikken hebt gehad (afhankelijk van het type vaccin) en of daarna voldoende tijd verstreken is. En daarbij dient dan ook vastgesteld te worden dat het inderdaad jouw gegevens zijn. Om dat te kunnen doen is een procedure ontwikkeld waarmee met behulp van de eigen DIGID code de GGD database wordt gecheckt of je gevaccineerd bent. Het resultaat wordt vervolgens weergegeven in de eigen smartfone in de vorm van een QR code. Een controleur betrokken bij bv het festival dat je wil bezoeken kan met een speciale lezer de bevestiging van de vaccinatiestatus nagaan. Zie bijgaande figuur. Als de output een groen vinkje is, klopt de vaccinatie status en kan toegang verleend worden. Simpel toch. En het mooie is dat er geen persoonsgegevens gedeeld hoeven te worden. Ik laat het immers uitlezen via mijn eigen telefoon. 

de stappen van de corona QR code

Een simpele oplossing toegepast in de praktijk ……en dan?

In de praktijk blijkt dat “simpel toch” echter behoorlijk tegen te vallen. Als vrijwilliger ben ik betrokken bij het Computer Doe- en Leercentrum. Dat is een lokale verzameling vrijwilligers die er genoegen in stellen om hun kennis over de moderne media te delen met anderen. Met toewijding en geduld helpen we anderen om weer toegang te krijgen tot de nieuwe verworvenheden van de technologie. Dat is nodig want het voorbeeld van de corona app laat zien welke belangrijker wordende rol die speelt in de huidige samenleving. Met het CDL zijn we lid van Seniorweb, een landelijk werkende organisatie die juist dit jaar haar 25-jarig jubileum viert. Deze club van hobbyisten werd in het begin vooral gedreven door het maken en delen van allerlei programmatjes die je met een computer kunt maken. Nu is kennisoverdracht over het gebruik van computers steeds belangrijker geworden. Iedereen gaat er maar van uit dat we allemaal toegang hebben tot deze middelen. Immers ook veel ouderen beschikken toch over een smartfone.

In 2014 had 36% van de personen van 65 tot 75 jaar een smartphone in zijn of haar bezit. Vijf jaar later is dit percentage uitgegroeid tot 85,7%. Ook bij ouderen van 75 jaar of ouder nam het percentage smartphonebezitters toe van 11,6% naar 51,9%. Daarnaast is het aantal ouderen dat actief is op social media, aanzienlijk gestegen. Bron unitedconsumers.com aan de hand van CBS gegevens.

Maar dat wil helaas nog niet zeggen dat men er goed mee om kan gaan. De vele veranderingen in die apparaten (regelmatige updates met wijzigingen in presentatie en werkwijze) creëren een mate van onzekerheid, gebruik ik het wel veilig en goed? Dat helpt natuurlijk niet. In de zakelijke wereld wordt ervan uitgegaan dat deze vorm van communicatie optimaal is, ze is namelijk snel en daardoor ook effectief. Voor hen mag dat gelden, maar voor de oudere consument is dat beslist niet het geval. Ook de overheid heeft er een handje van. Het voorbeeld met de corona afhandeling is wat dat betreft illustratief.

volkskrant 20-september 2021

Digitale communicatie alleen brengt ons niet nader tot elkaar

Dat brengt me terug bij de coronacheck. Het artikel[1] dat hierboven beschreven staat geeft prima weer waar de schoen wringt. Als je niet overweg kunt met dit soort apparatuur heb je in toenemende mate een probleem in de huidige maatschappij.

De pandemie afhandeling heeft nog voor meer afstand gezorgd. Was het al zo dat veel commerciële instellingen hun directe klantcontact op afstand hebben gedaan, de corona -pandemie heeft ervoor gezorgd dat het direct contact vrijwel volledig is komen te vervallen. Kom nog maar eens bij een bank of in een gemeentehuis. Het gaat je niet lukken om de barrière van de digitale balie te overstijgen. Voor veel ouderen was de periode van de lockdown er een van vermindering van hun sociale contacten. Met een dreiging tot vereenzaming tot gevolg. Alles went, dus na verloop van tijd worden die ontbrekende contacten niet meer zo hevig gemist. Met als gevolg dat er een afname te constateren valt van de bereidheid om nog als mantelzorger actief te zijn. En zo zitten we aan het eind van de corona periode met een opstapeling van problemen. Een toename van de afhankelijkheid van digitale dienstverlening bij iedereen en een afname van de maatschappelijke betrokkenheid bij ouderen omdat men onvoldoende digitaal vaardig is. 

Vanuit het CDL hebben we in de periode van de lockdown vele initiatieven ontwikkeld om de gebruikers van smartfones te ondersteunen bij het gebruik van video-communicatie. Dat is in principe een eenvoudige manier om afstand te houden en toch via beeld en geluid met elkaar te communiceren. Maar de eigen onzekerheid in het gebruik van deze techniek zorgt ervoor dat veel ouderen gauw geneigd zijn geweest om dit als minderwaardige communicatie te betitelen en er derhalve af te zien van het gebruik. Gelukkig kunnen we nu weer volop inzetten op het geven van cursussen aan ouderen zodat men kan leren omgaan met deze apparatuur. En de drukte die we constateren bij de wekelijkse inloop vormt wat dat betreft een bemoedigend signaal.

Geheel in lijn met het artikel dat hierboven is aangehaald bestaat er een grote, sluimerende behoefte onder ouderen om toch kennis te nemen van de moderne communicatiemiddelen. Een geduldige, probleemoplossende aanpak werkt daarbij prima. Onze ervaring is dat via mond- op mondreclame velen de weg naar onze inloop en cursussen weten te vinden. Maar de collectieve achterstand is en blijft groot. En zoals de coronaperiode laat zien, zij neemt eigenlijk alleen nog maar toe. De technologische ontwikkeling gaat voor velen te snel. We denken dat iedereen maar zelf moeite moet doen om mee te gaan. Het blijkt lastig te zijn om die voortdenderende trein van de digitalisering van de samenleving ook maar een beetje langzamer te laten gaan. Dat zou op zich al veel kunnen betekenen. In de landelijke politiek dringt heel langzaam door dat de menselijke maat weer terug moet keren in het contact burger-overheid. Het “vermenselijken” van de dienstverlening kan dan een goede stap zijn.

Ook op lokaal niveau; terug naar de menselijke maat

Ook op lokaal niveau speelt dat. Eerder maakte ik al gewag van de vermindering van de contactmogelijkheden als gevolg van corona. Je komt het gemeentehuis niet meer in zonder dat er een formele afspraak is gemaakt. En om die afspraak te krijgen zal je toch de barrière van een telefonisch contact moeten nemen. Zegt u het maar, “met wie wilt u waarover spreken…” is een eerste, dikwijls onneembare stap in het protocol geworden. Maar misschien verandert het tij. Mijn gemeente heeft in het zg. “corona herstelplan” ook opgenomen dat ze iets wil gaan doen aan het verminderen van die digitale barrières die inmiddels zijn ontstaan. Nog beter zou zijn als in dat kader de waarde van de ontmoeting en het meedoen weer wordt benadrukt. Een van de essentiële onderdelen daarin moet toch zijn dat we het contact met de individuele burger als ook dat van burgers onder elkaar weer gaan bevorderen. Eenvoudig zal het niet zijn. Het hoeft niet met de in deze regio traditionele “3 zoenen op de wang”, het mag ook met een “boks” of de “handdruk”. Maar bewust zijn van de noodzaak tot verbetering is een eerste goede stap. Want als samenleving hebben we in de coronaperiode toch heel veel ingeleverd. En ja ook voor een vrijwilligersorganisatie ligt er een uitdaging om naar elkaar een helpende hand uit te steken.


[1] Volkskrant 20 september 2021 

Uitgelicht

Zelfredzaamheid bevorderen; hoe doe je dat als gemeente in het sociaal domein?

Soms lees je iets dat je even op het verkeerde been zet. Dat overkwam mij bij het lezen van het artikel dat de promovenda Willemijn van der Zwaard schreef over haar eigen proefschrift. (https://bit.ly/3BtTGH4[1]. Het handelt over het zelfredzaamheidsadagium dat aanleiding gegeven heeft tot de decentralisaties in het sociaal domein. Als raadslid heb ik daar vanaf 2015 ook zeer indringend mee te maken. In de afgelopen periode is de gemeente  druk geweest om protocollen op te stellen en uit te voeren waarmee de aangemelde zorgvragen behandeld gaan worden. Moeten we dat streven naar zelfredzaamheid loslaten dan? Is dat de conclusie van het onderzoek?

De uitgangspunten mbt decentralisaties in het sociaal domein heb ik vanaf het begin kunnen onderschrijven.  Niet vanuit Den Haag proberen aan te geven hoe iemand zijn leven dient in te richten. Maar ook dat het geen aanleiding mag vormen om een eenheidsworst te organiseren. Het bevorderen van zelfredzaamheid is dan een prima aanknopingspunt. Immers als je zo antwoord wil formuleren op de gestelde zorgvraag dan vraagt dat nadrukkelijk maatwerk. Ook dat bij complexe leefsituaties de kennis en ervaring van professionals (b.v. wijkverpleegkundigen) noodzakelijk is. Dat vertrouwen heb ik gekregen doordat ik nauw betrokken ben geweest bij hun opleiding en de dagdagelijkse praktijk.

In onze gemeente ging de discussie dan ook over het vertrouwen dat je mag cq moet geven aan de professionals die betrokken dienen te worden bij het beantwoorden van de zorgvraag. Het resultaat daarvan is wat mij betreft teleurstellend geweest en dat heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. Er is immers een nieuw bureaucratisch gremium opgetuigd. We noemen het Wijkteams maar het zijn in feite een verzameling ambtenaren met een verschillende achtergrond die de cruciale afweging m.b.t. de zorgbehoefte moeten gaan maken. En dat zonder een duidelijke kennis van de dagdagelijkse praktijk van hun cliënten en of de zorgverlening. Maar dat wel doen ondersteund door een bureaucratisch getint aanbestedingsregime (zoals bij de jeugdzorg) dat nadrukkelijk vraagt om een versimpeling van de werkelijkheid. Nog net geen algoritme maar een strakke checklist wordt het wel.

Naast het raadslidmaatschap ben ik als gepensioneerde hogeschooldocent ook nog vrijwilliger. Ik help daarbij mensen met het leren omgaan met computers, tablets en of smartphones. Uiteraard zijn dat veelal ouderen die nooit iets met die apparaten van doen gehad hebben. Hun leven verliep tot dan toe prima zonder het gebruik ervan. Maar kom daar nu nog maar eens om. Contant betalen is bijna niet meer mogelijk en communiceren met de overheid is ook drastisch teruggebracht tot digitale communicatie. Vrij snel heb ik in de gaten gekregen dat je bij die begeleiding zeer realistische uitgangspunten moet hanteren. Het is niet nodig om iemand volledig inzicht te geven in de aansturing van de apparaten. Het is voldoende als men de toepassing die ervoor henzelf toe doet, zelfstandig en veilig kan gebruiken. Allerlei installaties beheren en beheersen is daarvoor niet nodig. En weet u, als het niet lukt kom dan bij mij terug dan help ik u gericht verder. Dat is de crux!

Dat brengt me bij de initiële observatie vanuit het proefschrift. Zelfredzamer word je niet door allerlei vaardigheden (nieuwe) te leren en problemen zelf planmatig te behandelen. Nee het is niet leren hoe je dat probleem een volgende keer zelf kan oplossen. Het is wel weten wanner en waar je de vraag kunt stellen die een oplossing biedt voor jouw probleem van dat moment. 

Want ja dat is een cruciale vaardigheid; durven de hulpvraag te stellen en ervaren waar dat goede adres is waar je die vraag kunt stellen. Als je dat weet en het vertrouwen kunt geven aan mensen in je omgeving die de bereidheid hebben om je te helpen, dan ben je zelfredzaam. Dat is de verstrekkende conclusie vanuit het proefschrift.

En dat zou een heel belangrijke drijfveer moeten zijn achter de systeemverandering die we bij de decentralisaties in het sociale domein nastreven. En dat is toch heel wat anders dan het organiseren van een nieuwe bureaucratie- ook al staat die dichter bij de lokale samenleving.

Dat is wat mij betreft ook de les die we moeten leren uit de toeslagenaffaire. Het beoordelen van een zorg cq ondersteuningsvraag vereist empathie en maatwerk en is niet uit te voeren door enkel een algoritme uit te rollen. Het moet maat- en mensenwerk te blijven.

Het zou mooi zijn als we dat nog eens voor elkaar kregen op lokaal niveau. Het pleidooi dat in het proefschrift van Willemijn van der Zwaard gehouden wordt is mij dan ook uit het hart gegrepen.


  • [1] W van der Zwaard “Omwille van fatsoen. De staat van menswaardige zorg” ISBN 2021 Boek: 978-94-6236-222-2, 1e druk
Uitgelicht

Jeugdzorg; hoe doorbreken we de neergaande tendens?

Nee het is niet de eerste maar ik vermoed ook niet de laatste keer dat ik schrijf over de jeugdzorg in Nederland. Sinds de gemeenten hiervoor verantwoordelijk zijn te beginnen in 2015 staat zij als gemeenteraadslid op mijn netvlies. Hadden we net in de periode 2013-2015 de vorming van het Centrum voor Jeugd en Gezin gekregen, besluit de landelijke politiek om door te zetten met de 3D’s. Oftewel het overdragen van de taken van rijk naar gemeente op de gebieden WMO, Participatiewet en de jeugdzorg. En als gevolg van de bezuinigingstaakstellingen van het VVD-PvdA kabinet van 2012 ging dat ook nog gepaard met een budgetkorting. Gemeenten zitten dichter op de praktijk dus het moet met minder middelen kunnen nietwaar. Over die misvatting schreef ik al een blog op 29 april. Inmiddels weten we dat er fikse tekorten in de uitvoering van de jeugdzorg zijn. In het totaal zo’n 1,7 miljard €. Waar dat tekort vandaan komt? Versnippering van de laagdrempelige zorg heeft geleid tot een toename in de vraag en fikse toename van de administratieve lastendruk bij de uitvoering (bureaucratisering dus), dat zijn de oorzaken. Met alle gevolgen van dien.

Zomergasten gesprek tussen Robert Vermeiren en Janine Abbring

Indringende schets vanuit de praktijk

Ik schrijf er nu weer over omdat afgelopen zondag in het programma Zomergasten de hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Robert Vermeiren te gast was.  Zijn ideale televisieavond had hij gevuld met indrukwekkende bijdragen die de complexiteit van de jeugdzorg treffend illustreren. Het maakte op een zeer indringend manier duidelijk dat er sprake kan zijn van een grote diversiteit van problemen. Zonder direct in de diagnostische afkortingen verzeild te geraken liet hij door zijn keuze aan fragmenten zien dat snelle oplossingen vaak niet voorhanden zijn. En als hij iets duidelijk maakte dan was het vooral dat een goed contact maken met de betrokkene, noodzakelijk is om echt een idee te krijgen van wat er aan de hand is en welke mogelijke behandeling /begeleiding geschikt is.  Hij vraagt dan ook ruimte om dat initiële contact voorafgaand aan de diagnosestelling goed te kunnen doen. Dat is toch wat anders dan het – al dan niet met een multidisciplinair samengesteld team – afwerken van een diagnose checklijst. Die avond bracht mij weer terug bij de ontwikkelingen van de laatste maanden. Brengen die nu echt verbetering? En wat kan ik als raadslid daaraan bijdragen.

Aanbesteden: hoe een verdergaande bureaucratie om te zetten in een kans?

In mijn blog van 29 april (https://bit.ly/3jimbAd )maakte ik al melding van de aanbesteding voor het nieuwe contract tussen gemeenten en zorgaanbieders dat per 2023 in moet gaan. Als raadslid was ik in gesprek met enkele collega’s die toen kennis konden nemen van de voorbereiding van die aanbesteding. Dit gaat onder de noemer van de ontwikkeling van een “norm voor opdrachtgeversschap”. Mijn reactie toen was dat het wel erg veel ging over de administratieve gang van zaken en niet over de zorginhoudelijke aspecten. Hoe kunnen we onder die omstandigheden een begin maken met de noodzakelijke transformatie van de zorg? De wethouder jeugdzorg van Maastricht die dat proces voor de 16 Zuid-limburgse gemeenten trekt kon het wel met me eens zijn. Maar er zou verandering in komen. Wacht maar af. Inmiddels heb ik vanuit mijn gemeente mogen vernemen dat multidisciplinaire teams zijn samengesteld. Deze teams zijn themagericht samengesteld. (hoog specialistisch, wonen, dagbehandeling en dagbesteding groep, specialistisch/veel voorkomend en crisis) Die teams gaan gesprekken aan met (vertegenwoordigers van) cliëntenraden, adviesraden, aanbieders, verwijzers, voorliggend veld, onderwijs en natuurlijk met jeugdigen zelf”. Aangezien de gesprekken gevoerd worden in het kader van het aanbestedingstraject dat daarna moet gaan lopen stelt dat me nou niet echt gerust.  Zeker niet als ik het afzet ten opzichte van het echte commentaar van Vermeiren. (en collega’s) Moet dit nu leiden tot een betere werkwijze waar de praktijk echt mee uit de voeten kan? Of is het een heldhaftige poging om de budgettaire perikelen van de afgelopen jaren te beteugelen? Ik word er niet geruster op.

Meer geld, is dat de oplossing?

Er zijn inmiddels meerdere commissies geweest die hebben vastgesteld dat de in 2015 aangekondigde bezuiniging niet terecht is. Als laatste sprak een arbitragecommissie ingesteld door de staatssecretaris VWS en de VNG o.l.v. dhr van Zwol. (https://bit.ly/2WUDekk) Er moet landelijk gesproken gewoon geld bij. De laatste rapportage sprak van 1,7 miljard € structureel. In het contact tussen VNG en het rijk is afgesproken dat er voor 2021 en 2022 incidenteel geld bijkomt (ca 1,3 miljard€) Daarna moet het nieuwe kabinet aangeven wat er gebeuren gaat. Voor mijn gemeente is dat een financiële opsteker. De gemeente krijgt ca 960.000€. Ondanks mijn verwoede pogingen daartoe heb ik als raadslid niet helder kunnen krijgen hoeveel algemene middelen er in de periode 2015 tot nu door mijn gemeente zijn bijgepast. Maar duidelijk is dat het een fors bedrag is en dat deze compensatie zeer welkom is. “So far, so good” dat is zeker maar het is zeker nog niet “eind goed al goed”. Want structureel is het nog lang niet op orde. Uit de analyses komen tot nu toe drie grote problemen naar voren. A) een explosie van zorgaanbieders m.n. in het individuele, preventieve zorgtraject. B) door teruglopende personeelsbezetting vermindering van de capaciteit van de langdurige 24uurszorg en c) het daartussen gelegen laag intensieve traject dat zo goed als wegvalt. In mijn gemeente hebben we het vanaf 2015 gehad over de “Transitie van de jeugdzorg”. Die zou gevolgd worden door een “Transformatie”; oftewel zorginhoudelijke aanpassing aan het veranderende jeugdzorglandschap. Dat die transformatie een bij uitstek zorginhoudelijk proces moet zijn is iedereen duidelijk. Dat we daaraan nog niet echt begonnen zijn ook. Juist in dat traject moet de meerwaarde van de decentralisatie naar voren komen. Maar ook de versterking van de professionele autonomie als middel om goede kwalitatieve zorg onder de nieuwe omstandigheden te waarborgen dient goed geregeld te worden. Voor de preventieve aanpak, waarin een multidisciplinaire aanpak vanuit samenwerkende maatschappelijke organisaties (school, buurt, sociaal werk, verenigingen, Centrum Jeugd en gezin) bij uitstek geschikt is, beginnen we nu langzaam de werkvormen in beeld te krijgen. Of dat ook op decentraal niveau kan voor de zeer specialistische hoog intensieve zorg mag sterk worden betwijfeld. De versnippering over ca 400 gemeenten heeft in dat verband geen positieve bijdrage geleverd.

Kabinetsformatie; surplace of begin van verbetering?

Anno augustus 2021, midden in vakantietijd, is ook de kabinetsformatie tot pauze gekomen. Na ca. 5 maanden is er nog geen zicht op hoe het verder zal gaan. Wel is van verschillende kanten gereageerd op wat hierboven kort als problematiek van de jeugdzorg genoemd is. Een belangrijk document heb ik daarbij nog niet genoemd. Het advies van de SER. De titel zegt mijns inziens genoeg: Briefadvies Jeugdzorg; van systemen naar mensen. Tien aanbevelingen voor de korte termijn. (https://bit.ly/3Cda2VO)  In dat advies staan veel zaken in die ook binnen de huidige kaders opgepakt zouden kunnen worden. Het uitgangspunt van de decentralisatie wordt zeker voor wat betreft de preventieve aspecten ondersteund. Ook wordt een pleidooi gehouden voor wat ik eerder genoemd heb de transformatie van de zorg. Die zou juist door een sterkere sociaal maatschappelijke inbedding bereikt dienen te worden. Meer ruimte (=autonomie) voor de professional en duidelijker afspraken tussen rijk en gemeente zijn de ingrediënten aangedragen voor verbetering. Ook wordt de terechte vraag gesteld of het wel mogelijk is om onder de huidige omstandigheden de complexere op een kwalitatief niveau te garanderen of dat een andere (regionale of landelijke) structuur hiervoor wenselijk is. Maar die vraag beantwoorden is aan een nieuw kabinet. De opstelling van dit SER-advies wordt door een breed draagvlak onder maatschappelijke organisaties gesteund. De 10 genoemde aanbevelingen liegen er niet om. Als die nou eens door een nieuw kabinet omarmd worden, dan ontstaat een beter toekomstperspectief. Als raadslid zou mij dat vertrouwen geven dat de noodzakelijke transformatie opgepakt gaat worden. Voor Robert Vermeiren en zijn collega’s geeft dat in ieder geval hoop op verbetering.  Maar ja, de politieke impasse die nu in Den Haag onder het mom van een broodnodige vakantie is verstopt, moet dan wel doorbroken worden. Daarvoor is toch echt wel “leiderschap” nodig.  

Uitgelicht

Een WWV-week oftewel water, wandelen en vriendschap

Deze week doe ik mijn zelfgekozen omschrijving als lange afstandswandelaar eindelijk weer eens eer aan. Gehinderd door de corona pandemie is dit al het tweede jaar dat ik geen lange meerdaagse wandeling heb kunnen ondernemen. Ik hoop toch echt dat mij dat volgend jaar wel weer gaat lukken. Het is immers een prima manier om eens los te komen van de dagelijkse sleur aan activiteiten. Nou moet gezegd deze tijd van het jaar geeft normaal al voldoende mogelijkheden om de bakens te verzetten. Het politieke seizoen staat stil (zelfs de kabinetsformatie kent een vakantie). Ook het welzijnsgebeuren maakt pas op de plaats, geen computerlessen te geven bij gebrek aan cursisten. Toch gaat het dit jaar nog weer anders. De gangbare sleur wordt aardig doorbroken; dit keer door het water.

WATER

Het valt al enkele dagen met bakken uit de hemel, de grond verzadigd. Onze hemelwateropvang loopt zelfs over. Gedurende mijn korte rondjes door het dorp zie ik dat de waterbuffers langs de route van de keutelbeek het prima aankunnen. Tja de tropische regenbuien vallen dan ook niet in mijn dorp. Ietsje verder zuid limburg in en richting Ardennen en Eifel is het echter bizar raak. De kracht van water dat een heuvel af raast valt niet te overschatten. Zeker als die buien blijven hangen en dag na dag op dezelfde plek terugkeren. Terwijl ik dit schrijf komt er enig overzicht over de gigantische schade die is aangericht. In Valkenburg schat de burgemeester de schade op zo’n 400 miljoen€. In België Pepinster vraagt men zich vertwijfelt af of het mogelijk is om dat dorp op die plek opnieuw te bouwen. Mag ik dan in Beek de dans aardig ontsprongen zijn; voor twee van mijn kinderen was dat niet het geval. Een woonachtig in Roermond kon 2,5 dag zijn woning niet bereiken omdat het riviertje de Hambeek uit zijn oevers dreigde te treden. En al woon je drie hoog, met de dreiging dat begane grond onder water komt is het er niet goed toeven. Gelukkig kon hij weer bij ons terecht. 

de roer bij Roermond, nog net in toom gehouden

De andere zoon woont in Urmond. Direct naast de Ur, normaal een zachtjes kabbelende stroom. Hij woont ook aan de rand van het zg. Grensmaas project. Dat is gestart na de wateroverlast van 1993-4. Doel daarvan is om het water van de Maas ruimte te geven als dat noodzakelijk is. Hele gebieden worden dan onder water gezet om erger te voorkomen. Nu hebben we kunnen constateren dat die planontwikkeling perfect paste op het realiseren van de preventie nodig bij hoog water.

De Ur normaal een smal rustig kabbelend stroompje nu buiten zijn oevers

Als ik de deskundigen mag vertrouwen hebben we in deze periode veel meer water gehad dan de stoutste voorspelling had laten zien. En ja, de schade is zeer beperkt gebleven. https://grensmaas.nl/uitvoering-project-grensmaas-houdt-zuid-limburg-droog/

Al die noeste arbeid heeft niet alleen een schitterend natuurgebied opgeleverd maar heeft ook bijgedragen aan de veiligheid. Dat kan natuurlijk wanneer je beschikt over een vlak uitgestrekt land. Hoe dat moet in een heuvelachtig gebied met dorpjes die precies in de kom liggen? Ieder goed idee zal daar welkom zijn. Maar je hoort ook al geluiden dat je daar niet mag bouwen (hoewel we dat eeuwen gedaan hebben) net zo min als dat buitendijks zou mogen. 

Wandelen

Wandelen is iets wat ik graag doe, al dan niet in combinatie met vrienden.

Deze week staat in het teken van de alternatieve vierdaagse. Alternatief omdat de reguliere vierdaagse niet door kan gaan vanwege Corona. Persoonlijk hou ik ook niet van die massale trektochten. Ik hou het liever beperkt en wandel door de natuur. Mijn wandelmaatjes hebben deze uitdaging ook weer aangepakt om wat gezamenlijke stappen te gaan zetten. En ja je hoeft dan niet zo ver te gaan hoor. De eigen omgeving is mooi genoeg om deze keer op keer te verkennen. En als je dat doet dan kan ik natuurlijk niet onder mijn ware aard als technologie minnende kennis vergaarder uitkomen. Oftewel, ik leg met behulp van de moderne app vast wat hoeveel en waar ik gelopen heb. Natuurlijk omdat het kan en ik mezelf na afloop weer dat noodzakelijke schouderklopje kan geven; goed gedaan, lekker gewandeld vandaag; Morgen weer? 

een moment van bezinning kijkend naar koeien in de wei

Ja graag maar dan een andere route. En zo zal het gaan gebeuren.

Vriendschap

In de zojuist beschreven wandelactiviteit kwam het water niet echt voor. De regio waarin wij liepen was gespaard. De vriendschap was wel een onderdeel. Want zo mag je het toch noemen als je met elkaar op gezette tijden een dergelijke uitdaging of dagbesteding kiest. En als die ondanks de corona de tand des tijds weet te doorstaan. Eerder deze week maakte ik een dag mee waar alle drie de WWV elementen bij aanwezig waren.

In 1970(!) kwamen een aantal Limburgers elkaar tegen tijdens een gezamenlijke studie Biologie die in Nijmegen aan de KUN werd gevolgd. Daarbij voegde zich een enkele tukker en een Gelderlander. Samen werd niet alleen gestudeerd maar werden ook andere activiteiten ondernomen. Sommigen waren zelfs zo actief dat ze gingen oefenen voor deelname aan de Nijmeegse vierdaagse. Aan die activiteit haakte ik na een oefening af, het kon me toen niet bekoren. Maar wat bleef was de kiem van een stevige vriendschap. Geen wonder de bijna dagelijkse tochtjes naar de mensa en bieb en een enkele keer naar de biljartzaal aan de joh. Huizingalaan vormden een prima basis om op te teren. Na de studie ging ieder zijn eigen weg. Gezins-en maatschappelijke carrières werden doorlopen en die ene plaats Nijmegen werd ingeruild voor een verscheidenheid aan woonplaatsen. Toch bleef die gemeenschappelijke basis. Immers op een gegeven moment (ca 2004) was een van ons zo ambitieus om het clubje weer bijeen te halen. In een lang weekend in het Belgische plaatsje Spa werden “oude koeien” uit de sloot gehaald. Het klikte wederom. Met als gevolg dat de ontmoeting nu met enige regelmaat weer werd georganiseerd. En hoe kan het anders onder biologen, een stevige wandeling met de nodige onderbrekingen om te zien wat er nu weer gevonden was en daarna een goede maaltijd en een gevuld glas. 

Met Corona kwam er een onderbreking in het ritme van onze ontmoetingen. Twee keer moesten onze gezamenlijke weekeinden worden afgezegd. Maar deze week was het dan toch weer zover. Een samenkomst bij een van ons met een wandeling. Het feit dat deze bijeenkomsten als ze er zijn na al die jaren nog zo spontaan verlopen, ja dat is voor mij een teken van echte vriendschap. En waar was deze wandeling dan, vormde die ook onderdeel van het geheel? Jazeker. Met Herkenbosch als vertrekpunt werd allereerst gelopen naar de randen van het dorp. Daar waren duidelijk nog de sporen te zien van het weer van de afgelopen periode. Akkers met gewassen waar de sliblaag als een deken overheen ligt. En even verder het water. Grote stukken ondergelopen gebied waar niet met droge voeten heen te komen is. Vervolgens zijn we gaan lopen door het natuurgebied de MEINWEG. Schitterende afwisseling van bos en grasvelden en heide in een gebied waar een oude spoorlijn nog ligt. Dit gebied staat onder druk. Vanuit België zou men graag zien dat de spoorlijn weer in gebruik genomen wordt, er ligt immers een oude afspraak vanuit de 19e eeuw. Maar je mag toch hopen dat deze natuurontwikkeling niet op basis van een dergelijk papier ruw wordt verstoord.

ondergelopen weg van Herkenbosch naar Vlodrop en pauze in de meinwegwandeling

Onze wandeling vervolgde dankzij de bezielende leiding van de gids die met lokale kennis de leuke plekjes wist te vinden.

Ik heb nog enkele wandeldagen tegoed. Maar deze WWV week neemt nu terecht al een speciaal plekje in als onderdeel van mijn blog. 

Uitgelicht

Gebruik van proefdieren anno 2021: nog steeds een noodzakelijk kwaad?

In de Volkskrant van zaterdag j.l. stond een mooi artikel over het belang van het gebruik van proefdieren bij de ontwikkeling van een coronavaccin. Het belichtte in woord en beeld de vele kanten van het gebruik van proefdieren in het moderne biomedische onderzoek. Het maakt de discussie over zin en onzin van het gebruik van proefdieren tastbaar doordat het een indringend beeld van de gangbare praktijk geeft. Juist nu, om het positief te formuleren, de verwondering aanwezig is over het snel beschikbaar komen van een vaccin tegen Corona is dat inzicht verhelderend. Het gebruik van proefdieren is niet alleen nog steeds noodzakelijk, maar het is ook omgeven met een veelheid aan randvoorwaarden. Ik vermoed dat slechts weinigen daar inzicht in hebben. De open beschrijving van het onderzoek naar vaccins bij apen dan ook op een goed moment. 

Volkskrant 10-07-2021

Het bracht mij even terug naar mijn eigen ervaringen bij het werken met proefdieren. Eerst als biologiestudent en later als betrokkene bij het (doen) uitvoeren van biomedisch wetenschappelijk onderzoek. De vanzelfsprekendheid welke nog gold bij het begin van mijn studie dat proefdieren werden gebruikt is er inmiddels helemaal van af. Maar toch is het in sommige situaties een noodzakelijk kwaad waar we eigenlijk niet omheen kunnen. Dat wordt in het artikel goed beschreven. Wat mij betreft zijn daarbij zeer overtuigend de ervaringen van de mensen die daadwerkelijk betrokken zijn bij ontwikkeling en uitvoering van de dierexperimenten. Hun aandacht voor het welbevinden van het dier getuigd van een grote zorgvuldigheid en respect jegens de betrokken dieren. De complexiteit van de ziekte welke het gevolg is van een besmetting van het coronavirus geeft aan dat voor de kennisontwikkeling een dergelijk model ook in de toekomst nog nodig zal blijven. Ondanks het gegeven dat de internationale wetenschappelijke wereld ook al zo’n dertig jaar gericht aan het zoeken is naar alternatieven voor dierproeven. Een zoektocht die door dient te gaan net zolang als de noodzaak blijft bestaan om complexe proeven met dieren te doen.

Eigen ervaringen tijdens studie

Vanaf het begin van mijn studie heb ik te maken met proefdieren. Als onderdeel van de biologische practica was het een uitstekende methode om studenten kennis te laten nemen van b.v. de anatomie van dieren. Net zo gewoon als het aanleggen van een herbarium kwamen proefdieren op de snijplank te liggen. Van mossel, kabeljauw, kreeft, kikker tot muis en rat kwamen langs. Mijn interesse gold de fysiologie. En ja de samenwerking tussen zenuw en spier werd experimenteel snel duidelijk. Dat daar kikkers als proefdieren voor gebruikt werden, in ons geval (1970-1973) met zo’n honderd studenten was nog een vanzelfsprekendheid. Toch werd op dat moment ook al de vraag gesteld waarom doen we dat zo? En, wat betekend dat voor het dier? Voorzichtig ook; kan dat niet anders? moet iedereen zelf die proef uitvoeren of kan dat misschien ook via een duidelijke film aanschouwelijk gemaakt worden? Die kentering was toen al in gang gezet. Later, tijdens mijn onderzoeksstages heb ik experimenten gedaan met rivierkreeften (endocrinologische veranderingen tijdens vervelling meten) en met muizen met erfelijke obesitas (Hormonale veranderingen als oorzaak/gevolg van obesitas).  In beide gevallen was het omgaan van dieren leidend tot zo min mogelijk stress een randvoorwaarde.  Als vanzelf maakte het hebben van respect voor het intacte dier een duidelijk onderdeel uit van het leertraject. Bij de ontwikkeling van het experiment kwamen de vraagstukken m.b.t het dierenwelzijn ook al aan de orde. De formele regelingen stonden nog in de kinderschoenen.

Beleid rondom proefdieronderzoek

 Na mijn studie ben ik in eerste instantie gaan werken met materiaal verkregen uit menselijke navelstrengen. Het belang van proefdieren kwam pas weer aan de orde toen in eind jaren ’80 vanuit het wetenschapsbeleid betrokken raakte bij het gebruik van proefdieren. De roep om minder gebruik van proefdieren toe te staan had in die jaren geleid tot ontwikkeling van een programma rondom het thema “alternatieven voor dierproeven”. In het onderwijs werd meer en meer gebruik gemaakt van instructie video’s terwijl bij het wetenschappelijk onderzoek het gebruik van in vitro systemen bevorderd werd. 

Ontwikkeling van wetgeving kwam ook tot stand. Als gevolg van de wet op de dierproeven werden en Dierexperimentencommissies gevormd (DEC’s) Onderzoeksinstituten die veel proefdieronderzoek deden hadden een eigen DEC al kon ook gebruik gemaakt worden van een onafhankelijke DEC. Als beleidsmedewerker Gezondheidsonderzoek bij de hoofdgroep Gezondheid van TNO ben ik ook enkele jaren lid geweest van een dergelijke DEC. Daar maakte ik kennis met het Biologisch Primate Research Center te Rijswijk. Binnen het onderzoek domein van TNO werd veel proefdier gerelateerd onderzoek gedaan. B.v. naar de effecten en het voorkomen daarvan als gevolg van het gebruik van zenuwgassen, de ontwikkeling van gentherapie en immunologisch onderzoek. 

Bij de beoordeling van dat type onderzoek stonden de zg 3V’ voorop: Vermindering,  Vervanging en verfijning. Is het aantal nodig? kan het anders?, kan het gerichter? Dat zijn de vragen die dan indringend worden gesteld aan de onderzoeker. Vaak leidde dat tot een bijstelling van de proefopzet of zelfs het niet ten uitvoer brengen van het beoogde onderzoek.

Dierenwelzijn

De roep om alternatieven was niet alleen krachtig en benadrukte dat minder gebruik gemaakt diende te worden van dierproeven. Ook ontstond er een grotere nadruk voor een goede nazorg. Niet altijd eindigt de deelname van het proefdier aan het experiment met een wisse dood. De kwaliteit van leven voor het proefdier na deelname speelde zeker bij het onderzoek aan primaten een grote rol. Een onderzoeksinstelling zoals TNO zal dan ook de faciliteiten in stand moeten houden in die laatste fase van het dier. De publieke druk die geleid heeft tot een vermindering van het proefdiergebruik richt zich ook op die nazorg. In Nederland heeft vooral de stichting Aap (www.aap.nl ) zich ingezet voor een betere toekomst voor exotische zoogdieren.

Kan het biomedisch onderzoek zonder proefdieren?

Alle discussie tot vermindering van het proefdiergebruik maakte het begin jaren ’90 lastig om de continuïteit van de voorziening mogelijk te maken. Vanuit wetenschappelijke kring werd nadrukkelijk aandacht voor het vraagstuk opgeëist. De KNAW dwong een onderzoek af naar de toekomstmogelijkheden van het primatenonderzoek in Nederland. Niet alleen vanwege het feit dat dit onderzoek een hoge internationale wetenschappelijke kwaliteit had. Ook omdat het noodzakelijk werd geacht voor de toekomstige ontwikkelingen binnen het biomedische wetenschappelijke onderzoek. In de late jaren ’80 werden we geconfronteerd met immuunziekten zoals Aids/HIV. In de zoektocht naar effectieve behandelstrategieën kon dat diermodel niet worden gemist.

KNAW rapport 1993 over BPRC

Wellicht bood nauwe internationale samenwerking een oplossing. Zelf mocht ik een internationale wetenschappelijke commissie o.l.v. de leidse hoogleraar John J van Rood ondersteunen die in 1993 een onderzoek uitvoerde naar de levensvatbaarheid van het BPRC van TNO te Rijswijk. De conclusies van dat onderzoek waren ingrijpend voor de organisatie. De ontwikkelingen heb ik niet in detail gevolgd. Maar in zijn geheel boden ze toch een toekomstperspectief dat nodig was voor dit soort van biomedisch onderzoek en continuïteit voor het BPRC 

Het BPRC anno 2021

Het volkskrantartikel geeft een goede, illustratieve beschrijving van de ontwikkeling en uitvoering van een dierexperiment. https://bit.ly/2UFS8K4 De beschreven experimenten konden worden uitgevoerd omdat het vaccinonderzoek niet stil is gevallen na de Aids/Hiv epidemie en de SARS uitbraak van eind 2002. Nieuwe benaderingen om vaccins te ontwikkelen kwamen beschikbaar. Een deel daarvan is reeds in een van mijn vorige blogs beschreven (zie https://bit.ly/3xxKbFn 20210520 eens bioloog ….). 

Het illustreert maar weer eens dat het ontwikkelen van een vaccin voor zoiets nieuws als het coronavaccin niet zomaar kan plaatsvinden. Een biomedische wetenschappelijke traditie en een daarop gerichte infrastructuur zijn essentiële randvoorwaarden voor succes.

Na mijn betrokkenheid van het advies over een BPRC in opdracht van de KNAW uitgevoerd ben ik niet meer betrokken geweest bij biomedisch wetenschappelijk onderzoek. Mede daardoor wellicht sprak mij dit krante-artikel zo aan. De veelzijdigheid van aspecten die erbij betrokken zijn komt in het artikel goed naar voren. Het geeft ook aan dat dit type onderzoek en het organiseren en behouden van een daarop gerichte infrastructuur werk van de lange adem is. Uiteindelijk bereik je dan wat de internationale wereld in de strijd tegen het coronavaccin heeft kunnen laten zien. Gelukkig maar, hebben we nog een kans om van dat virus en zijn vele varianten af te komen. Dus ja, ook anno 2021 is het weloverwogen gebruik van proefdieren nog steeds een noodzakelijk kwaad.

Uitgelicht

Meedoen aan het lokale politieke debat? hoe gaat dat?

Er zijn van die momenten dat je gedwongen wordt om nog eens kritisch na te denken over je eigen rol als volksvertegenwoordiger. In de afgelopen week waren er zo een aantal momenten. Zie bijvoorbeeld de confrontatie tussen Wilders en Kaag via sociale media. En het grote belang dat er gehecht wordt aan beeldvorming als onderdeel van het publieke debat. Of het onvermogen om burgers echt te betrekken bij beleidsontwikkeling en daaropvolgende besluitvorming zoals dat blijkt bij de vele aspecten van het klimaatbeleid. En ja dan hadden we ook nog een heisessie met de voltallige Raad van Beek om onze handel en wandel eens intern te bespreken. Voor mijzelf als betrokkene bij lokaal beleid zijn dit signalen voor nadere reflectie. 

Het verschil tussen meespraak en tegenspraak

Eenmaal als raadslid gekozen probeer je natuurlijk ook iets voor elkaar te krijgen. Mijn eigen ervaring laat zien dat er een groot verschil is tussen meespraak of tegenspraak (Vrij naar Herman Tjeenk Willink “Groter denken Kleiner doen”) Meespraak als vertegenwoordiger van een partij die in het centrum van het lokale bestuur staat en tegenspraak als lid van een oppositiepartij. Die rollen, want dat zijn het, verschillen in de praktijk nogal behoorlijk. Eigenlijk niet zozeer vanuit het perspectief van je eigen visie cq ambitie. Eerder vanuit de bejegening die je ontmoet in de discussie over beleidsontwikkeling treden er verschillen op. Want ja, als lid van een coalitiepartij sta je natuurlijk achter het te vormen beleid en kun je betrokken zijn bij de prille vormgeving van dat beleid. Als lid van de oppositie sta je uiteraard op achterstand, je mag pas reageren als er al keuzen zijn gemaakt. Dat is zo’n beetje de reactie die je krijgt. Dat dit een grove versimpeling van de realiteit is wordt vaak vergeten. Mede ingegeven door het verschijnsel dat politieke debat als een wedstrijd wordt bejegend en beschreven. Om aandacht te krijgen zal je in beide gevallen stevige uitspraken moeten doen, anders wordt eraan voorbij gegaan.  En daarmee hebben we een belangrijk probleem te pakken. In een tijd van polarisatie gedijt de strijd met woorden maar verliezen we het vermogen tot verbinding. De media blijven de resultaten van het debat beschrijven als een wedstrijdverslag; wie scoorde er en wie delfde het onderspit. Wij als deelnemers aan het debat zijn er ook debet aan. Juist omdat we te weinig laten zien hoe we de bereikte meerwaarde van het debat in de uitingen achteraf benadrukken. En ja ook bij mijn uitingen na afloop is dat vaker te weinig aan bod gekomen.

Het vak van een (lokaal) politicus

Waarom begin je aan een avontuur als het raadslidmaatschap? Geïnteresseerd in het politieke bestuur was ik al van kinds af aan. En ja dat verbeteringen van de leefomgeving niet vanzelf gingen wist ik ook wel. Dat meedoen een belangrijk instrument kon zijn is me gaandeweg wel duidelijk geworden. Vandaar dat ik me liet strikken door een lokale groepering. Ik zag het ook als een persoonlijke uitdaging. Lukte het me om mijn kennis en ervaring in te zetten in het verbeteren van de leefomgeving voor mij en mijn naasten? Nu, na al die jaren terugkijkend kijk ik met gedeeld plezier erop terug. Het heeft me veel gebracht en ik denk dat ik een duidelijke bijdrage aan de ontwikkeling van de Beekse gemeenschap heb kunnen leveren, anderen mogen zeggen of dat echt gelukt is. Maar dat was niet altijd eenvoudig. Het bestuurlijke jargon is niet echt toegankelijk. Wat het bestuur wil bereiken staat zelden duidelijk omschreven, laat staan dat de gemaakte afweging(en) (het wie wat waar wanneer, waarom en waarvoor) daarbij zorgvuldig vermeld staan. En ja wat kost het en wie gaat dat hoe betalen is ook niet altijd even helder. Kortom, het vergt de nodige energie om dat te kunnen doorgronden. Laat staan dat je in staat bent daarop “meespraak” of “tegenspraak” te organiseren. Dat vergt niet alleen inspanning maar is ook afhankelijk van een zorgvuldige timing. Je zult hoe dan ook die leercurve die daarvoor nodig is moeten doorlopen. En dat kost tijd. Het helpt daarbij enorm als je bereid bent om je daarin te verdiepen en dus de nodige tijdsinspanning levert. Ook als je de mogelijkheid weet te organiseren om verdiepende kennis op te doen (via zelfstudie of het volgen van bijeenkomsten) En tenslotte is uiteindelijk ook bepalend in hoeverre je in staat bent om bij het ontwikkelen en uitdragen van je standpunten de betrokkenheid met medeburgers te organiseren. Kortom alles bijeen vergt het actief raadslidmaatschap het nodige van je. Het heeft ook bijgedragen aan mijn eigen ontwikkeling, juist omdat door de jaren heen mijn inhoudelijke inbreng en betrokkenheid bij bepaalde onderwerpen gevarieerd is gebleven en zo nieuwe impulsen ontstonden. Maar als je het allemaal optelt is het zijn van raadslid, ook van een kleine gemeente, een “vak” apart. Het kan door iedereen geleerd en beoefend worden. Maar dat gaat niet vanzelf. In een recent artikel heeft de burgemeester van Maastricht dat nog eens goed omschreven.[2] Het zou mooi zijn als we in staat zijn de volksvertegenwoordiger ook adequaat toe te rusten op de rol die we nodig achten. Daar is nog wel een slag te maken. Want kijk ik om me heen dan zie ik dat de dertigers en veertigers grotendeels afwezig zijn. De dienst wordt uitgemaakt door een enkele twintiger (ambitieus aan het begin van een carrière) of veel vijftigers die het belang van de lokale overheid hebben leren kennen. Dat hiermee de representativiteit in het gedrang gekomen is moge duidelijk zijn. Maar wat vormt de oplossing?


Burgerparticipatie dringend gewenst

Het meedoen van burgers aan gemeentelijke besluitvorming staat reeds lang op de agenda. Ook in mijn gemeente Beek hebben we sinds 2011 een officiële verordening waarmee initiatieven van burgers onderdeel kunnen gaan uitmaken van besluitvorming op lokaal niveau.[1] Dat deze tot nu toe slechts een keer is gebruikt (over het bibliotheekbeleid) spreekt boekdelen. Gebruiken we de systematiek van een participatieladder[2] zoals die in bijgaande figuren staat om de gangbare praktijk te evalueren zal duidelijk zijn dat hoe lager de actie des te frequenter ze in de Beekse praktijk voorkomt. Mijn eigen partij heeft in de periode 2013-2015 geprobeerd om het instrument “Dorpsvisie” tot ontwikkeling te brengen. Daarmee zouden inwoners in staat kunnen worden gesteld om niet alleen initiatief te nemen tot planontwikkeling maar ook betrokken te geraken bij de daaropvolgende uitvoering. Beheer openbare ruimte en groenvoorziening maar ook zaken die te maken hebben met maatschappelijke ondersteuning zouden zo wijkgericht tot stand kunnen komen. Op die manier zou via “delegatie” een structurele basis gelegd kunnen worden aan de participatie van inwoners bij hun wijk. Daarvoor is helaas geen steun verkregen. Het beleid dat naderhand in 2016 onder de noemer “Burger!kracht” is ontwikkeld kent een veel incidenteler karakter. Daarbij houdt het bestuur in alle fasen de regie en kan op zijn best de fase van “Coproduceren” worden bereikt. 

Het belang van een vroegtijdige burgerbetrokkenheid

Kijken we naar de uitdaging die het klimaatbeleid en energietransitie aan ons stellen dan valt de complexiteit op. Niemand kan er omheen, wat aan maatregelen ook verzonnen wordt het zal ons allen beïnvloeden. In eerdere blogs heb ik het gehad over de noodzaak van de energietransitie. Gemeenten hebben terecht een belangrijke rol in de beleidsontwikkeling gekregen. Dat onderwerp vraagt om een gerichte betrokkenheid van burgers in alle fasen van idee tot en met uitvoering. Anders ontstaat al gauw zoiets als het NIMBY-Not In My BackYard fenomeen. Bij de ontwikkeling van plannen om te komen tot zonneweides ging dat behoorlijk mis. Nog voordat een zorgvuldig voorbereidde notitie met zoekgebieden in de raad kon worden vastgesteld, werd er vanuit een bepaalde wijk driftig tegen geprotesteerd. De coalitiefracties bleken geen stevige knieën te hebben en bij de besluitvorming kreeg de spontane actiegroep dan ook haar zin. Door een fasering van de uitvoering van het zoeken in de betreffende wijk was kennelijk de kou van de lucht. Wat zou er gebeurd zijn als het opstellen van de beleidsnotitie vanaf het begin op een hoger participatieniveau was nagestreefd? Als het niveau van samenwerken gekozen zou zijn. Ik vermoed dat de discussie op het eind een heel andere zou zijn geworden. Dat maakt het voor het bestuur van een gemeente wellicht lastiger (ja ook voor de betrokken raadsleden) maar het lijkt een noodzakelijke werkwijze te zijn wil men tot resultaat kunnen komen.

Terug naar het politieke debat

Ja ook in een kleine gemeente zal het politieke debat actief opgezocht dienen te worden. Er speelt voldoende. En daarbij zal op allerlei manieren ook het geluid van de burgers betrokken dienen te zijn. En ja dat mag natuurlijk ook verwoord worden op een dusdanige manier dat de burger het goed verstaat. Zolang maar de inzet van dat debat (de tegenspraak) er maar op gericht is de besluitvorming te verhelderen. En dat het echte debat kan worden afgerond met een verbinding. Op een dusdanige manier dat alle betrokkenen na dat debat kunnen zien dat het genomen besluit onder de omstandigheden het beste besluit is geworden. Voor wie de nu in de belangstelling staande regionale of landelijke politiek volgt zal duidelijk zijn dat het niveau van verbinding bij besluitvorming nauwelijks wordt gehaald. Dat dit twijfels oproept bij de democratische legitimatie van ons bestuur is dan niet verrassend. Maar het geeft wel een extra verantwoordelijkheid bij alle betrokkenen. Want als je het mij vraagt is er geen echt alternatief. We kunnen wat rommelen in de marge via kiesdrempels. En ook correctieve referenda kunnen behulpzaam zijn. Maar hoofdzaak is toch dat de ontwikkeling van een besluit transparanter dan nu gebeurd en dat in dat proces het verwerven van draagvlak via een gedegen uitwisseling van opties uiteindelijk de doorslag gaat geven. Voor mijzelf sprekend maakt dat het deelnemen aan een politieke gedachtewisseling ook zo boeiend om aan mee te doen.


[1]  Verordening burgerinitiatief Beek   https://bit.ly/3yCcjHD

[2] Voor toelichting zie www.participatiewijzer.nl

[2] Interview Penn-te Strake Limburger https://bit.ly/3hMKB3U en https://bit.ly/3dUfz9b

Uitgelicht

RES, IPCC, Overheid en burger zijn we nog te redden ?

Presentatie regionale energietransitiestrategieën

Vandaag op 1 juli is de presentatie van de resultaten van de Regionale Energietransitie Strategieen (RES). Als raadslid heb ik meegedaan aan de besluitvorming over ons lokale plan, vervolgens is dat opgeteld naar de regio Zuid-Limburg en vandaag worden de landelijke cijfers gepresenteerd. Vergeleken met het concept van oktober 2020 ziet het er iets beter uit. Tot 2030 is een totaal aan 54,9 terrawattuur opgenomen, aanmerkelijk meer dan de 35 die in het klimaatakkoord staat. Er is wel een verschuiving merkbaar. Per regio, maar ook qua energiebron; het aanbod aan zonne-energie loopt op terwijl de bouw van windmolens over land vertraging oploopt. 

regionale energiestrategieen in beeld

Op zich is het bemoedigend dat de planontwikkeling ambitieuzer is maar bij de uitvoering blijkt het alsnog te haperen. Zo gelast de Raad van State een milieueffectrapportage over de gevolgen van geluid en lichtweerkaatsing van windmolens op land geplaatst. En zijn de lokale uitingen van het NIMBY verschijnsel inmiddels niet bij te houden. Dat vraagt natuurlijk om actie op een hoger beleidsniveau. Maar helaas we zitten in een fase van kabinetsformatie.

Kabinetsformatie draait om de hete brij heen

In deze beginnende zomerperiode ligt de kabinetsformatie op zijn gat. Na twee informateurs (Tjeenk Willink en Hamer) gaan de leiders van de grootste partijen aan de slag om een stukkie te schrijven. Over het belang daarvan valt te twisten. Het mag geen aanzet zijn tot een regeerakkoord al is het wel de bedoeling dat het aanleiding geeft tot inhoudelijke gesprekken. Die overigens pas gaan plaatsvinden nadat een vakantieperiode is ingelast. Tja een van de betrokken fractieleiders mag dan onlangs gezegd hebben “vooruit met de geit” maar de betekenis van die uitspraak is hij kennelijk vergeten laat staan dat ernaar gehandeld wordt. We moesten tempo maken zo was het toch net na de verkiezingen van maart. Is er niet een groot probleem met de klimaattransitie, de woonmarkt, hebben we geen kansencrisis in het onderwijs en was het vertrouwen in de democratische staat van het land niet ernstig geschaad? Alle reden om tot actie over te gaan dacht ik zo. Maar nee, de grote mensenpolitiek gedraagt zich anders als het om leiderschap gaat. Ik heb natuurlijk een eigenzinnige kijk op het geheel aangezien ik al lang aanhanger ben links van het politieke midden. Daarbij probeer ik op een rationele manier mijn rol als lokaal politicus in te vullen. Maar landelijk werkt het kennelijk anders. Partijpolitieke belangen gaan voor op ….. tja eigenlijk al het andere.

Binnenhof Den haag

Crisis in de rechtstaat!

Om een beetje zicht te krijgen wat er speelt keek ik afgelopen zondag weer met belangstelling naar Buitenhof. Daar als gast wederom Herman Tjeenk Willink. Hij zit al zo’n 40 jaar in zijn rol als ondersteuner van het politieke discours maar ik kan me niet anders voorstellen dan dat de huidige situatie hem enorm frustreert. Hij en de tweede informateur schijven enorme epistels waarin de inhoudelijk belangrijke onderwerpen voorop staan maar de hele Tweede Kamer bestaat het om daaraan voorbij te gaan. We hebben de politiek toch uitgevonden om richting te geven aan de wenselijke ontwikkeling? Ik zou zeggen doe dat dan ook. En zie hoe je daarover het eens kunt worden. Maar nee. Men is volstrekt naar binnen gekeerd. En daardoor ontstaat de grootste bedreiging van de samenleving. Juist vanwege het ontbreken van een visie op de rol en functie van de overheid kalft onze democratische rechtsorde af. Hadden we niet een overheid nodig om met elkaar inhoud en richting te geven aan hoe wij allen (welke achtergrond dan ook) met elkaar samen kunnen leven in dit land? In ons systeem zitten gelukkig correctiemogelijkheden. Maar als politieke partijen enkel met hun eigen belang bezig zijn en niet kijken naar de instituties die tegenwicht moeten geven zoals de rechterlijke macht, dan is dat schadelijk voor ons democratisch bestel. De waarschuwing van de informateur wordt door de huidige politieke macht niet ter harte genomen. In plaats van de correctie van de rechter om te zetten in een oplossing roepen politici dat de rechters hun boekje te buiten gaan. Zonder dat men in de gaten heeft dat de eigen legitimiteit daarmee te grabbel gegooid wordt. En zo gaan we een zomerperiode in en blijven grote problemen onaangeroerd op tafel liggen. Als oude rot in het vak heeft HTW een mooie uitsmijter die ik van harte kan onderschrijven. De jongere generatie zit niet zo vastgeroest in de politieke strijd. Het gaat immers ook om hun toekomst. Verderop in het programma gaf de EU commissaris Frans Timmermans een mooie uitweg uit deze impasse. Waarom niet het kiesrecht naar 16 jaar gebracht?  Die stellingname kan ik volledig onderschrijven en ik hoop dat nog mee te kunnen maken maar betwijfel of daarvoor de basis in de huidige formatie gelegd wordt.

Buitenhof 28 juni 2021

Klimaatcrisis …..en door!!!

De volgende twee gasten in het programma eurocommissaris Frans Timmermans en actievoerder Marjan Minnesma van Urgenda hadden het vooral over de klimaatdoelen. De recente rapportages van de klimaatonderzoekers uit het IPCC laten zien dat we de doelen van Parijs niet halen.[1] Klimaatverandering gaat sneller dan gedacht en dreigt op hol te slaan met extreme weersverschijnselen  (brand, cyclonen, overstromingen) die vaker tegelijk gaan voorkomen, soorten die massaal uitsterven en een instabiele voedselproductie. Vanochtend in de Volkskrant[2] vraagt Eva Rovers in een opinie bijdrage zich terecht af waarom de journalistiek haar rol niet oppakt en de wetenschappelijke bevindingen niet vertaalt naar toegankelijke verhalen. Het is meer dan ooit tijd om onder ogen te zien wat op ons afkomt. En maatregelen te nemen die het tij zouden kunnen keren. Mede daarom houdt Urgenda de druk op de ketel met haar actiemiddelen. Als we de economie weten te verduurzamen, als we een verandering van het grondgebruik nastreven op een zodanige manier dat speculatie wordt tegengegaan, als we internationale afspraken maken én uitvoeren kunnen we het tij wellicht nog keren. Maar veel tijd is er niet meer. Na 6 jaar blijkt dat de overheid nauwelijks in actie is gekomen. De uitspraak van de rechter heeft niet geleid tot een intensivering van het beleid. In tegendeel moet je zeggen. De impasse bij de formatie heeft m.i. dan ook alles te maken met het niet willen accepteren van de fundamentele veranderingen die nodig zijn om onze toekomst veilig te stellen. Terecht dat Urgenda dan ook naar de rechter wil om uitvoering te vragen van de in het oorspronkelijke vonnis opgenomen dwangmaatregelen richting de overheid als er geen gevolg gegeven wordt aan de uitspraak. En ja, dat een CDA tweede kamerlid (H Bontenbal) daarop reageert met de uitspraak dat Urgenda “niet fair” is en de rechters teveel aan klimaatbeleid lijken te doen geeft goed aan in welke crisis de Nederlandse rechtstaat verkeert.[3] Zou het nog kunnen lukken met het Nederlandse klimaatbeleid?

Er gebeurt meer. Milieudefensie heeft in het verlengde van de actie van Urgenda Shell juridisch aangevochten. En weer met succes. Als gevolg daarvan gaat Shell haar eigen energietransitie intensiveren. Goede kans dat andere grote bedrijven gaan volgen. In zijn verdediging gebruikte Shell het argument dat klanten nog steeds om diesel en benzine vragen.[4] Dat raakt natuurlijk een kern maar gelijk ook de rechter aangaf is dit niet doorslaggevend voor het uiteindelijke oordeel.[5]

En individuele burger dan?

Voor mijzelf heb ik die vraag ook gesteld. Het antwoord is niet eenvoudig maar daar wordt aan gewerkt. Begin 2020 liep ik samen met een van mijn zonen mee in de klimaatmars in Amsterdam. Vanaf dat moment heb ik de geuzennaam ook omarmd die Dijkstra aan Jetten uitdeelde door deze “klimaatdrammer” te noemen. De toekomst van planeet aarde ging me niet alleen in de jaren 70 na aan het hard[6], maar ook nu. Vandaar dat ik, helaas pas in 2017, begonnen ben met het plaatsen van zonnepanelen op het dak van onze woning. En dit jaar heb ik doorgezet door mijn huidige auto te vervangen door een volledig elektrisch aangedreven exemplaar. De energiezuinige rijprincipes van “het nieuwe rijden” had ik al omarmd en grotere afstanden ga ik met het openbaar vervoer. Een reis met het vliegtuig zal ik niet meer maken. We vangen water op in grote regentonnen om het geleidelijk weer te infiltreren in de aarde. We maken zo min mogelijk gebruik van verpakkingsmateriaal en daar waar mogelijk scheiden we het afval. Door de jaren heen is mijn ecologische voetafdruk [7] groot genoeg geweest. Alle reden om de stap nu flink kleiner te maken. En door dat, met de mogelijkheden die ik heb, uit te blijven dragen, hoop ik dat het tij langzaam maar gestaag toch ten goede zal keren. Een voorbeeld doet volgen. En wie weet geeft de zomerrust ook bij onze politici een verfrissende blik. Kortom; Energietransitie is nodig, laten we beginnen.


[1] ZIE WWW.IPCC.CH

[2] Volkskrant 1 juli pag 28

[3] Telegraaf 29 juni 2021 “CDA botst met Urgenda”

[4] Zie mijn blog van 20210527 “Moet het weer over het klimaat gaan?”

[5] “Niet alleen Shell moet aan de slag na vonnis, automobilisten en consumenten ook.” Maarten Kroon, Henk Waardenaar De volkskrant 28 juni 2021

[6] Zie blog 20210218 “Een beter klimaat….”

[7] Voetafdruktest.wwf.nl

[1] https://www.vpro.nl/buitenhof/kijk/afleveringen/2021/buitenhof-27-juni-2021.html


Uitgelicht

Denken in mogelijkheden, digitale inclusie en lokale politiek?

In deze bijdrage wil ik stilstaan bij de toepassing van technologie. Hoe vanuit het denken in mogelijkheden vernieuwing van producten en diensten ontstaat. Daar is niets mis mee, sterker nog het biedt veel kansen. Maar het roept ook belemmeringen op, wellicht niet voor iedereen maar wel voor sommigen. Hoe daar een evenwicht in te vinden is de uitdaging die ik als lokaal actieve volksvertegenwoordiger nader wil bespreken.

Thema wonen

De laatste 20 jaar van mijn werkzame leven in dienstverband heb ik besteed aan het benutten van technologie ter ondersteuning van zelfredzaamheid. Dit met als motto: “de mogelijkheden benutten”. Niet stilstaan bij wat wellicht niet langer kan maar nagaan hoe de ambitie wel verwezenlijkt kan worden. Ik werkte bij een kennisinstelling voor mensen met een beperking. En als je in de gaten krijgt dat iedereen zijn eigen beperking(en) heeft, ook al wordt die misschien niet zo ondervonden, dat is de stap naar het zoeken van mogelijkheden betrekkelijk eenvoudig gemaakt. Om mijn activiteiten een beetje te richten heb ik me vooral beziggehouden met het onderwerp Wonen. Herkenbaar want dat doen we allemaal.  Maar niet iedereen zal inzien dat “Wonen” een werkwoord is. Je hebt een hele set aan activiteiten nodig om je te realiseren “ik woon”. Uitgaand van het menselijk functioneren kwam ik al gauw uit op de ondersteuning van het zelfstandig wonen. Hoe kan ik met heel mijn hebben en houden zo zelfstandig mogelijk wonen. En ja dan bereik je al gauw het thema “ondersteunende technologie”. Niet alleen de inrichting en uitrusting van de woning maar ook welke ondersteuning kan ik gebruiken (cq heb ik nodig)  bij het uitvoeren van de verschillende woontaken. Ik functioneerde in een omgeving waar ergotherapeuten werden opgeleid. Hun denkkader is geheel gericht op de relaties tussen:                                     “persoon — omgeving– activiteit”.  

woontechnologie

In de periode waarin ik begon was de digitale technologie zwaar in opkomst. Een geheel nieuw pakket aan mogelijkheden aanreikend.  Concepten als de “slimme woning” zoals door Chriet Titulaar gepropageerd deden hun intrede. 

Natuurlijk in eerste instantie voor de happy few die zich dat konden veroorloven. Maar zoals zovaak; bij gebleken succes kunnen we niet meer zonder. Het ene na het andere businessmodel verscheen, beloftes mooier en mooier. Ik werkte samen met verschillende bedrijven en onderzocht waar de noodzaak tot ondersteuning zodanig is geformuleerd dat er ook een bedrijfsmatig antwoord aan gekoppeld kan worden. Het onderzoeksresultaat daarvan heb ik kunnen formuleren in zg”comfort-modules” die bij de realisatie van de ouderenhuisvesting zijn ingezet. Praktische resultaten zijn gehaald in de regio Rotterdam (bij Humanitas) en Zuid Limburg (diverse ouderenhuisvesting) Het idee van de levensloopbestendige woning kreeg daarmee een nieuwe impuls.

onderzoeksrapport 1998

Natuurlijk heb ik in dat onderzoek gericht op de ervaringen van gebruikers. Zowel in de ontwikkelfase als na de realisatie van die woningen. En dan zie je dat het denken in mogelijkheden niet voor iedereen hetzelfde oplevert. Wat een ontwikkelaar, ontwerper of bedrijfskundige heel logisch en voor de hand liggend acht is dat voor eindgebruikers lang niet altijd. En ja als je zelf functionele beperkingen ondervindt en daar je weg een beetje mee hebt weten vinden, wordt niet iedere verandering warm verwelkomt. Het helpt dan ook niet echt als de verschillende versies van die ondersteunende technologie elkaar zeer snel opvolgen. Bij digitale technologie is dat vaak wel het geval. Dat komt natuurlijk omdat het relatief eenvoudig is om chiptechnologie toe te passen. Zeker in vergelijking met b.v. de hardware (het kastje van de telefoon of de ventilator om maar eens een voorbeeld te noemen). Maar toch, van idee naar reguliere toepassing kan best lang duren. Om een ontwikkeling van de afgelopen 20 jaar in kort bestek te typeren geldt dat we in 1998 al discussieerden over en experimenteerden met de slimme elektriciteitsmeter in een woning terwijl die nu nog steeds geen algemene invoering kent. 

Geld als de drijvende kracht achter ontwikkelingen

Toch gaat het soms snel. Zeker als financiële middelen in beeld zijn. Zo zijn veel van de vernieuwingen in ons betaalsysteem ontstaan doordat vooral banken daar het nut van inzagen. En door die betaalinfrastructuur op de markt te brengen en het gemak daarvan te onderstrepen kunnen we nu niet meer zonder. Dat geldt in ieder geval voor velen die hebben kunnen wennen aan het nieuwe systeem en het al dan niet met tegenzin weten toe te passen. Maar er is ook een vrij grote groep van mensen die niet instaat zijn deze oplossingen te gebruiken. Zij kunnen niet meer met! En als de macht van het grote getal geldt, dan delft deze groep vaak het onderspit. 

Van beroepskracht naar vrijwilliger

Met deze bagage ben ik doorgegaan ook als vrijwilliger. Zo verwonderlijk is het niet; eens een kenniswerker altijd een drang om de mogelijkheden te benutten. Ruim voordat ik gestopt ben als betaalde kracht heb ik me georiënteerd op vrijwilligerswerk. En dan is het niet vreemd als je in je eigen dorp kennis maakt met het Computer Doe en Leercentrum. Een plek waar enthousiaste vrijwilligers “ouderen aan de knoppen” brengen. Omdat het ook een sociaal actieve club is voelde ik me daar snel thuis en ben inmiddels coördinator (regelneef) en docent. Een zinvolle en leuke tijdsbesteding. Met elkaar geven we een grote variatie aan cursussen aan mensen die – ondanks hun leeftijd- vaak gedwongen worden om zich er toch in te verdiepen; die wondere wereld van de laptop en de smartfone. Vaak geïntroduceerd door een liefdevolle maar dwingende hand van de (klein-)kinderen: “alsjeblieft: voor jou een tablet, handig en die heb ik toch over”. En als dan na twee keer ondersteuning gegeven te hebben het geduld van de kinderen op is, tja dan ga je toch maar weer naar school.  En zo geven we jaarlijks een groot aantal lessen in groepsverband. Een leerzame en sociale activiteit voor alle betrokkenen. 

Wat mij dan opvalt is dat de ontwikkelingen erg snel gaan. Dat is af te leiden aan de vele wijzigingen die moeten worden ingepast in ons eigen cursusboek. Dat gaat eigenlijk maar een cursusperiode mee want we willen de informatie wel up to date houden. (en zelf ook een beetje bijblijven natuurlijk)Die aarzeling om nieuwe technologie te gaan gebruiken is een gemeenschappelijk kenmerk van de mensen die bij ons aan een cursus mee gaan doen. Ze hebben door te komen al een belangrijke hobbel genomen. Maar logisch dan toch dat de snelle veranderingen het niet makkelijker maken om je eigen weg daarin te vinden.

jaarresultaat gegeven lesblokken

De lockdown vanwege Corona en de gevolgen voor digitale ondersteuning

We hebben nu zo’n beetje de periode van de lockdown in verband met de coronapandemie achter de rug. Zoals uit bijgaand overzichtje blijkt is vorig jaar het aantal lessen dramatisch ingezakt. We hebben slechts in januari/februari en in de zomer ons ding kunnen doen. Het terugwinnen van deelnemers is dan een vak apart. Dat doen we door persoonlijk contact te leggen. En dan merken we dat dit jaartje gedwongen sociale inactiviteit bij veel mensen een behoorlijke aarzeling heeft opgeleverd om weer aan de slag te gaan. Ook een enkele vrijwilliger heeft moeite met het opstarten. Maar ondertussen is de gevestigde orde doorgegaan met het bewandelen van de digitale snelweg. Of dat nou zo zegenrijke wandeling is mag je je afvragen. Met de Corona-app van dhr de Jonge in het achterhoofd beantwoord je die vraag al gauw negatief. Maar het is onmiskenbaar dat de digitale snelweg ook in deze periode mogelijkheden biedt die ertoe doen. Wat te denken van het gebruik van videocommunicatie om zo op afstand met je dierbaren contact te onderhouden. Natuurlijk bieden we daartoe ondersteuning aan ieder die dat wenst. Daarin staan we gelukkig niet alleen getuige de nieuwsbrief van Seniorweb, de landelijke organisatie, waarbij het CDL is aangesloten. Maar feit is dat onze doelgroep daar slechts een spaarzaam gebruik van wenst te maken.

Nieuwsbrief Seniorweb 27 mei 2021

Publieke dienstverlening is toch niet voor de happy few!

Een navrant staaltje van kortzichtig klantgericht denken maak ik mee als raadslid. De limburgse gemeenten hebben voor het collectief aangepast vervoer een gezamenlijke instelling in het leven geroepen. Dit bedrijf (Omnibuzz) met een omzet van 1.330.000 ritten in 2019 zag dat aantal dalen naar 690.000 in 2020. Oftewel een daling van ruim 48%.

Dat dit voor het bedrijf een crisissituatie van de eerste orde is moge duidelijk zijn. De tijd van mindere activiteit is gebruikt om er een “slimmere’ organisatie van te maken. Voor het interne proces moge dat prima zijn. Maar onderdeel was tevens dat het betaalverkeer gedigitaliseerd is. Tja, dat is nou precies een systeem waar de doelgroep gebruikers heel veel moeilijkheden mee heeft. Niet verwonderlijk dus dat nu in 2021 nu het openbaar vervoer al twee maanden mogelijk geworden is, de klant de weg terug nog niet gevonden heeft. Deze doelgroep heeft geen eigen alternatief vervoer. Het wrange logische vervolg is dat ook dat vereenzaming verder op de loer zit. Voor mij als raadslid geldt dat wij deel uitmaken van een gemeenschappelijke regeling. Ons geluid klinkt door via onze vertegenwoordiger (wethouder) in het algemeen bestuur van het bedrijf. En met een aandeel van ca 2 % van de totale omzet doet zijn stem er niet echt toe. Zie dan maar als raadslid de frustratie over de gang van zaken om te zetten in iets positiefs.

En de eigen gemeente?

Ook rechtstreekse communicatie vanuit onze gemeente en de organisaties in het sociaal domein gaat steeds meer via de digitale snelweg. Het gemak c.q. de efficiëntie van de eigen organisatie wordt vervolgens verder gesteund door de alternatieve mogelijkheden te beperken, daarmee een zeer omvangrijke groep bewoners zo goed als uit te sluiten van de dienstverlening. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door onwetendheid. Ontwikkelaars, beleidsmakers hebben kennelijk geen idee van hoe de eigen bevolking is samengesteld als het gaat om gebruik van digitale communicatiemiddelen. Bovendien, in de praktijk gaat het niet alleen om de toegang tot die informatie maar daarnaast ook om het kunnen interpreteren van wat aan info geboden wordt.

Dat de omvang van deze doelgroep aanzienlijk is blijkt uit dit recente overzicht https://bit.ly/3wVwlMp Naar het schijnt gaat de gemeente Beek in het kader van het lokale Corona Herstelplan gericht aandacht besteden aan bovengeschetste ontwikkelingen. Besluitvorming in de raad moet nog plaatsvinden maar goed als het onderwerp wordt opgepakt.Voor een kleine gemeente als Beek kom je dan toch uit op ca 2250 mensen die laaggeletterd zijn en ca 800 met dyslexie om een voorzichtige schatting te geven.Voor mijzelf geeft deze constatering voldoende richting aan zinvolheid van mijn activiteiten. Met kennisoverdracht als middel contacten onderhouden is niet alleen plezierig maar ook nuttig en blijkt steeds weer noodzakelijk te zijn. Sociale inclusie als motto voor een lokaal bestuur is niet alleen een vrome wens, die realiseren vraagt gelijk het wonen immers voortdurende aandacht en inspanning. Dus ja, Denken in mogelijkheden, digitale inclusie en lokale politiek gaan echt wel samen! als je dat wilt.

Uitgelicht

Ja het moet weer over klimaat gaan op 20210527

Duurzaamheid en Shell

Op het moment dat ik dit schrijf is de uitspraak over het geding van Milieudefensie en Shell nog niet geweest. Toch zijn er al de nodige dingen langsgekomen waardoor het onderwerp klimaat vol in mijn belangstelling staat. Dus JA. En het zal nog wel een tijdje zo blijven. Afgelopen zondag was in Buitenhof het een van de thema’s. In een gesprek tussen Mark Van Baal (followthis) en Maarten Wetzelaar van Shell. Dit naar aanleiding van de motie op de aandeelhoudersvergadering dat het niet snel genoeg gaat met de vermindering van de emissies. Inmiddels ondersteunt 30% van de aandeelhouders die. Het beleid van Shell dat in diezelfde vergadering werd goedgekeurd gaat uit van een reductie van de olieproductie van 1-2% per jaar. Zo gaat het wel erg lang duren, nietwaar. Volgens Shell ligt het aan de gebruikers, die verstoken immers de olie en de benzine waar de CO2 bij vrijkomt. En ja Shell investeert in een proeffabriek voor waterstof productie. Daarmee zou het vrachtverkeer ondersteund kunnen worden. Maar dat is wel voor eigen risico en als het lukt komt er wel meer. De tegenspraak is vooral gericht op het trage tempo van de emissievermindering. Inmiddels is toch ook aan shell duidelijk geworden dat we zoveel tijd niet meer hebben om tenminste de klimaatdoelen van Parijs te halen. Shell kan de verantwoordelijkheid wel leggen bij de automobilist maar zonder echt alternatief kan die niet omschakelen. Hoe ging dat in de jaren ‘60-’70? Ik heb nog meegemaakt dat we onze verwarming via een kolenkachel stookten met “eerlijke anthraciet”. Maar binnen 10 jaar na de boodschap van den Uyl over de mijnsluiting was het over. Mede dankzij Shell en NAM stookten inmiddels alle huizen in Nederland hun verwarming op gas. Dus het kan wel! Een actievere houding van Shell is noodzakelijk.

oliemaatschappijen en klimaat

De activistische beleggers staan niet alleen. Inmiddels is ook het Internationaal Energy Agency zover dat er echt iets moet gebeuren. Hun boodschap is niet mis te verstaan: maak onmiddellijk een einde aan het zoeken naar gas en olievelden en bouw geen nieuwe kolencentrales meer. Alleen dan kunnen de doelstellingen van 2050 gehaald worden. Zo bereik je die echte trendbreuk. In koor gevolgd door de Nederlandse bank: Nederland loopt achter bij realisatie klimaatdoelen. En wat te denken van het CBS: Nederland trekt nog een zware wissel op de natuur. Er moet echt iets gebeuren. De belasting op CO2 uitstoot moet omhoog! (Redactioneel commentaar NRC 22052021 https://bit.ly/3wza0UK)

Bedreiging Biodiversiteit en de politiek

Die zware wissel op de natuur die Nederland trekt op de natuur is onderwerp van het gesprek met J. Terlouw, B. Ojik en M. Schulz van Hagen. Oftewel voorheen vertegenwoordigers van het politieke midden in NL (respectievelijk D66, GL en VVD). Vergeleken met 1900 hebben we nog maar 30% van de biodiversiteit over zegt Terlouw als illustratie van de ernst. Dat hij de urgentie ziet moge duidelijk zijn als je al zijn activiteiten volgt.(zie bv zijn ondersteuning van het manifest voor klimaatrechtvaardigheid  jongerenklimaat NU  Lemniscaat Rotterdam 2021 ISBN 9789047713753). Ojik stelt dat de Nederlandse politiek probeert de keuzen uit te stellen maar het wordt hoog tijd om die keuzen te maken. Schulz van Hagen stelt dat we ook moeten kijken naar de investeringen die we doen om gebruik van de ruimte voor mobiliteit gelijk te laten gaan met investering in de ecologische structuur. Zij verwacht tevens een bijdrage van nieuwe technologie om op tijd aan de doelstellingen te kunnen voldoen. Voor Terlouw het duurt dat allemaal te lang. We zullen indringender keuzen moeten maken. Juist omdat de politieke cyclus maar op 4 jaar gericht is zal het scherper moeten. Dus minder vliegen en geen steun voor het openen van Lelystad. Links heeft naar zijn idee meer gevoel voor de lange termijn klimaateffecten dan rechts.

Thunberg en Attenborough in gesprek

Oud en jong 

Onlangs zag ik een gesprek tussen twee mensen die het thema klimaat en biodiversiteit nadrukkelijk aan de orde hebben gesteld. Sir David Attenborough die met film als instrument onderzoek naar het voorkomen van dieren heeft weten vast te leggen. En in de loop van de tijd de verandering heeft gedocumenteerd.  En Greta Thunberg die als jonge activiste een duidelijke boodschap weet uit te dragen. In dit filmpje toont Attenborough respect voor de daadkracht van de jonge actievoerster. Ja, zij maakt het verschil. Zelf toont zij zich nog niet erg onder de indruk van de resultaten van haar inspanningen. We zijn er inderdaad nog lange niet..Zie tweet Greta Thunberg 12 april 2021  https://bit.ly/3wCO9LRGreta eist met haar stem terecht invloed op over de toekomst van de planeet aarde. 

Naar een eerlijke transitie

De weg naar een eerlijker energietransitie is Lang. In de jaren 60-70 was de keuze betrekkelijk eenvoudig. Voor verwarming van huizen was het zojuist gevonden aardgas een mooi alternatief. Het was van hoge kwaliteit. En omdat het milieuverschil zo groot was lagen urgentie en acceptatie dicht bijeen. Zoals gesteld in 10 jaar was het gepiept. Nu ca 50 jaar later zijn er meerdere mogelijkheden om te benutten. Maar we moeten ook constateren dat het prijsbeleid ten aanzien van energieconsumptie niet geholpen heeft om de innovatie krachtig te ondersteunen. En ja als je nu kunt kiezen tussen een veelheid van energieopties (zonne-energie, aardwarmte, kernsplijting, kernfusie, windenergie, waterkracht) voor welke optie gaan we dan? Hoe zit het met het transport of gaat dat allemaal via decentrale opwekking en eventueel opslag? Heleen de Coninck (Zie Een eerlijke transitie moet het uitgangspunt zijn. Groene Amsterdammer 18 mei 2021  https://bit.ly/3wvHzqH) klimaatwetenschapper stelt terecht dat een eerlijke transitie het uitgangspunt zijn. Zet in op maatwerk. Iedere keuze die je maakt heeft natuurlijk gevolgen voor het maatschappelijk functioneren. En net als met de verandering kolen-aardgas zijn de effecten pas over langere termijn zichtbaar. En omdat iedere keuze invloed heeft op de maatschappij is het niet meer dan logisch dat burgers betrokken worden bij de het hele traject. Juist omdat de tijdshorizon van een dergelijke verandering van de energiemix langer is dan 4 jaar (i.c. de horizon van politici) Juist in deze coronatijd hebben we dan ook een unieke gelegenheid stelt zij. In de organisatie van het herstelbeleid (na corona) kunnen we die indringende keuzen makkelijker maken en zo een “nieuw normaal” creëren. In haar voorbeeld liever CO2 opslag onder Noordzee (als tussenstap) dan extra miljarden voor KLM (waarmee we op de oude voet verder zouden gaan). Wat mij betreft een heldere boodschap.  

Ervaringen in het lokale niveau

In mijn regio Westelijke mijnstreek doen we ook aan energietransitie. Op het bedrijventerrein Chemelot is veel restwarmte. Al vanaf 2009 (!) wordt getracht een bedrijfsplan te maken om die warmte te benutten. Anno 2021 is dat nog steeds niet gelukt. De beoogde rendementen worden niet gehaald omdat de olie en gasprijs te laag is. Aan mensen kan geen alternatief geboden worden. Deze risico’s maken dat er na al die jaren nog steeds geen renderend bedrijfsplan beschikbaar is. En als er dan ook nog geen provinciale gedeputeerde is die een besluit kan nemen over een investeringsbeslissing. Tja dan…, duurt het gewoon nog even langer, toch?

Deze maand behandelen we in de raad de gemeentelijke bijdrage in het regionale energie transitie plan. De 16 Limburgse gemeenten hebben ieder hun eigen plan ontwikkeld en na afzonderlijke goedkeuring wordt er een Zuid-Limburgs nietje doorheen geslagen. Zie RESZL1.pdf.< Pogingen om burgers erbij te betrekken die zijn er wel geweest, natuurlijk alleen voor belanghebbenden. Burgers uit naastliggende gemeenten mogen dan goede inzichten hebben maar in het proces is daaroor geen plaats. Ook is bestuurlijk geen ruimte geboden (vanuit provincie en rijk) of genomen (vanuit lokale klimaatwethouders) om gezamenlijk te voorstellen vanuit meerdere gemeenten te ontwikkelen. In mijn gemeente mag vanwege de luchthaven geen windenergie gewonnen worden. Daarom zal er meer op het gebied van zonneweiden moeten plaatsvinden. Maar dat is tegen het zere been van de inwoners van een naastgelegen dorp. En zo zie je dat lokaal beleid maken niet bepaald eenvoudig is.

RES Zuid-limburg

Hoe komen we hieruit?

Tot nu toe is duidelijk geworden dat de uitvoering van de klimaatplannen zo maar over de schutting gooien van het rijk naar de gemeente niet echt werkt. Belangrijkste manco daarbij het volledig ontbreken van politiek afgestemde richtlijnen en regels. Zie maar hoever je komt. Dat kun je lokaal beter overzien. Het voorbeeld van het kabinet Rutte 3: alle woningen van het gas af te beginnen met de nieuw te bouwen, lijkt krachtig maar blijkt niet te werken. Immers de hoe vraag (welk alternatief heeft de consument?) is niet in de besluitvorming meegenomen.

En dus begint op lokaal niveau de discussie van voren aan. Met de bekende NIMBY als drager van veel commotie. Kortom, tijdens de formatie zal een duidelijke visie neergezet moeten worden. Richt je dan niet op het korte baan werk maar zet een echte verandering in gang. Bijvoorbeeld door te beginnen met een CO2 belasting. Dat werkt ondersteunend aan het reductiebeleid van de CO2 uitstoot. En geef eens aan hoe de verhouding wind, zon, warmtekracht zou mogen worden. Stimuleer experimenten met energieopslag (bv stof dat plan Lievense eens af) en bevorder door experimenten en richtlijnen het gebruik en opslag van energie in waterstof. Dat geeft vervolgens een kompas aan velen over hoe toekomstige activiteiten ingericht zouden kunnen worden.

Het stopzetten van het zoeken naar nieuwe olie en gasbronnen zoals voorgesteld door het IEA is in eerste instantie beperkt van effect. Maar het verhoogt wel de energieprijs. En daardoor geeft het eerder een vertaling van de noodzaak tot verandering naar actief handelen. Via de ontwikkeling van nieuwe energiebronnen of het verminderen van het energiegebruik. En dan is het goed mogelijk om dat op lokaal/regionaal niveau via een publiek-private samenwerking tot realisatie te brengen. Ja en dan kan de burger erop vertrouwen dat zijn mobiliteit en kwaliteit van leefomgeving ook ondersteund wordt.

Een uitspraak met historische gevolgen!

Woensdag 26 mei om 15:00 uur de uitspraak van de rechter in de zaak van Milieudefensie en Shell is gedaan. Deze blijkt historisch te zijn. Shell krijgt het rechterlijk bevel om netto 45 % CO2 te reduceren voor eind 2030. Toch wat anders dan de eigen planning van ca 10-20% over de komende 10 jaar. De eerste keer dat een oliebedrijf aansprakelijk wordt gesteld voor klimaatverandering. Het is duidelijk, het roer moet om, ook in de NL-politiek. En mooi dat we nu midden in een kabinetsformatie zitten. Kan gelijk rekening gehouden worden met deze ontwikkeling. Het is koud en nat maar wat zijn het mooie verwachtingsvolle dagen!



Uitgelicht

20210520 Eens bioloog……., altijd een fascinatie voor het leven.

Zoeken

Nu ik op een leeftijd ben gekomen waarin ik terug kan kijken op het pad dat ik gelopen heb is het niet langer verrassend. In mijn jongere jaren had ik altijd een wat beklemmende vraag; waar sta ik over pak ‘m beet 5 jaar?  Hoe zal dat zijn? Die vraag gaf mij ongerustheid en onzekerheid. Wat wordt mijn rol in dit leven? En hoe vervul ik die? Maar antwoorden kwamen er niet. Gelukkig mocht ik opgroeien in een stabiele gezinssituatie. Voor mij (en mijn broers en zussen) was het helder; eerst maar eens een goed studieresultaat op de middelbare school en dan zien we verder. En als ik niet vanzelf wist wat ik daarvoor moest doen dan werd ik daar wel tijdens de avondmaaltijd aan herinnerd. Niet dat er een duidelijke richting vaststond over wat ik later zou gaan doen. Ja, als oudste zoon was het logisch dat ik zou gaan studeren. Zelf vulde ik dat verwachtingspatroon aan met de inschatting dat het op prijs gesteld zou worden als ik iets in de medische hoek zou gaan doen. Mijn beide ouders hadden een dergelijke achtergrond en de oudere zussen hadden ook al interesse in de gezondheidssector. Maar dat opleggen dat deden zij niet, dat deed ik vooral zelf. En ik vond dat eigenlijk geen goed idee en stelde de keus wat te gaan studeren maar uit. Ondertussen zoog ik al wat buiten ons straatje gebeurde op. Vanaf de middelbare school ging ik in concurrentie met mijn vader wie als eerste de krant van de dag te pakken had. Zijn levensritme was behoorlijk vast en ik moest eerder naar school dan hij naar zijn werk. Dus die quick win van de dag werd goedgemaakt door het zetten van het kopje thee.

En Vinden

Zo rond mijn 17e begon het langzaam te dagen. Het zou ook tijd worden. Open dag van de universiteit kwam eraan. Ik moest wat. En ja als de nood het hoogst is de keus nabij. Het was de eerste keer dat het bij mij inderdaad op zou gaan. Ik weet nog goed hoe mijn gedachten afdwaalden tijdens de biologieles van dhr Mohren. Hij behandelde de fotosynthese aan de hand van een aantal complexe schema’s en grafieken. Nou ja complex, dat viel voor mij wel mee. Maar om me heen kijkend zag ik dat velen moeite hadden om het te volgen. Eigenlijk wel mooi bedacht ik; dat je iets ingewikkelds zodanig kunt doorgronden dat je die kennis aan anderen kunt doorgeven. En ja de complexiteit van het biologische leven heb ik altijd bewonderd. Ik besefte toen niet dat ik een “eureka” momentje had. Maar ik wist toen wel dat ik biologie zou gaan studeren om daarmee het onderwijs in te gaan. Dát was mijn rol, ik had ze gevonden. Daarna een zorgvuldig moment gekozen om dat thuis te vertellen, ik  kreeg een volgende, vormende verbazing. “Als jij dat wil dan moest je dat maar gaan doen” kreeg ik als reactie. En zo gingen we kort daarna naar de open dag van de universiteit toe.

Biologie als kompas

Aan de universiteit van Nijmegen, destijds de KUN geheten, heb ik de studie gevolgd. Een betrekkelijk jonge universiteit. Vakmatig gesproken had dat een voordeel, minder aandacht voor de klassieke biologie (ecologie en paleontologie) maar meer aandacht voor de moleculaire- en microbiologie. De revolutie ontketend door Watson en Crick met hun DNA en RNA was duidelijk doorgedrongen tot het lesprogramma. In mijn geval ging de interesse toch vooral uit naar de fysiologie. Hoe werkt een levend organisme en kun je via b.v. vergelijkende anatomie snappen waarom we zo in elkaar zitten als we doen? En ja de appel is ook in mijn geval natuurlijk niet ver naast de boom gevallen. Als er toen een studierichting medische biologie geweest was had ik die willen volgen. Gaandeweg de studie kwam bij mij naar boven dat ik eigenlijk nog zo weinig wist. En dat mijn zoektocht naar “hoe zit het” eigenlijk nog maar pas begonnen was. Dus wat voor verhaal had ik eigenlijk te vertellen als ik het onderwijs in zou gaan. Tegen het eind van de studie zag ik een aardig alternatief. Ik zou als onderzoeker door kunnen gaan. En met de nodige mazzel vond ik aansluitend aan de studie een promotieplek. De fysiologie van vaatwandendotheel afkomstig uit humane navelstrengen zou gedurende 5 jaar mijn thema worden. De diepte in en zelf bijdragen aan de kennisontwikkeling. En zo bleef ik op pad om invulling te geven aan mijn behoefte om kennis te vergaren. De mogelijkheden om die kennis te delen kwamen later ook langszij.

Human Genome 

Midden in de jaren 80 werkte ik bij de directie wetenschapsbeleid van het ministerie van Onderwijs en W etenschappen.  Ik richtte me op kennisontwikkeling en toepassing in de medische wetenschap. Toegespitst op de humane biologie was op dat moment van grote betekenis de ontwikkeling van het zg. “Human Genome” project. Een zeer ambitieuze poging om de erfelijke code van het menselijke lichaam te ontrafelen. Dat zou een grote investering van vele wetenschappers vergen. Anno 1990 een investering van enkele miljarden en een onderzoekstijd van enkele jaren om één kopie van het menselijk genoom samen te stellen.In diermodellen werd al druk geëxperimenteerd met wat de gentherapie zou kunnen betekenen. Maar als we die code eenmaal zouden bezitten dan zou er in de sfeer van de behandeling van erfelijke aandoeningen nieuw perspectief geboden worden.En ja wat kun je als je de volgorde van de baseparen in het DNA goed kunt lezen? Die twijfel heeft ertoe geleid dat veel onderzoek gedaan is om dat in beeld brengen van het DNA sneller en gerichter te kunnen doen.  En met resultaat! Het heeft er ook toe geleid dat wetenschappers zelf indringende vragen zijn gaan stellen. Wat kun je met deze kennis op een verantwoorde wijze doen? En ja, zijn de methoden in het onderzoek wel ethisch te verantwoorden? Bijgaand artikel beschrijft wat het project in de periode van 20 jaar heeft opgeleverd. (https://bit.ly/3f318AH)

Waar kwam dat Covid Vaccin zo snel vandaan?

In 2020 zijn we voor het eerst geconfronteerd met het Covid 19 virus. De algemene verwachting was dat het geruime tijd zou gaan duren voordat er een vaccin ontwikkeld zou kunnen gaan worden. Dankzij de kennisontwikkeling met betrekking tot het Humaan genoom is die vaccinontwikkeling in minder dan een jaar voltooid. Dit is gebeurd door het messenger RNA molecuul dat codeert voor het zg spike eiwit van het Covid 19 virus te isoleren en via een vetbolletje (pfizer) of een geïnactiveerd adenovirus (Astra Zenica) in te brengen in het menselijk lichaam. Cellen in het lichaam die het mRNA hebben opgenomen  gaan vervolgens dat spike eiwit aanmaken. Het immuunsysteem raakt hierdoor geactiveerd omdat het spike eiwit als een lichaamsvreemde stof herkend wordt. En zo ontstaat immuniteit voor het covid virus. Het Covid 19 virus is een nieuw virus en behoort tot de groep van de zg corona virussen. Deze worden reeds geruime tijd onderzocht. Juist omdat deze groep van virussen reeds goed was onderzocht bekend was kon de vaccin ontwikkeling voor Covid 19 zo snel plaatsvinden. Met als gevolg dat feitelijk binnen een jaar nadat het virus geïsoleerd is de eerste vaccins op grote schaal getest konden worden.

Het onderzoek dat geleid heeft tot de ontwikkeling van mRNA vaccinatie strategieën is in 2019 bekroond met een nobelprijs. Het is een vakgebied waarin ik me nooit heb begeven dus het antwoord hoe het zo snel tot een vaccin gekomen is kan ik alleen vanuit een algemene biologische kennis beantwoorden. Maar ik kreeg hulp. Onlangs is een boek uitgekomen waarin de reis van de prijswinnares Jennifer Doudna beschreven wordt. Het geeft een beeld van een zeer competitieve wereld. Gelijk als ware het een detective worden de verschillende stappen beschreven en gedocumenteerd. De kracht van samenwerking straalt ervan af. Een voortdurende afwisseling tussen private en collectieve financiering van onderzoek. Je kan er ook uit aflezen dat het samenspel tussen de drive van de onderzoeker (waar is die zelf naar op zoek) en het maatschappelijk belang van de nagestreefde ontwikkeling uiteindelijk bepalend is voor snelheid van de ontwikkeling. In geval van Covid 19 is duidelijk dat de pandemie vraagt om een snelle en effectieve bestrijding. En een jaar later kunnen we vaststellen dat de hooggespannen verwachtingen overtroffen zijn. Er zijn wereldwijd vele verschillende vaccins ontwikkeld die hun effectiviteit bewezen hebben. Het wonder dat we nu kunnen meemaken dank zij de inspanningen vanuit de wetenschap valt niet iedereen op zo blijkt uit de recente bijdrage van Floor Rusman in de NRC.( https://bit.ly/3osySdK

De kracht van kennis

Het lezen van de reis van Doudna bracht me weer even terug naar de periode waarin ik als promovendus zelf onderzoek deed. Ik herkende de mechanismen. Medisch biologisch onderzoeksveld is in zijn algemeenheid zeer competitief en internationaal van karakter. Gelukkig weten we in Nederland daarin goed mee te komen. Ik vind het fascinerend om te zien hoe in een periode van 20 jaar onze kennis met sprongen vooruitgegaan is en wat we ermee hebben kunnen bereiken. Het geeft mij wederom bewondering voor het “construct” leven. En het onderstreept nog eens dat we eigenlijk naarmate we meer weten, moeten onderkennen dat we nog zo weinig weten.De kracht van kennis wordt zo weer eens geïllustreerd. Maar welke kennis hebben we nodig en hoe krijgen we die beschikbaar? Vanuit de tijd dat ik betrokken was in het wetenschapsbeleid weet ik dat we zowel kennisontwikkeling nodig hebben om het te willen weten (funderend), als kennisontwikkeling gericht op een duidelijke toepassing. De drive van de onderzoeker zelf maar ook de behoefte van de samenleving of de vraag vanuit de markt zijn dan belangrijke beïnvloeders. De Covid 19 pandemie laat zien dat de kennispositie niet langer iets lokaals is. Mondiale samenwerking van wetenschappers en onderzoek financiers heeft ertoe geleid dat betrekkelijk snel resultaten geboekt zijn. Weten wanneer je moet stimuleren en hoe dat het beste gaat, in die zin is er in de afgelopen decennia wel veel veranderd. En of we dat spel in Nederland goed weten te spelen is voer voor een ander blog.

Uitgelicht

Mijn dodenherdenking 2021, inkleuring van een familiegeschiedenis.

Dit jaar heeft de dodenherdenking wederom een bijzonder karakter. Meestal ga ik naar het monument bij de Martinuskerk. Daar bereidt de stichting Herdenking oorlogsslachtoffers Beek samen met de inwoners vanuit Beek (jong en oud) een stijlvolle plechtigheid. Het is goed stil te staan bij de betekenis van deze dag. Hoe hebben wij die vrijheid gekregen/verworven?

Nu de kinderen uit huis zijn ga ik daar alleen naar toe. Dit jaar is het in zoverre bijzonder dat er geen bijeenkomst georganiseerd kan worden. Covid 19 ligt dwars. Toch ga ik naar het monument toe. Ik ben niet alleen, er zijn nog drie anderen.

Zoals ieder jaar gaan de gedachten uit vooral naar mijn vader. Hij is er nooit open over geweest, dat gesprek hebben wij nooit met elkaar kunnen voeren. Maar ik weet dat zijn oorlogsperiode een bijzondere geweest is. Hij is uiteindelijk een jaar in Innsbruck terecht gekomen. Hoe dat precies zit heb ik nooit gesnapt. Van zijn generatie is er geen familielid meer aanwezig die ik dat kan vragen. Ieder jaar komt die vraag weer op. En ieder jaar loop ik na de herdenking er met een grote boog omheen. Behalve dit jaar.

Thuisgekomen zoek ik via internet de boeken van Lou de Jong op. Mijn vader heeft ze direct na het uitkomen gespeld. En na zijn overlijden kreeg ik ze in beheer. Maar ik wist eigenlijk niet hoe snel ik er van los moest komen. Dus nee nu al bladerend opzoeken is er niet bij. Gelukkig zijn ze inmiddels integraal op internet beschikbaar. En ja daar ben ik maar eens ingedoken.

Het is eind december 1942. Er is sprake van het moeten ondertekenen van een z.g. loyaliteitsverklaring door alle studenten aan de universiteiten. Pa studeert medicijnen in Utrecht. Hij is daar in 1938 begonnen. In 1942 zal hij zijn kandidaats gehad hebben en wellicht aan co-schappen bezig zijn. Zekerheid over die gegevens heb ik echter niet. Dus ja ook hij zal zo’n verklaring moeten ondertekenen. 

Wat houdt die loyaliteitsverklaring in? 

L.De Jong Het koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog Deel 6 pag 741

Om het eens huiselijk de stellen, daar is veel gedoe over geweest. De jong omschrijft dat. Minutieus. Pa studeerde zoals gezegd in Utrecht. De rector van die universiteit was nogal op de hand van de NSB en dus de Duitsers. Hij deed dan ook veel moeite om een dergelijke verklaring erdoor te krijgen. Dit ondanks verzet van studenten en hoogleraren. Uiteindelijk tekende het hoogste aantal studenten van Utrecht die verklaring; 14 %. Aantrekkelijk gemaakt door het gegeven dat een ondertekening recht gaf op inschrijving voor het volgende studiejaar. Niet ondertekenen zou direct aanleiding geven tot een oproep tot deelname aan de Arbeitseinzats in Duitsland. De Jong schrijft dat er nogal wat indirecte druk werd uitgeoefend op de studenten. Ook familie werd benaderd en zou de consequentie van het niet ondertekenen merken zo was de boodschap.

Het geheel speelt zich af in 1943 rondom april mei. Zoals De Jong meldt zijn er wel verschillen tussen de universiteiten merkbaar. De consequenties van het NIET tekenen van de loyaliteitsverklaring was een oproep tot de arbeitsinzet in Duitsland

L.De Jong Koninkrijk der Nederlanden Deel 6 pag 758

De groep die uiteindelijk in aanmerking kwam voor de inzet in Duitsland was groter zo blijkt uit het volgende citaat. Alle mannen tussen de 18 en 35 jaar moesten zich melden.

Pa is uiteindelijk in Innsbruck terecht gekomen. Hoe dat gegaan is, is mij onbekend wel weet ik dat hij daar als niet afgestudeerd arts werkzaam geweest is in een ziekenhuis.De Jong meldt daar  in een volgend boek deze passage aan:

L.De Jong Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog Deel 7 pag 579

Naar verluidt heeft hij daar een jaar doorgebracht. De Jong beschrijft dat een vakantie/verlofregeling een onderdeel van de Arbeitsinzet was. Per jaar kreeg met één hooguit twee weken vakantie. Of dat ook gold voor de inzet van mijn vader in Innsbruck weet ik niet. Na lezing van deze bijdrage wist mijn zuster Gonny het verhaal te vertellen dat zij van onze tante had vernomen.

“  Wat ik wel weet is dat hij even terug geweest is, te voet. Geheel op, baard, vuil en niet aanspreekbaar. Heeft in Doenrade op en neer in tuin gelopen, zwijgzaam. Zijn moeder bemerkte hem: laat lopen, niet storen, hij komt wel naar binnen. Eenmaal binnen, eten gegeven. Ging wassen. Maar oma , zijn moeder voelde t goed, laat hem zelf komen…. niet storen. Na enige tijd moest hij weer terug…. waarom toch? Als hij niet ging , werd n ander vermoord….. Zo erg. Wederom moesten ze hem laten gaan…..”Gonny Mulders-Willems Mei 2021

En hij is weer teruggegaan! Hoe en wanneer hij uiteindelijk teruggekeerd is bestaat geen duidelijkheid over. Feit is dat hij in Utrecht zijn geneeskundestudie heeft kunnen vervolgen. Hij heeft zijn artsexamen gedaan en via een stage in een huisartsenpraktijk uiteindelijk begonnen als bedrijfsgeneeskundige bij Staatsmijnen DSM.

Hendrik Josef Willems arts (Harry) 1920-1983

De periode in Innsbruck heeft diepe sporen bij hem nagelaten. Dat heb ik als kind wel kunnen bevroeden. Niet voor niets zijn de boeken van De Jong en alles daaromheen door hem verslonden. Als kind heb ik nooit de gelegenheid genomen of de moed gehad dat onderwerp aan de orde te stellen. Zo was de verhouding tussen vader en zoon destijds niet. Dat het een periode is geweest die diepe sporen heeft nagelaten kon ik ook wel merken uit de spaarzame opmerkingen die familieleden in de loop van de tijd daarover gemaakt hebben.

 Inmiddels is hij al bijna 38 jaar overleden, het beeld wordt vager. Maar dat stuk uit zijn levensgeschiedenis blijft intrigeren. Voor mijzelf heeft er daardoor altijd een geheimzinnig waas om gezeten. Hoe zat dat nou eigenlijk. Ik kon er niet mee overweg. En ja, ieder jaar bij de dodenherdenking kwam die gedachte weer naar boven. Dit jaar heb ik daar maar eens een vervolg aan gegeven. Ik ben begonnen met het gericht kijken in de boeken van Lou de Jong. Geheel lezen zal ik dat zeker niet. Het staat te ver van mij af. Met wat ik nu weet is toch een noodzakelijk detail ingekleurd van de persoon die mijn vader is geweest.

Ja ik ben niet verrast dat hij die loyaliteitsverklaring niet getekend heeft. En ook dat hij de consequentie genomen heeft en uiteindelijk in Innsbruck terecht gekomen is. En misschien houdt die ervaring van dat jaar in oorlogstijd ook een basis in waarom hij uiteindelijk bedrijfsgeneeskundige geworden is. Werkers in de mijnen ondergaan nogal eens een botbreuk. Maar of dat werkelijk zijn verhaal is zal ik nooit weten. En ja er resteren nog vele vragen die onbeantwoord zullen blijven. Ging hij inderdaad via Ommen naar Innsbruck? Dat hij daar gewerkt heeft is zeker. Een huisarts gevestigd te Boxtel heeft met hem in Innsbruck gezeten. En hoe is hij teruggekomen, weer gegaan en uiteindelijk weer in Utrecht met de studie kunnen beginnen. Wat heeft hij in Duitsland gezien in die periode? En zo kan ik doorgaan. Toch ben ik blij dat Lou de Jong me een stukje van die puzzel heeft aangereikt omdat ik de moed had ernaar op zoek te gaan.

Deze ervaring heb ik opgedaan tijdens en na de dodenherdenking 2021. Gelijk ieder jaar zoek ik dan de bijeenkomst in ons dorp op. Dat zegt mij veel meer dan het kijken naar de presentatie via de buis. Ik kan me geen voorstelling maken hoe het is om in onvrijheid te leven. Het verhaal van mijn vader laat me zien hoe broos vrijheid kan zijn. Het ene moment zit je als student in de collegebanken en het andere moment ben je gedwongen ingezet ergens in een vreemd land. En dat als gevolg van een door jezelf gemaakte keuze. Of was die afgedwongen door de boodschap dat je familie de schade zou ondervinden als je anders zou kiezen? Bizar, onvoorstelbaar. Maar het kan en mag niet weer gebeuren, zoveel is voor mij wel duidelijk. Alleen daarom is het de moeite waard om er jaarlijks bij stil te staan. Opdat ik, opdat wij niet vergeten wat vrijheid is.

Aanvulling d.d. 16 mei 2021

Na het plaatsen van deze blog heb ik langs verschillende kanten nog aanvullende gegevens ontvangen die op bovenstaand blog betrekking hebben.

Via de Utrechtse universiteit kreeg ik een kopie van de studiedata en resultaten van mijn vader aan die universiteit. De volledige inschrijvingsduur kunnen zij niet meer achterhalen. Ook de periode dat hij in Innsbruck is geweest valt er niet uit af te leiden. Maar de formele data geven het volgende beeld:

Hendrik Josef Willems: 

Start studie vermoedelijk in 1938 na behalen HBS-B diploma

Kandidaats deel 1: 4-10-1940, 

Kandidaats deel 2: 15-1-1943. 

Onderbreking studie door verblijf in Innsbruck mei 1943-XXX?

Doctoraal deel 1: 19-2-1946, 

Doctoraal deel 2: 26-6-1946 

Arts deel 1: 13-6-1947.

 Huisartsstage in de Betuwe “Wijk bij Duurstede” 

 Arts deel 2: 2-7-1948.  

Na het behalen van het artsexamen ging hij eerst als waarnemer bij een huisartspraktijk te Wijk bij Duurstede aan de slag. Vlak daarna stond hij op de nominatie om als huisarts te Geldermalsen verder te gaan. Echter op de dag van de beslissing hoorde hij van zijn verloofde (mijn moeder) dat er een positie vrij kwam als bedrijfsarts bij het StikstofBindingsBedrijf van de Staatsmijnen. Hij koos ervoor om daar aan de slag te gaan en trad in 1950 in dienst. In 1963 werd hij eerste bedrijfsarts bij de staatsmijn Maurits en in 1966 werd hij Directeur van de Gemeenschappelijke Medische Dienst van Staatsmijnen/DSM. Dit bleef hij tot aan zijn pensionering in 1980.

“Een onderbelicht verleden”

Dat mijn vader tijdens de oorlog actief geweest is in Innsbruck wordt ook van de kant van diverse familieleden bevestigd. Hoe dat precies is gegaan blijft onduidelijk. Gelijk anderen die een dergelijk traumatische periode meegemaakt hebben was hij er niet spraakzaam over. Maar hij was niet de enige student die een dergelijke ervaring heeft opgedaan. L.de Jong spreekt over ca 800 studenten (geneeskunde, farmacie en tandheelkunde) die via Ommen naar Duitsland gegaan zouden zijn. In een onderzoek gepubliceerd in 2001 van H.J.Dokter, F.Verhage en J.W.M.Binneveld Een onbelicht verleden; De tewerkstelling van medisch studenten in nazi-Duitsland (1943-1945) wordt op dit gegeven nader ingegaan. Zij komen tot een aantal van 340 medische studenten die naar Duitsland zijn gegaan. In hun onderzoek hebben zij in 1998 112 ex-studenten kunnen benaderen. Op basis van verdere demografische gegevens schatten zij dat op dat moment de totale groep uit zo’n 130 personen zou bestaan.  Van 107 hebben zij respons gekregen op een uitgebreide schriftelijke enquête. Deze was gericht op hun ervaringen voor tijdens en na hun verblijf in Duitsland. Aangezien mijn vader reeds in 1983 is overleden hebben de onderzoeksresultaten slechts indirecte betekenis. Ze geven ene beeld van hoe geneeskunde studenten in Duitsland zijn terechtgekomen. Naar alle waarschijnlijkheid gold dat ook zo voor hem.

Na terugkomst in Nederland in 1945 hebben veel van deze studenten hun studie weer kunnen hervatten. Niet alle! De onderzoekers beschrijven ook dat een aantal onderworpen werden aan de zuivering door de Universiteiten. Wat dat inhield voor studenten uit Utrecht wordt niet vermeld.

Uitgelicht

Decentralisatie Jeugdzorg een goed idee, tenminste als er knopen bij de kabinetsformatie worden doorgehakt.

Soms kun je aan een ontwikkeling niet ontkomen. Nee, ik schrijf nu niet over de kabinetsformatie. Ook heb ik het niet over de Koningsdag van deze week. Noch wil ik ingaan op het weer los gaan op de terrassen. Nee, als lokaal actieve politicus ben ik de afgelopen dagen getriggerd door enkele artikelen over de Jeugdzorg. Zowel NRC[1] en de Volkskrant[2] schrijven daar indringende artikelen over. En in het blad Binnenlands Bestuur is als het ware een feuilleton te lezen over de (financiering van) de jeugdzorg[3]. Gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Dit als onderdeel van de zg 3D’s oftewel de decentralisaties van de WMO, de Participatiewet en de wet op de jeugdzorg. Van deze drie is de wet op de jeugdzorg de meest weerbarstige gebleken. Vandaar dat ik me deze week daarop richt. 

Ontwikkeling Jeugdzorg op lokaal niveau

Met de aansturing van de jeugdzorg op lokaal niveau is de zoveelste verandering in dit domein gekomen. Immers vlak voor 2015 zijn de Centra voor Jeugd en Gezin gevormd en op de een of andere manier moest dat weer ingepast worden in een nieuw te vormen structuur. De redenen voor de decentralisatie waren divers. Nationale en Provinciale beleidsbetrokkenheid werd overgeplaatst naar de gemeenten. Die konden – tenminste als ze zelf groter van omvang werden – beter in staat geacht worden een cliëntgerichtheid benadering uitvoeren. De nadruk op de eigen kracht van het cliëntsysteem die in het beleid verankerd werd maakte een efficiënter systeem mogelijk. Via een nieuw “objectief” rekenmodel werden dan ook vanaf het begin bezuinigingen door het rijk ingeboekt. Dat nieuwe rekenmodel hield geen rekening met de historisch gegroeide situatie. Voor mijn gemeente Beek, net als veel anderen in Zuid Limburg hield dat een fikse korting van het budget in.

jeugdzorg anno 2016 zoals weergegeven in het gemeentelijke beleidskader

Voor deze nieuwe complexe taak had de gemeente tot dan toe geen duidelijk ambtelijk apparaat opgesteld. Het allereerste beleidsplan werd opgesteld in samenwerking met de andere gemeenten in de regio Westelijke Mijnstreek. De complexiteit van de organisatie is goed te zien in onderstaand schema uit het beleidsplan Jeugdhulp 2015-2016. Dit leidde ertoe dat een geheel nieuwe infrastructuur opgebouwd moest worden waarmee een zorgvraag herkend en via ondersteuning beantwoord kon worden. Mensen en informatiesystemen moesten beschikbaar komen. Centraal aan het idee van het rijk was dat op lokaal niveau waar mogelijk de krachten gebundeld werden. Een kleine gemeente kon onmogelijk de inkoop organiseren. De 16 Z-L gemeenten deden dat samen via de centrumgemeente Maastricht. 

Grip vanuit de gemeenteraad

Meerwaarde van de nieuwe benadering zou gerealiseerd worden als vanaf het begin integraal werd gehandeld. Onder de noemer 1Gezin 1Plan 1Regie zouden de vele noodzakelijke activiteiten op cliëntniveau met elkaar kunnen worden verbonden. Die integratieve benadering maakt een betere dienstverlening mogelijk. Om dat vanuit de startsituatie te bereiken is allereerst een transitie naar de nieuwe structuur nodig. Hoe bereik je continuïteit van zorg is dan de vraag. Zo snel mogelijk gevolgd door een transformatie naar een nieuwe manier van werken volgens de genoemde integrale benadering. Dat traject begeleiden vanuit de raad van een kleine gemeente is eigenlijk niet te doen. De eerste jaren heeft het simpelweg ontbroken aan de benodigde stuurinformatie. De klap kwam iedere keer bij het vaststellen van het tekort in de jaarrekening. Ondertussen was duidelijk dat er veel inzet geleverd werd (moest worden) aan het opbouwen van een infrastructuur nodig om de regie te kunnen voeren. Wijkteams zijn ingericht. Echte voortgang werd maar langzaam bereikt. De politieke inzet van mijn fractie was gericht op het bouwen van een samenwerking tussen professionals en gemeente; rekening houdend met de aanwezige deskundigheid. Onderliggend doel daarbij was dat zo ook de zorgorganisaties medeverantwoordelijk worden gemaakt voor het realiseren van een transformatie in de zorgverlening. Zij hebben immers de deskundigheid om in te schatten hoe betere dienstverlening – rekening houdend met de doelen van de noodzakelijke transformatie – gerealiseerd kunnen worden. Echter de gemeente – in samenwerking met de regio koos ervoor om eerst de aandacht te schenken aan het opbouwen van een interne organisatie. Ondertussen loopt de dienstverlening door. Tot het jaar 2019 werd bij het opstellen van de gemeentebegroting uitgegaan van de te lage cijfers vanuit de rijksvergoeding. Dat resulteerde keer op keer tot tekorten. Pas met de begroting van 2019  werd begonnen met het begroten van de werkelijk gemaakte kosten in het voorafgaande jaar


Reikwijdte van de lokale aansturing

De start van de decentralisatie markeert ook de ontwikkeling van een groter beroep op de jeugdzorg. De redenen daarachter zijn divers. Door de transitie ontstaat een andere, geringere vorm van sturing, de uitvoeringskosten nemen toe, door een versnippering aan de kant van de aanbiedende partijen ontstaat inefficiëntie maar wellicht is nog de belangrijkste reden dat een toenemend aantal jongeren ondersteuning nodig heeft en die in eigen kring (gezin, buurt) niet kan krijgen. Met de kostenstijging die daar het gevolg van is houdt het rijk geen rekening. 

Zoals te verwachten is de Beekse situatie niet uniek. Alle gemeenten hebben moeite om deze overgang goed in te richten. De budgettaire problemen blijven vragen oproepen over de reikwijdte van de Jeugdwet. Regelmatige publicaties over b.v. de jeugd GGZ (24 uurs opvang) geven voeding aan de gedachten om met name de intensieve jeugdzorg anders te organiseren. Vandaar dat in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten naar oplossingen gezocht wordt. In een advies van de Expertgroep Reikwijdte Jeugdhulpplicht “de kracht van wijd reiken” van sept 2020 wordt een analyse gegeven van de huidige stand van zaken.[1] Het uitgangspunt voor de vorming van de jeugdwet wordt daar nog eens nadrukkelijk onderschreven. Aanpassing in de reikwijdte is niet nodig. Wel wordt het noodzakelijk geacht dat nu geïnvesteerd wordt in de transformatie tot een echt cliëntgerichte benadering. Het advies wordt omarmd en geeft aanleiding voor de VNG een Norm voor Opdrachtgeverschap Jeugd voor gemeente en regio op te stellen.

advies van Expertiseteam Reikwijdte jeugdhulpplicht; Commissie Sint 2020

Ontwikkelen inkoop vanaf 2022

De ervaringen met de jeugdzorg hebben aanleiding gegeven tot een beleidskader 2019-2022 op te stellen. Daarin staat niet alleen hoe de inkoopproblematiek goed geregeld kan worden maar ook hoe de transformatie van de jeugdzorg naar een nieuwe werkwijze vormgegeven kan worden. In het webinar dat ik net als alle andere raadsleden uit de 16 deelnemende gemeente mocht volgen stond de uitwerking van dit beleidskader centraal. Ingaande 2022 zullen met de dienstverlenende organisaties nieuwe contracten worden afgesloten. Bij de voorbereiding daarvan is dan terecht veel aandacht voor de kaders die door het NvO advies worden gegeven. De aanbestedingsprocedure die zo wordt voorbereid heeft naast een financiële doelstelling ook als doel om te komen tot minder contractpartners. Nu zijn zo’n 200 grotere en kleinere organisaties (waaronder veel ZZP’ers) actief. Beheerstechnisch maakt dat het tot een lastig geheel. 

Norm voor opdrachtgeverschap Zuid-Limburg 2020

Tijdens het webinar blijkt dat er nog heel veel energie gestoken moet worden in het ontwikkelen van een goed monitoringssysteem. Daarnaast staat overeind dat een aanzienlijk deel van de toestroom tot de jeugdzorg niet rechtstreeks via de ingestelde wijkteams verloopt maar dan de huisartsen verantwoordelijk zijn voor een belangrijk deel daarvan. Met de detachering van Praktijkondersteuners jeugdzorg bij de huisartspraktijk is een begin gemaakt met de samenwerking maar er zal nadrukkelijk meer moeten gebeuren.

Ook het betrekken van andere personen en organisaties die zicht hebben op de ontwikkeling van de jeugd bij de activiteiten van de jeugdzorgteams behoeft nadrukkelijke aandacht.  School, ggd, maatschappelijk werk, (sport-)verenigingen kunnen in het kader van preventie met eenvoudige middelen veel bereiken en daardoor toekomstige intensievere zorgvormen voorkomen. 

Aanbesteden en transformeren gaat dat samen?

Voor een aanbestedingsprocedure die nu echt werk moet maken van het ondersteunen van de transformatie duurt het mijns inziens wel erg lang voordat de verbinding met deze sektoren gemaakt wordt. Veel logischer zou het volgens mij zijn als ook in deze fase een intensief contact gelegd wordt met de professionals en de maatschappelijke organisaties om nu reeds inzicht te krijgen in de wijze waarop zij mede kunnen inzetten op de beoogde transformatiedoelen. Om het eens heel plat te zeggen, de nadruk op de inkoopcondities is terecht als je heel scherp hebt wat je wil hebben. Maar dat vereist wel dat je inzicht hebt in hoe die nieuwe producten tot stand kunnen komen. Met andere woorden, Als je innovatie wil hebben zal de ontwikkeling daarvan toch in nauw overleg zorg/dienstverleners moeten regelen. 

Maar misschien is het nog ingewikkelder. We hebben kunnen constateren dat een verschuiving heeft plaatsgevonden van de intramurale zorgvormen naar de ambulante dienstverlening. Daaraan gekoppeld een proces van vergroting van de diversiteit van de soorten hulp die geboden wordt. Maar is dat wel een terechte tendens. Van allerlei vragen die spelen bij de ontwikkeling van jongeren een zorgvraag te maken die aangevat wordt via inzet van professionals, is dat wel een terechte ontwikkeling? Ingegeven door een langdurige tendens in de Nederlandse samenleving gericht op individualisering. Is het idee achter de decentralisatie van het jeugdbeleid naar een lokale overheid toe niet de meest wenselijke stap om een duurzame ontwikkeling van onze jongeren te borgen. Indachtig het oude Afrikaans gezegde: It takes a village to raise a child. Als dat nog steeds opgaat zal de inkoopstrategie niet alleen gericht moeten zijn op een beter beheer van de middelen maar ook zich dienen te richten op de effectieve inzet ervan. En dat kan niet zonder directe betrokkenheid van de personen en organisaties die die nieuwe werkwijze moeten uitvoeren. 


Naar een houdbaar financieel kader?

De financiële en organisatorische problemen van de jeugdzorg zijn nog lange niet opgelost. De meest schrijnende gevallen doen zich daarbij voor in de sfeer van de jeugd GGZ (zie artikel NRC/Volkskrant). Het financiële probleem wordt al langer aangekaart. Nu het kabinet demissionair is durft het de echte knoop niet door te hakken. Tot op dit moment is er discussie tussen gemeenten en het rijk over de vergoeding. Alle gemeenten tezamen genomen komen op jaarbasis ca 1,6-1,7 miljard € tekort. Het huidige demissionaire kabinet is bereid tot 660 miljoen € te compenseren voor 2021!  Een structurele oplossing is tot onderdeel van de kabinetsformatie gemaakt. De discussie over de reikwijdte speelt dan opnieuw. Een recent advies van de stuurgroep Sint “Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet” ingesteld door Rijk en VNG schetst daar een aantal fundamentele keuzen[1]. Naast de constatering van een grote diversiteit in de kosten die gemeenten per jongere maken en de beperkte sturing op de kwaliteit van zorg wordt ook de afbakening tussen de reikwijdte van de jeugdwet en de beleidsvrijheid van gemeenten aan de orde gesteld. Een aantal scenario’s wordt geschetst. In ieder geval dient gekeken te worden naar de medische verwijsroute. Willen de gemeenten hun (budgettaire) verantwoordelijkheid waar kunnen maken dan zal hier een bijstelling in nodig zijn. 

Ten aanzien van de specialistische jeugdhulp en of de jeugd-GGZ is het mogelijk om te bezien of dat niet beter op regionaal of zelfs landelijk niveau belegd kan worden. Deze gelukkig beperkter voorkomende zorgvormen zijn zodanig specialistisch dat het zeker voor kleinere gemeenten enkel een niet te dragen kostenpost is die zij niet kunnen beïnvloeden


beleidskader jeugdhulp zuid-limburg 2019-2022

De wet gaat nu uit van een jeugdhulpplicht gelegd bij de gemeente. Dit volhouden met een open-eind financiering lijkt me niet te doen. Indien er onvoldoende geld bij kan komen resten er enkele opties; de gemeente is enkel uitvoerder binnen de door het rijk gestelde financiële kaders of zij moet in staat gesteld worden om prioriteiten te stellen. Dat laatste leidt ontegenzeggelijk tot een verschil in de uitvoering van de jeugdwet op regionaal niveau. Maar is dat niet een logische consequentie van een gedecentraliseerde wetsuitvoering? Biedt dat niet de mogelijkheden om inderdaad gericht in te spelen op de lokale maatschappelijke infrastructuur.

Hoe nu verder?

Die lokale ambities geformuleerd vanuit het perspectief van de jeugdige zelf vormen terecht het uitgangspunt van het nu in uitvoering zijnde jeugdhulpkader voor de gemeenten van Zuid-Limburg. Zie ook het beeld aan het   beleidskader is gekoppeld.  Zo eenvoudig ook zo in het algemeen is geformuleerd, zo lastig is het ook te realiseren, dat hebben de afgelopen jaren sleutelen aan de uitvoeringspraktijk laten zien.

Voor mij is het inmiddels wel duidelijk. Het domein Jeugdhulp zal nog wel de nodige aandacht vragen de komende jaren. Drie zaken kunnen wat mij betreft beter geregeld worden; a) breng eenheid in de toegangsroute op lokaal niveau zodat duidelijk zicht ontstaat op het totaal, daarvoor zal wetswijziging nodig zijn. b) maak werk van een beheer functie die tevens zicht heeft op de kwaliteit. Daarbij kan een onderscheid tussen lokaal niveau en regionaal niveau (complexe zorg en jeugd GGZ) nodig zijn. c) los het structurele financiële knelpunt op.  Ik hoop dat bij de kabinetsformatie van 2021 noodzakelijke keuzen gemaakt kunnen worden zodat in de periode 2022-2026 op gemeentelijk niveau werk gemaakt kan worden van een goede integraal afgestemde jeugdzorg. Want ook in Beek (en andere gemeenten) geldt: it takes a village to raise a child.

[1] Stuurgroep Maatregelen Financiële beheersbaarheid jeugdwet. 20210408  

[1] De kracht van wijd reiken. Advies van VNG Expertiseteam Reikwijdte jeugdhulpplicht. VNG Sept 2020

[1] https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/23/hoe-marieke-en-haar-zoons-niet-door-jeugdzorg-werden-geholpen-a4040900#/handelsblad/2021/04/24/%23101

[2] Charlotte Huisman. De Volkskrant 20210427 In de jeugdzorg schiet de hulp die het hardst nodig is tekort

[3] Yolanda de Koster Binnenlands Bestuur: 20210415 Wrang en beschamend, 20210420 Meerderheid gemeenten past “boekhoudtruc” jeugd toe, 20210422 Gemeenten krijgen ruim 600 miljoen extra voor jeugd, 20210423 Nieuw kabinet moet reikwijdte jeugdwet bepalen. 

Uitgelicht

Verbroken verbinding burger — overheid.

In deze dagen kan ik er eigenlijk niet omheen. Als maatschappelijk actieve burger die op lokaal niveau politiek actief is voel je dagelijks dat er iets niet klopt. In de relatie tussen burger en overheid. Mij boeit dan vooral de analyse hoe we in deze situatie terecht gekomen zijn en liefst ook nog hoe van hier verder kunnen gaan. En vanuit mijn interesse lukt het om dat op drie niveaus te bespreken; Landelijk, provinciaal en gemeentelijkdoor Nederland. 

Landelijk

De verbroken verbinding zoals in de titel van dit blog gemeld is op nationaal niveau goed te zien aan het resultaat van de tweede kamer verkiezingen. Inmiddels hebben we daarin 17 partijen vertegenwoordigd, waarvan slechts 6 met een fractie van 9 of meer leden.

Met een fractie van een zo beperkte omvang is het niet mogelijk om je goed te verdiepen in de ontwikkeling van het beleid en de formulering van goede wetten.  De paar debatten die na deze verkiezing zijn gehouden laten zien dat de gedachtenuitwisseling ook niet goed verloopt. Een sterk versnipperde discussie ontstaat. In zichzelf leidt dat ertoe dat de macht van de zittende coalitie groter wordt. En als je dan ook nog een coalitieakkoord hebt dat werkt als een strak keurslijf dan heb je alle ingrediënten die ervoor zorgen dat die verbroken verbinding in stand blijft.En aan de commotie rondom het Coronabeleid kunnen we zien dat het draagvlak voor de gemaakte beleidskeuzen verder afneemt. Speerpunt in de bestrijding van de Corona Pandemie is de gezondheidzorg. Maar vanwege de effecten op economisch en maatschappelijk gebied is er een toenemende behoefte aan een verbijzondering van het beleid. En zoals dat in de Nederlandse consensus gedreven samenleving gaat leidt dat tot een verhoging van lobbyactiviteiten door een groot scala aan belangengroepen. Dat was eigenlijk altijd al het geval maar nu, in een tijd waarin iedereen toegang heeft tot de media, gebeurd het lobbyen openlijk. Een beetje actiegroep, of het nou professionals in de zorg zijn of een spontane verzameling boeren of een groepering moeders of vul zelf maar in, weet al gauw nationale belangstelling op te roepen via de (sociale) media. En als je dan in een periode leeft waarin ook nog eens landelijke verkiezingen zijn dan heb je alle ingrediënten te pakken voor een niet te stoppen kakofonie van meningen. En ja zoals we nu kunnen constateren gaat dat – na een verkiezingsuitslag- gewoon door. 

Provincie Limburg

Ook op provinciaal niveau is het verschijnsel van een verbroken verbinding waar te nemen. Ik woon in de provincie Limburg en daar maken we nu een heftige crisis in de politiek mee. Op basis van wat is gaan heten de “IKL-Affaire,” blootgelegd door journalisten van de NRC. Het gaat in het kort over een oud-gedeputeerde die in zijn nieuwe hoedanigheid via zijn partijgenoten op onduidelijke wijze veel opdrachten kreeg toegeschoven. Met als gevolg het aftreden van twee gedeputeerden van CDA huize. In de daaropvolgende discussies met als doel “hoe heeft dat allemaal kunnen gebeuren” zijn vervolgens de overige gedeputeerden opgestapt. Zij meenden een zodanig gebrek aan vertrouwen te mogen vaststellen zodat zij niet verder konden gaan. Als klap op de vuurpijl nam vervolgens de gouverneur het besluit om zijn ontslag in te dienen. Immers hij is verantwoordelijk voor het gevoerde integriteitsbeleid en de mate van twijfel die daaraan gesteld werd was net iets te veel. De leden van provinciale staten maakten een zwaar punt van het thema “Transparantie van beleid”. Ondanks de vele vertrouwelijk in te zien stukken (25 ordners) en de op de vooravond van het debat ingeleverde 52 pagina’s met beantwoording van vragen kreeg men onvoldoende helder wat er feitelijk gebeurd was. Nou speelt nog mee dat het college een zg “extraparlementair” college was. Dat wil zeggen de statenfracties waren er niet aan gebonden er was enkel een collegeakkoord en de collegeleden zijn aangezocht als beleidsdeskundige. De zo nagestreefde onafhankelijkheid zou betere condities voor een goed beleid voor Limburg creëren. Het achterliggend motief voor een dergelijke benadering heeft veel te maken met wat in 2013 beschreven is als “de vriendenrepubliek”. 

Het Limburgse provinciale bestuur wordt daarin beschreven als een “ons kent ons” verzameling van betrokkenen die elkaar -via opdrachten- de bal toespelen. Het streven naar een grotere bestuurlijke integriteit gekoppeld aan een toegenomen transparantie was aanleiding tot de vorming in 2018 van een extraparlementair college. Dat cultuurveranderingen gaan langzaam blijkt wel uit deze recente ontwikkeling. De breuk met het college is nog vers. De gouverneur heeft gezegd dat hij uit oogpunt van continuïteit van bestuur nog maximaal een half jaar aanblijft. Maar de vorming van een nieuw college moet nog geïnitieerd worden. Het vertrouwen van de Limburgse burger in haar regionale overheid was al niet groot. Dat herwinnen is nu een nog grotere tour du force geworden.

Gemeente Beek (lb)

Het derde niveau waarin de relatie burger -overheid centraal staat is de gemeente. Als fungerend raadslid vanuit een lokale politieke groepering (Progressief Beek) maak ik dit geruime tijd mee. Ik zit nu in het 14e jaar. Best lang eigenlijk. En ik heb dan ook meerdere burgemeesters zien langskomen (3 benoemde en twee interim), twee samenwerkingscolleges waarvan een met betrokkenheid vanuit mijn eigen partij en een als lid van de “oppositie”, en uiteraard een groot aantal college en raadsleden. 

De Bestuurscultuur in Beek is in die periode ook veranderd. Beek is een kleine gemeente met ca 16000 inwoners met een deels stedelijke en deels landelijke karakteristiek. Maar bovenal is het te typeren als een behoudend / conservatief dorp. Dat merk je ook in de opstelling van het bestuur. Vernieuwingen worden uiteindelijk wel doorgevoerd maar het duurt best lang. Voor steeds meer zaken wordt het belangrijk om in samenwerking met anderen de beleidsontwikkeling te doen. Voor de bestuurders leidt dat ertoe dat veel initiatieven eerst moeten worden afgestemd met collega’s van andere gemeenten alvorens men zelf met beleid naar de Raad toekomt. Deels begrijpelijk maar deels ook moeilijk te verantwoorden. Bij de vorming van de huidige coalitie heeft men geprobeerd een raadsbreed gedragen akkoord vast te stellen. Dat is niet gelukt omdat de fundamentele discussies die daarvoor nodig zijn uit de weg gegaan worden. Die hadden te maken met onderwerpen als: hoe betrek je zorgprofessionals bij de beleidsontwikkeling in het sociaal domein, of: welk beleid voer je ten aanzien van de regionale luchthaven MAA die grotendeels in het gebied van de gemeente ligt. De laatste jaren leiden discussies in de raad – als ze al gevoerd kunnen worden – niet tot een open gedachtewisseling maar wordt het frame “coalitie – oppositie” feitelijk in stand gehouden. In dat verband heb ik meerdere malen dankbaar gebruik gemaakt van de inzichten van Herman Tjeenk Willink zoals die ze in het boekje “groter denken kleiner doen” heeft opgeschreven; “in een vertegenwoordigende democratie is het open politieke debat in de volksvertegenwoordiging, met argumenten en tegenargumenten, belangrijk. Het draagt bij aan de vorming van de publieke opinie en maakt de uitkomst van het debat aanvaardbaar, ook voor degenen die die uitkomst betreuren “kortom er is serieus naar gekeken”. Maar dan moet het debat wel gevoerd kunnen worden.


H.Tjeenk Willink “Groter denken kleiner doen” Prometheus 2018 pag 31

Gemeenschappelijke kenmerken?

Op alle niveau’s zoals hierboven beschreven speelt de toegenomen complexiteit. Of het nou komt door de bevolkingsgroei (een land met 17 miljoen mensen op een kluitje), de druk op het gebruik van de ruimte, de hogere informatie-uitwisseling, de opkomst van sociale media het draagt allemaal bij tot het ingewikkelder worden van beleidsontwikkeling en -uitvoering.

In de voorbereiding van het beleid maar ook in de uitvoering wordt ongelofelijk veel gewerkt met communicatie strategieën. Het aantal overlegtafels waar ik beroepshalve als kenniswerker aan het deelgenomen heb ik niet bijgehouden maar het waren er vele. Soms met een duidelijke vertaling naar het beleid maar veelal was het resultaat niet echt herkenbaar in de gemaakte beleidskeuzen. En ook bij de uitvoering van het vastgestelde beleid (op welk van de drie hierboven genoemde niveau’s dan ook) gaat het gewoon door met symposia, werkbijeenkomsten, folders, youtube filmpjes en wat dies meer zij om het beleid aan de mens te brengen. Geen wonder dat er een markt is voor communicatieopleidingen. Maar of het echt helpt om draagvlak voor de gemaakte keuzen te verwerven dat valt te betwijfelen.  Met zoveel argumenten moet rekening gehouden worden, al dan niet gesignaleerd door een actiegroep, dat het niet verrassend is dat de bestuurders er niet echt uitkomen. Men hoort het aan maar luistert niet. De reflex van die bestuurders dat men meer in stilte gaat werken, noem het de achterkamertjes. En dat een ondoorgrondelijk construct van regels wordt opgesteld om de handelwijze te verantwoorden. Dat is wat er nu te constateren valt.

Nu is de bom op landelijk niveau gebarsten. Het zinnetje “Pieter Omtzigt, functie elders” was de druppel die de emmer deed overlopen. Op provinciaal niveau de constatering dat een ex-gedeputeerde via een nog niet doorgrond web van stichtingen, zijn eigen inkomen opplust. In beide gevallen is de reactie een roep om maximale transparantie. De onderste steen moet boven. En ja bij de zoektocht naar die onderste steen kom je veel tegen. En nu maar hopen dat de juiste gevolgtrekking genomen wordt.

Hoe nu verbinding herstellen?

Persoonlijk vind ik het heel terecht dat op landelijk niveau een tussenstop gemaakt wordt via een informatiestap met Herman Tjeenk Willink. Ja hij loopt al wat langer rond. En hij heeft het al vaker gezegd. Maar misschien zijn we nu beter in staat om te horen wat hij over de rol van de politiek heeft gezegd. Een paar citaten uit zijn vlugschrift Groter Denken Kleiner Doen.

“ in het politieke gaat het om de visie op de maatschappij”, “het verdelen en toedelen van waarden hoort bij uitstek onderdeel te zijn van het politieke debat” , “burgers, uitvoerders en rechters dragen bij aan het politieke”  en tenslotte ”Alleen door rekening te houden met de werkelijkheid waarin burgers hun initiatieven ontplooien, uitvoerders hun werk verrichten en rechters tot een uitspraak komen zijn politici in staat hun eigen, zelfstandige functie te hervinden

Als ik dit zo zie en loslaat op het gedrag van politici op de verschillende niveau’s dan constateer ik toch een groot verschil tussen het huidige “Ist” en het door HTW geformuleerde “Soll”. Dan is de roep om een nieuwe bestuurscultuur zoals die inmiddels door velen onderschreven wordt bepaald niet onlogisch. Maar wat in 40 jaar ontstaan is verander je niet in het oogwenk van een formatie. Zeker ook niet als niet begrepen wordt dat die andere cultuur een andere vorm van leiderschap vraagt. 

Ik prijs mijzelf gelukkig dat ik noch mijn verwanten direct slachtoffer van het handelen van de huidige overheid geworden ben. Het gevolg van meer geluk dan wijsheid. Het stelt mij in staat om met enige verwondering te blijven kijken naar wat er gaande is. En in mijn rol als lokaal politicus met een toenemend ongeduld te zoeken naar de hefbomen die de noodzakelijke verandering mogelijk gaan maken. De verbroken verbinding weer herstellen.  Luisteren naar de burgers van Beek is dan het eerste wat me te doen staat. Een richtinggevend perspectief voor de nabije toekomst dient daar het gevolg van te worden. En dan opnieuw aan de slag.

En voor de het niveau van provincie en rijk blijf ik toch maar de zich verbazende toeschouwer die met belangstelling de ontwikkelingen volgen zal. Ik vermoed dat ik nog genoeg aanleidingen zal vinden om volgende blogbijdragen te gaan schrijven. 

Uitgelicht

Het trage vaccinatietempo van NL

Er schijnt het nodige aan de hand te zijn met onze vaccinatie strategie. Tenminste dat valt te concluderen uit het toch wel trage tempo dat nu wordt gehanteerd. En dat terwijl nu reeds een jaar wordt gesteld dat de eigenlijke oplossing van de coronacrisis moet komen van een hoge vaccinatiegraad onder de Nederlandse bevolking. In een poging te snappen wat er aan de hand is kom ik tot een aantal factoren die het uiteindelijke resultaat bepalen. 

Belangrijk natuurlijk is a) welke vaccins hebben we, b) wie krijgt welk vaccin en c) hoe worden vaccin toegediend en d) hoe staat het met de nazorg

Op ieder van deze vier aspecten is wel iets bijzonders aan de hand in Nederland /Europa.

Ad a) welke vaccins hebben we. Hier zou eigenlijk moeten staan “welke vaccins zouden we moeten krijgen en welke zijn daadwerkelijk aanwezig”. Er zit nogal wat verschil tussen die twee grootheden. 

planning levering vaccins aan Nederland

Op zichzelf genomen zou dit palet aan werkende vaccins voldoende moeten zijn om die hoge vaccinatiegraad te bereiken. Het tempo van levering is nu de belangrijkste variabele.

Vooral schijnt dat te spelen bij het Astra Zenica (AZ) vaccin. De oorzaak is gelegen in onduidelijkheden in de contractafspraken die met dat bedrijf gemaakt zijn. Het Verenigd Koninkrijk is de EU duidelijk voor geweest met het maken van definitieve leveringsafspraken met dat bedrijf. En daarna heeft dat geleid tot een twist over de vraag of in Nederland geproduceerde vaccins wel aan het VK geleverd mogen worden in plaats van naar de EU-partners. Je moet er jurist voor zijn om daaruit te komen. Maar verwarrend blijft het. Die verwarring slaat een beetje om in consternatie als je verneemt dat Nederland de kans gekregen heeft om in april vorig jaar nog te investeren in de fabriek in Leiden die nu die vaccins maakt. Een gesprekje tussen Pieter Omtzigt (hij weer!) en Mark Rutte heeft niet geleid tot een investeringsbeslissing vanuit het kabinet. Was dat gebeurd had het misschien anders gelopen zo hoor je nu. Of dat zo zou zijn is niet meer na te gaan gezien de vele leveringsmoeilijkheden die AZ nu heeft. Feit is wel dat de markt van het leveren van vaccins een vechtmarkt in optima forma geworden is. Het artikel in de Volkskrant van dinsdag 6 mei maakt dat treffend duidelijk. 

Volkskrant 06042021 https://www.dropbox.com/s/alj9r6mftvd98oq/thierry%20Breton.pdf?dl=0

ad b) wie krijgt welk vaccin?

Ook daarover wordt veel gesteggeld. In mijn blog van 7 februari over “crisisbeheersing en preventie” heb ik het daar ook al over gehad. Het blijkt een onderwerp te zijn waar veel “interactie” op gevoerd wordt tussen beleidsmakers en uitvoerende politici. Het schema wil nog wel eens wijzigen. De laatst beschikbare versie heb ik hierbij gevoegd

vaccinatiestrategie NL 23022021

Zo te zien een redelijk gedifferentieerd beeld. Het lobbycircuit heeft prima gewerkt, toch! Of we daar goed aan gedaan hebben is natuurlijk een heel andere vraag. Daar komt bij dat op het moment van dit schrijven voor de tweede keer de vaccinatie van AZ geblokkeerd is. Als reden wordt gehanteerd het optreden van een bepaald type trombose bij een inderdaad toenemend aantal vrouwen. En dat in alle landen. Ik zou verwachten dat op basis van gezamenlijke besluitvorming wijzigingen in de strategie zouden worden doorgevoerd. Immers door het Europese agentschap EMA is het vaccin toegelaten. Na de eerste ophef over de bijwerkingen heeft EMA zich opnieuw uitgesproken. NL is daarna weer begonnen met het vaccineren. En wat zien we nu? Voor een tweede keer geïnitieerd door hernieuwde berichtgeving stopt Nederland weer met het toedienen van AZ. Een politiek besluit van het ministerie van VWS. Daarna komen berichten van het College Beoordeling Geneesmiddelen dat we nu een nieuw oordeel van het EMA afwachten om de voorlichting over het vaccin en de beschrijving van de bijwerkingen beter te maken. Zo wil met het vertrouwen in het vaccin herstellen. Wat mij betreft heeft men precies het tegenovergestelde bereikt. Niet alleen gaat het rechtstreeks in tegen de inmiddels vastgestelde effectiviteit van het vaccin (zie de daling van de infectiegraad bij ouderen 80+). Ook zijn deze bijwerkingen maar een fractie van de geaccepteerde bijwerkingen bij andere behandelingsstrategieën. Of zoals gesteld door de trombose expert Ten Cate ‘Laten we uitgaan van de Nederlandse cijfers, met een risico op een verdacht ziektebeeld van ongeveer één op de 100 duizend prikken. Een-derde van hen overlijdt, dan is de kans op sterfte één op de 300 duizend. Dat risico is vergelijkbaar met de kans op een dodelijk ongeval als je 220 kilometer gaat fietsen, of naar Madrid rijdt met de auto. Toch stappen we op de fiets.’ Bovendien blijkt dat de bijwerking merendeels voorkomt bij vrouwen die ook nog eens de anti-conceptie pil gebruiken. En met dat gegeven wordt geen verdere rekening gehouden. Geen wonder dat cardiologen en trombose deskundigen deze handelwijze betitelen als paniekvoetbal door de politiek. Inmiddels is het donderdag. De EMA heeft het risico opnieuw beoordeelt. Zij acht, in het licht van de ernst van de corona pandemie, de vaccinatie met dit effectieve AZ vaccin ruimschoots opwegen tegen de risico’s van mogelijke bijwerkingen. Minister de Jonge speelt vervolgens nóg een keer op safe en vraagt de Gezondheidsraad wederom om advies. Zou hij dat advies dit keer wel volledig opvolgen? Annelien Bredenoort wordt in de Volkskrant geïnterviewd over deze gang van zaken. Zie: https://bit.ly/3wyfhwF  Haar uitspraak “doordat de overheid géén risico’s heeft willen nemen met AZ is er juist meer risico ontstaan” geeft precies weer hoe ik er tegenaan kijk.

volkskrant 08042021

Ad C) hoe worden vaccins toegediend.Kijkend naar het vaccinatieschema valt de forse diversiteit in benadering op. Ook zie je dat de opschaling naar een massalere aanpak maar niet wil lukken. Niet alleen ontstaat er ophef over het op de plank blijven liggen van de vaccins die toch al geleverd zijn. Er worden ook locaties van de GGD bijgeplaatst die maar marginaal gebruikt worden. En dan nog geven ziekenhuizen en huisartsen aan dat ze best een rol kunnen en willen spelen bij het “wegprikken” van al die vaccins die nu niet gebruikt worden. Als je dat optelt is het een goede verklaring voor het grafiekje dat aangeeft dat NL weer daalt in de ranglijst van vaccinerende Europese landen.

toegediende vaccins per 100 inwoners

Als je de link https://coronadashboard.rijksoverheid.nl/landelijk/vaccinaties volgt kun je zien dat er nog een fors verschil is tussen het aantal geplande vaccinaties en het aantal gerapporteerde daadwerkelijk gezette prikken. Het levert alles bijeen een cijfer brei op die toch niet kan verhullen dat het met de uitvoering van de strategie op zijn zachts gezegd niet soepel verloopt.

Ad D) Hoe staat het met de nazorg?

Wellicht is een betere titel voor dit hoofdje als ik zou schrijven “na de zorg”. Enkele weken terug was er enige politieke ophef over het gegeven dat bij voldoende vaccinatiegraad het mogelijk moet zijn om Nederland weer van het slot te halen. Er worden zelfs experimenten gedaan. Zoals festivals met streng gecontroleerd publiek en wellicht zelfs de afsluiting van de voetbalcompetitie in de eredivisie met publiek. (dit omdat de UEFA dat schijnt te willen). En op landelijk en Europees niveau is er sprake van een vaccinatie paspoort. Al zal dat vermoedelijk in de vorm van een app gaan gebeuren. Maar voorlopig hoor ik veel te weinig over het openstellen van musea, sporthallen, wijk en buurtcentra. Al zie ik wel een bericht langskomen. 

Limburger 06042021 https://t.co/dqTR8BcTgo?amp=1

Daarin stelt de voorzitter van het landelijk veiligheidsberaad Hubert Bruls ook nog eens dat de terrassen snel open moeten. “Als het meer dan twintig graden wordt, houd je niemand meer binnen”. Tja, dat moge zo zijn maar dan zal toch echt duidelijk moeten zijn a) welke testen adequaat zijn en b) onder welke omstandigheden een testuitslag nog geldig is. 

Wat te doen met dit beeld? 

Vaccinatie is hét middel om uit deze pandemie te komen. Want dan kan het leven buiten de huiselijke kring weer opgepakt worden. De economie kan zijn gewenste ontwikkeling weer nastreven en we zouden weer op pad kunnen gaan. Maar voorlopig wil dat allemaal nog niet lukken. Ook krijgt het vertrouwen in het beleid dat gevoerd wordt een knauw. Simpele gedragsregels die vorig jaar nog ondersteunend waren aan het beperken van de verspreiding van het virus worden minder gevolgd of worden zelfs openlijk belachelijk gemaakt. Kortom het draagvlak voor het gevoerde beleid neemt af. Terwijl er nog steeds terechte beperkingen zitten op het hebben van contact met anderen b.v. in het kader van vrijwilligerswerk. Dat is frustrerend aangezien ik wel kan zien dat er een enorme behoefte is aan duidelijkheid over wat er wel en niet kan. Ook een behoefte aan consistentie in het beleid en een duidelijke uitleg van gemaakte keuzen. Maar tussen al de woorden die op papier en via beeld worden uitgesproken overheerst toch een hoogst verwarrend beeld. Met alle goede bedoelingen die erachter zitten is deze leiding van de pandemie in Nederland nou niet een beeld van standvastigheid. Nee het is eerder zwak leiderschap dat bovendien nog in staat is zichzelf te ondergraven. Waarom vraag je advies hoe te handelen en neem je ondertussen reeds maatregelen die daarop vooruitlopen? ( zie de tweede onderbreking bij AZ vaccinatie) Waarom zeg je de adviezen vanuit de wetenschap als leidraad van je beleid te gebruiken terwijl je het advies van de Gezondheidsraad over het doelgroepenbeleid tot drie keer toe naast je neer legt? Gemaakte keuzen worden slechts gedeeltelijk toegelicht om het woord onderbouwing maar even niet te gebruiken.

Als bestrijding van de ziektelast zo belangrijk moet zijn dan kom ik terug bij mijn blog van februari. Vaccineer met voorrang de 60+ers. En kom snel met een strategie om mensen weer de ruimte te geven dmv van een vaccinatie en of testbewijs. Dat helpt ook onze economie. Een dergelijke tweeledige strategie zullen we hard nodig hebben; immers Covid 19 en haar varianten zullen nog lang onder ons blijven is mijn inschatting.

Aanvulling van 9 april

Inmiddels heeft de Gezondheidsraad een diep verdeelde Gezondheidsraad een advies uitgebracht. Dit wordt gevolgd door min de Jonge. Mensen onder de 60 jaar krijgen geen AZ vaccinatie meer. De conclusie is dat de voordelen aan het vaccineren niet op wegen tegen de imagoschade die eventuele bijwerkingen aan vaccinaties in het algemeen en coronavaccins in het bijzonder toebrengen. Ik schrik toch wel van deze constatering. Als het nou zo zou zijn dat we alternatieven hadden om deze pandemie te bestrijden dan kan ik een dergelijke conclusie nog begrijpen. Maar er is een behoorlijke schaarste aan vaccins en op deze manier halen we een erkend werkende preventiemaatregel onderuit. En vervolgens stopt de GGD ook nog per acuut met de vaccinatie met AZ.  Afspraken voor en eerste prik worden geschrapt, heb je die eerste al gehad dan kan de tweede prik toch gehaald worden. Zo haal je volgens mij het vertrouwen in onze vaccinatie strategie nog verder onderuit. Minister de Jonge zegt dat hij “geen grote consequenties verwacht” van deze hernieuwde stop. Hij beseft onvoldoende dat door deze stop de angst die juist moet worden weggenomen, wordt gevoed. Een verdere voortzetting van een zwalkend beleid. Gelukkig wordt het voorjaar en kunnen coronavaccins daar slecht tegen.   

Uitgelicht

Verworven vertrouwen door D66!

Een zenuwslopende avond gisteren. Als afronding van een campagneweek die mij steeds meer geloof gaf in een goede uitkomst. En dat zat m vooral in het toch ijzersterke optreden van Sigrid Kaag als lijsttrekker. En dat dit niet door iedereen gewaardeerd werd vond ik niet zo verrassend. Mensen met een duidelijke visie worden vaak om vormredenen terzijde geschoven. Zo ook bij haar. Maar bij mij heeft ze iets losgemaakt. Ik heb al langer het idee dat zij een heel goed politicus is. Op de een of andere manier stond in mijn geheugen gegrift het beeld van haar optreden in Syrië. Ik vond het toen al getuigen van een ongelofelijke persoonlijke moed en kracht als je in die situatie wilt opereren en nog sterker als je daar toch een mooi resultaat weet te bereiken. Ook al is dat de bekende druppel op de gloeiende plaat. 

Waarom dat beeld me bijgebleven is? Dat beeld bracht mij terug op de naïeve overmoed die ik als 18-jarige aankomend dienstplichtig militair had toen ik me aanmeldde als potentiele deelnemer aan het VN-leger in Libanon. Eenvoudige motivatie daarbij; als je toch iets in het leger moet doen dan maar iets in de sfeer van vredebrengen. Gelukkig mocht ik eerst nog eens gaan studeren en mijn promotieonderzoek afronden. Hoe ongelofelijk naïef dat was heb ik 10 jaar later ondervonden. Inmiddels als daadwerkelijk dienstplichtige Reserve Officier Academisch Gevormde actief bij de militaire bloedbank. En eens in de maand 24 uur op de Oranje-Nassau kazerne in Amsterdam door mocht brengen als officier van kazernepiket. Een rol die me iets beter paste maar toch wel heeeel ver verwijderd was van het opereren in “de Libanon”.

Die persoonlijke moed en drive om richting te geven aan een maatschappelijke ontwikkeling klonk ook door in de rest van de campagne. Mijn stem had ze al gauw gewonnen en stiekem hoopte ik op een klapper. Het zou zomaar kunnen. En als je overeind kunt blijven ook nadat je zoveel nare, haatdragende berichten over je uitgestort krijgt getuigd dat van persoonlijke kracht.

De Groene Amsterdammer 3 maart 2021

Dat moet meerdere mensen opvallen was mijn idee. Bovendien werd die persoonlijke inzet ook nog eens gekoppeld met een duidelijke visie. De politiek is er immers om richting te geven aan de samenleving en daar draagvlak voor te verwerven. Prioriteit geven aan klimaat en onderwijs is een toch wel erg noodzakelijke toekomstgerichte boodschap. Als dat geen wervend karakter heeft weet ik het ook niet meer.

Het stemmen opgesplitst in een periode van 3 dagen helpt niet echt om het vertrouwen in een goede afloop te krijgen. Het was met alle extra maatregelen goed georganiseerd, daar niet van. Zelf heb ik bewust gewacht tot de derde dag. De dag van de echte verkiezing als je het mij vraagt. En als ik dan in een supergrote Asta komt met twee stembureaus waar 8 personen het stemmen in goede banen leiden en ik ben de enige stemmer slaat me de schrik om het hart. Leeft het hier in Beek wel dat er nu verkiezingen zijn. Dat we via onze stem het beleid moeten beïnvloeden? Oei hoe gaat dat verder.

’S Avonds om 21.00 uur vol verwachting de eerste exit poll gezien. En tergend langzaam komt het resultaat van D66 naar voren. Maar wat is het een klapper! In mijn droom hield ik dit niet voor mogelijk. Beste resultaat ooit voor D66! Dat daar een dansje op de tafel bij hoort is terecht. Dat beeld houden we maar eens even vast, want morgen komt natuurlijk de onvermijdelijke nuancering als deze opdracht waargemaakt moet worden. Maar Jeetje wat is het prachtig en zo verdient. Niet alleen voor Sigrid en D66, maar volgens mij ook voor Nederland.

Dat het beeld de volgende dag een beetje genuanceerd moet worden (van 27 zetels naar 24 in de aangepaste exitpoll) doet niks af aan het terechte enthousiasme. D66 is en blijft de tweede partij. Ook de teflon minister-president Mark Rutte blijkt er zetels bij gewonnen te hebben. Dat belooft toch een spannende formatie te worden. Eerst maar eens wachten op de definitieve uitslag. Een ding is zeker, het wordt er niet gemakkelijker op maar D66 gaat een duit in het zakje doen. Ten behoeve van het redden van het klimaat.

resultaten tweede kamerverkiezingen in Beek 2012-2021

Als lokaal actieve politicus kijk ik natuurlijk ook naar het resultaat in Beek. En dan is te zien dat de landelijke tendens ook in Beek herkenbaar is. Zij het dat het uitgangspunt beduidend conservatiever is dan het landelijk gemiddelde. Maar dat is geen verrassing voor het vanouds ondernemende boerendorp gelegen aan de poort van het heuvelland. 

Lokaal werken we samen in een combinatie met GL en PvdA als “Progressief Beek. Een combinatie die al sinds 2006 mooie resultaten weet te behalen. Maar toch, we zullen lokaal nog eens goed moeten kauwen op dit resultaat willen we volgend jaar ook in Beek een steviger vuist kunnen maken.

Uitgelicht

Crisisbeheersing en preventie

In het programma Buitenhof was een gesprek met Jaap Goudsmit, viroloog die vanaf het begin van de AIDS uitbraak als toepassingsgericht wetenschapper internationaal actief is. Over het huidige beleid met Covid 19 is hij zeer kritisch en omschrijft hij dat als falend. De overheid vraagt adviezen aan haar wetenschappelijke adviseurs maar legt deze terzijde als reactie op actieve lobby’s van verschillende doelgroepen. Dat was al zo vanaf het begin (mondkapje op en af en toch weer op; kinderen naar school en toch weer niet; testen gevolg door bron- en contactonderzoek en toch weer loslaten) en dat gaat door tot in een warrige vaccinatiestrategie. Tja dat krijg je als het land gerund wordt door een leider die, zonder duidelijke eigen visie, alleen geïnteresseerd is in het bestrijden van de waan van de dag. En toegegeven, die daar electoraal zeer goed mee wegkomt.

Jaap Goudsmit

Jaap geeft aan dat we in deze situatie terecht gekomen zijn doordat we de laatste 15 jaar, stelselmatig het preventieve gezondheidsbeleid verwaarloosd hebben. En dat terwijl de kosten van de gezondheidszorg alsmaar stijgen en nu ca 100Miljard € bedragen. Medische technologie heeft ontegenzeggelijk veel vooruitgang gebracht. De gemiddelde levensverwachting is dan ook flink gestegen.  In de acute zorg wordt steeds weer geïnvesteerd, terwijl de investeringen in preventie sterk achterblijven. Een belangrijk gedeelte van het preventieve beleid wordt gevoerd vanuit de gedecentraliseerde GGD. Als gemeenteraadslid ben ik daar medeverantwoordelijk voor. Via het budgetrecht blijkt dat wij vanuit de gemeente Beek aan de begroting van de GGD Zuid Limburg per inwoner ca 36€ per jaar bijdragen. Ter vergelijking, in 2018 bedroegen de totale zorgkosten per inwoner in Nederland 5808€.

De Covid 19 pandemie legt een zwakte van de huidige gezondheidssituatie bloot. Los van leeftijd vormt het onderliggend lijden het belangrijkste kenmerk van mensen die een ernstige Covid 19 ziekte doormaken. Oftewel, diabetes, hart- en vaatziekten. En laat dat nou ziekten zijn die zeer goed beïnvloedbaar zijn door preventieve maatregelen. (gezonde voeding, beweging , vermijden van risicofactoren als roken, slechte lucht in stedelijk milieu). Heel logisch dus dat Jaap zijn betoog afsluit met een pleidooi voor een ander zorgbeleid. Een waar uitgegaan wordt van meer perspectief op preventie. 

Die manier van denken leidt ook tot een andere invulling van het vaccinatiebeleid dat nu gevoerd wordt. Het kabinet heeft als leidraad gekozen voor de vermindering van de ziektelast voor ziekenhuis en Intensive Care units. Veel adviezen onderbouwen die keuze. Zeker in de acute fase. Nu gaan we beschikken over adequate vaccins. Maar bij de opvolging van adviezen van een vaccinatiestrategie maakt dit kabinet verkeerde keuzen in het tegemoetkomen aan diverse lobbygroepen. Als gekozen zou worden voor het zo snel mogelijk en zoveel mogelijk vaccineren van alle 60-plussers dan heeft dat verschillende voordelen. Niet alleen wordt er een structurele vermindering van de ziektelast en de druk op de IC’s bereikt. Ook zijn we dan in staat om, ondanks de aanwezigheid van het virus in de NL-samenleving, af te komen van de beperkende maatregelen die nu normaal contact tussen mensen verhinderen. En dat in een overzienbare periode van pak m beet 2 maanden.

Erik Scherder

Tja die preventie. Er is nog een bijdrage die niet onvermeld mag blijven. In verschillende programma’s laat professor Erik Scherder duidelijk zien dat beweging een stimulerende invloed heeft op werking en het behoud van het functioneren van onze hersenen. Zo blijkt dat mensen die op jongere leeftijd actief waren op latere leeftijd veel minder last krijgen van dementie. Nou wisten we al dat beweging en gezondheid nauw met elkaar samenhangen. Als lector was dat ook steevast een onderdeel van mijn colleges over technologie en zorg. Dat de doorwerking naar de hersenontwikkeling nu ook duidelijk te onderbouwen valt, voegt daar nog iets aan toe. Je zou denken dat dit een grotere reden is om nu eens echt werk te maken van een preventief gezondheidsbeleid. In een nieuw televisieprogramma gaat Scherder door met het leggen van verbindingen. Oude tegeltjes wijsheden zoals “gedeelde smart is halve smart” worden geïllustreerd met nieuwe inzichten verkregen via hersenonderzoek. De inzet waarmee deze vertaling van fundamentele kennis naar maatschappelijk functioneren is bewonderenswaardig. Alleen jammer dat slechts weinigen in staat zijn die inzichten toe te passen.

In zijn betoog verwijst Scherder ook naar de positieve effecten die videocommunicatie heeft wanneer reguliere ontmoetingen er niet in zitten. Zoals in deze door Covid 19 gedomineerde periode waarin het huisbezoek beperkt is tot één persoon. Vanuit activiteiten die ik als vrijwilliger uitvoer via een Computer Doe en Leercentrum in Beek heb ik ook die ervaring. Als je toevallig kinderen in Australië of Amerika hebt wonen zal je als ouder de geneugten van videocommunicatie allang ontdekt hebben. Maar wat als je kinderen in de buurt wonen en je ze niet mag ontmoeten? Dan blijkt dat slechts een enkeling de hobbels overwint die het toepassen van die technologie met zich meebrengen.

En zo kom ik tot de slotsom van dit blog. Het bestrijden van een acute crisis van onze gezondheidszorg moeten we niet alleen bestrijden met het zicht op de acute situatie. De inzichten van de Gommers’s en Kuipers’ van de acute zorg zijn zeker nodig. Maar we dienen die ook te koppelen aan een visie op: hoe komen we uit deze situatie. Wat is ervoor nodig om in een situatie terecht te komen waarin we mogen denken aan versoepeling? Een combinatie van een zorgvisie met epidemiologische gegevens en het voorkómen van ziektelast is dan dringend gewenst. En hoe organiseren we een bredere benutting van de nieuwe technologische hulpmiddelen opdat iedereen mee kan blijven doen? Voor de zoveelste keer een roep op een echte visie om beleid te voeren. En niet enkel een managementbenadering die voldoet in de marketing van een voedingsmiddel.

Mijn blogs van 2025

Nee, veel waren het niet dit jaar. Tot en met de zomer van dit jaar had ik moeite om me ertoe te zetten. En van wat ik geschreven heb in die periode heb ik Chat GPT onderstaande samenvatting van laten maken. Na enige bewerking is het mijn tekst geworden.

In mijn blogs van 2025 blik ik terug op een periode vol persoonlijke reflectie, maatschappelijke zorgen en lokale betrokkenheid. Januari vloog voorbij door veel bezigheden, maar ook door de behoefte om gas terug te nemen na gebeurtenissen in de familie. Grote thema’s zoals internationale politiek (Trump, Oekraïne, Gaza), het vastgelopen Nederlandse kabinet en het gebrek aan visie in bestuur en beleid roepen bij mij onrust en somberheid op. De lessen uit de Holocaust versterken mijn waakzaamheid: machtspolitiek en cynisme vormen een reëel gevaar voor vrede en rechtvaardigheid.

Tegelijkertijd worstel ik met het bloggen zelf. Ik deel mijn gedachten vooral voor mezelf, en aarzel om ze publiek te maken vanwege mogelijke kritiek en de gepolariseerde tijdgeest. Mijn vroegere politieke betrokkenheid heeft plaatsgemaakt voor afstand, omdat ik weinig perspectief en visie zie, zowel internationaal als nationaal.

Voldoening vind ik vooral in zijn directe omgeving. Na mijn pensionering richt ik me op het delen van kennis, onder meer via het computer doe- en leercentrum, waar ik mensen help omgaan met digitale ontwikkelingen. Daarbij zie ik hoe digitale drempels juist de meest kwetsbaren raken, bijvoorbeeld bij het aanvragen van toeslagen.

Een belangrijk positief tegenwicht vormt mijn inzet bij buurthuis Stegen35 in Beek. Daar organiseer ik lezingen over klimaatverandering, kunstmatige intelligentie, digitale identiteit en de sociale geschiedenis van Limburg. Deze activiteiten laten zien hoeveel kennis en verhalen er in de regio aanwezig zijn, al blijft de opkomst vanuit de buurt soms achter. Toch kijk ik met plezier terug op deze inzet en wil ik blijven zoeken naar manieren om mensenerbij  te betrekken.

De rode draad: zorgen over de wereld en de politiek, gecombineerd met de overtuiging dat betekenis, verbinding en hoop vooral ontstaan door lokaal engagement, kennis delen en aandacht voor elkaar.

Dit opzetje heb ik nodig om nog wat verder terug te kijken naar wat me dit jaar heeft beziggehouden. Dat overvalt me wel vaker zo in de donkere dagen voor kerst. De behoefte om het van me af te schrijven wordt kennelijk minder. Want na juni is er geen blog meer verschenen. Niet dat ik weinig schrijf. De maandelijkse nieuwsbrief van Stegen 35 is plezierig om te doen en kent een toenemende lezersschare. Maar buiten die interesse lukt het me steeds minder om de gedachten die ik heb aan dit papier toe te vertrouwen. Van me afschrijven helpt kennelijk niet. In de samenvatting hierboven staat dat ik afstand wil nemen van de ontwikkelingen om me heen. Ja dat is zeker nodig. Want dagelijks raak ik gefrustreerd bij het lezen van de krant. Geopolitiek, Oekraïne, Gaza, klimaat, de Nederlandse politiek raken en frustreren me. Hoe dit moet veranderen in meer positieve richtingen zie ik niet zo gauw gebeuren. En dat maakt mij kwaad. De afstand nemen zoals ik hierboven stel wil ik wel maar lukt me slecht. De uitlaadklep die deze blog zou moeten zijn, ook al schrijf ik het vooral voor mezelf, dat wordt hem niet. Meedoen aan collectieve acties zoals de rode lijn voor Gaza en andere acties helpt beter. Maar ook collectief zit daar de nodige onmacht bij. Want verschuiven doet de negatieve trend niet. Ook niet bij de landelijke verkiezingen. Hoezeer Rob Jetten en Henri Bontebal hun best doen. Op de avond van de uitslag werd mijn positief gevoel direct verdrongen door het resultaat van de VVD. Die zijn niet klein genoeg geworden om te veranderen. En ruim een maand later blijkt dat zij ogenschijnlijk de macht naar zich toegetrokken hebben. Gaan Rob en Henri een Overwinningsnederlaag leiden zoals indertijd Den Uyl dat deed? Moet ik dat echt meemaken?

Wie weet schrijf ik dat antwoord nog eens in een blog in 2026. Maar misschien laat ik het bij deze -ook voor mij onvoltooide- clifhanger.

veranderingen in limburg

Ik ben betrokken bij de buurtvereninging Stegen35 in Beek. Voor mij een mooie plek om iets te kunnen blijven doen aan kennisontwikkeling en kennis delen. Nu niet vanuit beroepsmatige interesse maar gewoon als vanuit de passie. Zo was ik in de gelegenheid om een tweetal cycli aan lezingen te organiseren in ons buurthuis. De thema’s daarvoor haal ik uit contacten met de andere locale verenigingen. Steeds weer blijkt dat daarin veel mensen in meedoen die een goed verhaal kunnen vertellen en ze nemen de geboden gelegenheid dan ook graag aan. Jammer is alleen dat vanuit de buurt er nog betrekkelijk weinig response op deze middaglezingen is. Maar goed, men mist aardige verhalen zoals uit onderstaande korte samenvatting van de presentaties moge blijken.

Wim Castenmiller van IVN Spau-Beek een inspirerende lezing over de klimaatverandering. Inspiratie haalt Wim vooral uit de eerste dia. Een foto van de aarde gemaakt tijdens de eerste bemande ruimtevlucht naar de maan. Voor de pauze vertelde hij over wat is klimaatverandering eigenlijk en welke factoren spelen daarbij een rol. Na de pauze ging het meer over wat we er zelf als burgers kunnen doen. Het blijken veel verschillende mogelijkheden te zijn om ons eigen steentje bij te dragen aan het beheersen van de temperatuurstijging. Vele handen maken ook hier licht werk. zie bijgaande link https://bit.ly/4irUX6K naar de presentatie van de maatregelen.

Jos Bal van het CDL Beek een inspirerende lezing over de Kunstmatige intelligentie. Jos is lang actief geweest op het gebied van computers en het wereld wijde web. Logisch dat de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie hem ook gegrepen heeft. In zijn lezing vertelt hij iets over het ontstaan en laat hij voorbeelden zien van de toepassingen. Die nemen dagdagelijks nog toe. En er zitten zowel positieve kanten aan; denk b.v. aan de zelfrijdende auto, hoe makkelijk kan dat zijn. Maat ook negatieve kanten; kun je het beeld dat je ziet nog wel vertrouwen, is dat echt of niet. Feit is dat we veel toepassingen zullen gaan zien. En ja zijn verhaal had ook veel praktische tips over hoe we zelf met behulp van kunstmatige intelligentie veel wijzer kunnen worden. Mocht u er niet uit komen? De inloop van het CDL Beek kan u verder op weg helpen.

Vervolgens heb ik zelf een lezing mogen verzorgen onder de noemer: Wie ben ik online?. Uitgangspunt daarvoor is de bevinding dat we steeds meer gebruik maken van digitale systemen in ons dagelijks handelen. Inkoop van spullen, contacten leggen met anderen, informatie ophalen en delen; veel hiervan gaat digitaal. Zonder dat we ons dat realiseren verzamelen we zo een spoor van digitale informatie dat ons doen en laten volgt. Soms zijn we ons dat bewust. Vaak omdat we kennis nemen van digital fraude. Het wordt dus steeds belangrijker om ons daartegen te wapperen. Niet alleen via de technische veiligheid van de apparatuur die we gebruiken. Maar ook door te letten op de manier hoe we ze gebruiken. En nu we dat steeds vaker doen realiseren we ons ook dat we ene digitale nalatenschap hebben. Wat gebeurt er met al die gegevens als we er zelf niet meer zijn? Wat is de moeite waard om door te geven aan de volgende generatie? Steeds meer blijkt dat we ook online een identiteit hebben opgebouwd.

Loek Kreukels “Morgen wordt het Beter”. 14 mei 14:00 uur

Oftewel een andere kijk op de sociale geschiedenis van de Limburgse Mijnstreek De geschiedenis van de Limburgse Mijnstreek is rijk en gelaagd, vooral als het gaat om de sociale veranderingen die samenhingen met de industrialisatie in de vorige eeuw. In zijn lezing gaat historicus Loek Kreukels in op deze sociale geschiedenis en vooral op de rol van de kerk binnen die ontwikkeling. Kreukels laat aan de hand van veel voorbeelden zien dat het traditionele beeld van de invloed van de kerk op het leven van de mijnwerkers aan herziening toe is. Had Dr. Poels echt zoveel invloed op de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders? En volgden Limburgers werkelijk tot ver in de jaren zestig en zeventig braaf de lijn van de kerk? Of is dat beeld achteraf te veel geromantiseerd? In populaire boeken, zoals het veelgelezen en bekroonde Het geluk van Limburg van Marcia Luyten, maar ook in kerkelijke geschiedschrijving, wordt een hardnekkig verhaal verteld dat volgens Kreukels niet strookt met de werkelijkheid. In zijn lezing zet hij overtuigend uiteen waarom het tijd is om deze geschiedenis met andere ogen te bekijken.

Martin van der Weerden “Eureka: Innovaties in de mijnstreek” 21 mei 14:00 uur

Limburg kende aan het begin van de vorige eeuw een stormachtige economische ontwikkeling. De winning van Kolen werd mogelijk door een samenspel van verschillende innovatieve ontwikkelingen. Op het gebied van: Onderwijs: hoger onderwijs en ambachtsschool; Techniek: bevriesmethode om grond gemakkelijk te verwijderen bij tunnelbouw; Infrastructuur: aanleg van de trein tussen Sittard en Heerlen, Industrie: ontwerp koeltorens door Ir Iterson; Veiligheid: door inrichting staatstoezicht op de mijnbouw; Chemie: vorming Stikstof Bindingsbedrijf waardoor plastic ontwikkeling mogelijk gemaakt wordt; Realisatie Cokesfabrieken: hoog-energetische processen worden mogelijk; Geologische kennis: kennispositie wordt uitgebouwd waardoor gestage groei mogelijk wordt. De samenhang die in al deze aspecten zit maakt een langjarige industriële ontwikkeling mogelijk. De regio bloeit op. Heerlen ontwikkelt zich als dorp van 5000 inwoners tot een stad van 70.000 in 1970. Naast een goede werkgelegenheid is deze ontwikkeling ondersteund doordat er goede voorzieningen zijn ontwikkeld op het gebied van wonen, zorg, onderwijs, winkels, ontspanning en op cultureel gebied. Zo werd de mijnstreek een proeftuin voor innovaties. 

Wim Derks “Het demografisch perspectief” 28 mei 14:00 uur

De derde lezing in deze cyclus werd verzorgd door Wim Derks, die rijkelijk put uit zijn ervaring als onderzoeker en demograaf. De mijnsluitingen in de periode werden niet alleen ingegeven door economische redenen zoals de gasvondst in Slochteren, maar er was tevens sprake van een duidelijke demografische verandering; namelijk een sterke daling van het arbeidspotentieel in de bevolking. Vanuit dat perspectief kon de mijnsluiting goed worden opgevangen. Wim gaf gedetailleerde informatie over de verdere ontwikkelingen. Ook heden ten dage zien we dat er in deze regio voldoende werkgelegenheid is, waarbij een deel van de bedrijvigheid wordt opgevangen door arbeidsmigranten. Met het oog op de toekomst wordt wederom een bevolkingsdaling verwacht. Gezien deze prognose komt de toekomstige ontwikkeling van de regio in een ander perspectief te staan. Zuid-Limburg heeft baat bij kennisintensieve werkgelegenheid, waarbij ook aandacht moet worden besteed aan het behoud van het hoogwaardige karakter van de natuurlijke omgeving ter ondersteuning van de woon- en leefomgeving en het toerisme.

Het was mij een genoegen om deze cyclus aan lezingen te mogen organiseren en bij te wonen.Naar de toekomst toe gaan we proberen meer reacties uit te lokken van de beoogde deelnemers. Wellicht dat we deelname op afstand mogelijk moeten gaan maken. Technisch kan dat al. Het opwekken van de interesse is kennelijk de lastige stap. Zoals hierboven te lezen valt uit de samenvatting zijn de verhalen die men brengt boeiend en inspirerend genoeg.

blog 2 van 2025

Over bloggen en het delen van mijn gedachten

Het tempo van mijn blogs is enigszins afgenomen. De maand april is bijna voorbij en dit is nog maar mijn tweede blog van het jaar. Mijn motivatie om te beginnen is verminderd. Hoewel ik deze blogs in eerste instantie schrijf voor mezelf, publiceer ik ze na afronding op enkele sociale media. Ik heb veel meningen over de gebeurtenissen in de huidige wereld, of die nu plaats vinden in mijn buurt, de Nederlandse maatschappij of wereldwijd. Onder bepaalde omstandigheden deel ik mijn gedachten openlijk, omdat de situatie in Nederland en de wereld naar mijn mening niet positief is. Echter, om deze standpunten publiekelijk te delen en mogelijk kritiek te ontvangen zoals “ja, alles was vroeger beter”, daar zit ik niet op te wachten. Ja, ik ben ouder, maar het was vroeger zeker niet beter. Dus ik vraag om begrip.

Er was een tijd dat ik politiek actief was. Eerst op landelijk en daarna op lokaal niveau. Dat was ook een reden om me op papier of via media te uiten. Maar nu is mij die lust vergaan. De tijdgeest speelt ook niet mee. Op geopolitiek niveau is het een clash van de straatschoffies die de macht gekregen hebben en die botvieren over de hoofden van wij burgers heen. En op nationaal niveau zien we dat op kleinere schaal ook.

Wat erger is de waan van de dag heeft het hoogste woord gekregen. Oftewel er wordt perspectiefloos maar wat gedaan. Er steekt zogezegd geen visie, geen plan achter. Tja dan is het niet verwonderlijk dat we collectief een soort surplace meemaken en we niet vooruit te branden zijn. Dat dit op den duur goed fout moet gaan lijkt me helder.

De lessen van het verleden, de dreiging van vandaag

Vorig jaar volgde ik een cursus over de Holocaust. We doken diep in het ontstaan en de opbouw ervan — en die kennis laat me sindsdien niet meer los. Want wie nu zijn ogen openhoudt, ziet verontrustende parallellen. Nee, de geschiedenis herhaalt zich niet precies. Maar de signalen zijn te duidelijk om te negeren. De ontwikkelingen van vandaag ademen cynisme. En dat maakt ze des te gevaarlijker.

Kijk naar Gaza: een Israëlische regering die de Palestijnen systematisch onderdrukt, en een Nederlandse regering die zwijgt. Sterker nog, wij leveren wapens en versterken zo het geweld.
En dan Trump, die zonder schaamte Poetin de hand reikt. Door de annexatie van gebieden als de Krim goed te praten, ondermijnt hij de soevereiniteit van Oekraïne. Daarmee zet hij de deur open naar een wereld waarin niet recht, maar brute macht bepaalt wie wint.

Ja, Nederland kent al tachtig jaar vrede. Maar het is een illusie te denken dat die vanzelfsprekend is. De vraag is niet óf, maar wannéér we merken dat vrede inzet en waakzaamheid vraagt. Elke dag opnieuw.

Kennis delen als bron van voldoening

Nee, dan ben ik content met de rol die ik in mijn dagelijkse omgeving kan spelen. Elkaar ondersteunen en waar nodig de weg te wijzen schept voldoening. Alles bijeengenomen heb ik inmiddels een redelijke hoeveelheid activiteiten. Ik hoef me niet te vervelen en doe dat dan ook niet. Als ik een beetje om me heen kijk zijn er genoeg dingen die ik zou kunnen oppakken. Inmiddels heb ik een mooie verzameling krenten in de dagelijkse pap bijeengesprokkeld. De kern daarvan is het verzamelen en delen van kennis. Dat is het altijd geweest.

Vanaf mijn pensionering doe ik dat via het computer doe-en leercentrum. Moderne media krijgen steeds meer invloed in het dagelijkse leven. Als we er zelf al niet aan verslaafd raken wordt het ons gewoon opgedrongen. Want probeer maar eens iets geregeld te krijgen zonder de tussenkomst van dit soort technologie. En als je daar niet dagelijks via je werk mee om hebt hoeven gaan is het steeds lastiger om overeind te blijven. 

Digitale drempels voor wie het juist het hardst nodig heeft

Gisteren werd ik opnieuw geconfronteerd met de huidige realiteit. Ik mocht iemand ondersteunen bij het aanvragen van een energietoeslag, een regeling die slechts tijdelijk toegankelijk is en bovendien een beperkt budget heeft voor wie er als eerste bij is. Voor deze aanvraag heb je een laptop nodig, een e-mailadres en de mogelijkheid om sms-berichten te ontvangen. Daarnaast moet je kunnen omgaan met DIGID en de klantgegevens van je energiecontract hebben. Het is begrijpelijk dat dit voor veel mensen een uitdaging vormt, gezien de kenmerken van de doelgroep. Personen met een laag inkomen, sociale huurwoningen en hoge energierekeningen komen in aanmerking voor een dergelijke aanvraag. Echter, veel van deze mensen hebben weinig ervaring met moderne communicatiemiddelen.

Verder vond ik het opmerkelijk dat in de instructies werd gesuggereerd dat de aanvraag via een smartphone zou kunnen worden voltooid, terwijl dit juist niet het geval bleek te zijn. Gelukkig kon ik iemand helpen, maar het blijft zorgwekkend dat de organisatoren van deze compensatieregeling geen goed beeld lijken te hebben van de doelgroep die zij willen ondersteunen.

eerste blog van 2025

De maand januari is voorbij. En dat is vrij snel gebeurd. Een teken dat ik met veel dingen bezig ben geweest en de tijd voorbij gevlogen is.

Op allerlei fronten gebeurt er veel. En zoals uit deze blog blijkt is volstrekt onduidelijk welke kant het op zal gaan. Ook aan mijzelf is dat signaal niet voorbijgegaan. In het verlengde van wat gebeurtenissen in mijn familie voelde ik ook de noodzaak om duidelijk pas op de plaats te maken en voor mijzelf ruimte te creëren in mijn agenda. Dat stond al in mijn voornemens voor dit jaar, maar het helpt echt als ik die gedachten ook daadwerkelijk uitvoer. 

Maar vooruit wat hield me deze maand zoals bezig: Was het Trump als president? de stikstof in Nederland, de oorlog in Europa, of was het de ontwikkeling van een nieuwsbrief voor Stegen 35? Deze onderwerpen heb ik maar eens aan Co-Pilot gegeven en hieronder staat deels de uitwerking die me dat opleverde. Eigenlijk verdraaid handig, je hebt zo een aantal regels tekst die je vervolgens nog eens naar je hand zou kunnen zetten. Gelijk het experiment dat ik een jaar geleden ook al eens uitvoerde. Toen gaf ik een hele lap tekst als uitgangspunt terwijl het nu enkel de gecursiveerde tekst betreft. Hieronder eerst de suggestie uit Co-Pilot en dan een reactie van mij

Geopolitieke Chaos met Trump als President

Co-pilot Met de inauguratie van Donald Trump als president van de Verenigde Staten, is de geopolitieke arena opnieuw in beroering geraakt. De controversiële terugkeer van Trump naar het Witte Huis heeft wereldwijd voor opschudding gezorgd. Zijn onvoorspelbare stijl en uitgesproken beleidskeuzes hebben een golf van reacties uitgelokt van zowel bondgenoten als tegenstanders.

Het beleid van Trump heeft geleid tot spanningen in de relaties met China en Rusland. Zijn nadruk op “America First” en de bijbehorende protectionistische maatregelen hebben de handelsbetrekkingen verstoord. De Europese Unie is bezorgd over de mogelijke gevolgen voor de trans-Atlantische samenwerking, vooral op het gebied van defensie en veiligheid.

            Re Charles Tijdens de verkiezingscampagne kwam het zg Project 2025 aan de orde. Het heeft er alle schijn van dat de vele getekende decreten hier een rechtstreeks gevolg van zijn. Met als gevolg geopolitieke chaos, maar je kan er op wachten dat in de USA zelf ook het gemor snel zal ontstaan gezien de verstrekkende besluiten.

Het Stagnerende Nederlandse Kabinet

Co-pilotTerwijl de wereld zich aanpast aan de nieuwe realiteit van een hernieuwd Trump presidentschap, worstelt het Nederlandse kabinet met zijn eigen interne problemen. Besluiteloosheid is het kenmerk geworden van het huidige bestuur. Belangrijke kwesties zoals klimaatverandering, stikstofbeleid en bestaanszekerheid blijven onopgelost, terwijl de regering voortdurend besluitvormingen uitstelt.

De impasse in Den Haag heeft geleid tot wijdverspreide frustratie onder de Nederlandse bevolking. Demonstraties en protesten worden frequenter, terwijl burgers hun ongenoegen uiten over de trage voortgang en het gebrek aan daadkracht van hun leiders. De roep om verandering wordt steeds luider, maar concrete stappen blijven uit.

            Re Charles: Bovenstaande tekst is betrekkelijk afstandelijk geformuleerd. En dat terwijl de gevolgen voor Nederland verstrekkend zijn. Het land lijkt op slot te gaan, investeren in de toekomst is er niet bij en we hebben een kabinet dat meer bezig is met elkaars vliegen te vangen in plaats van serieus beleid te maken 

Rutte’s Invloed als NAVO Secretaris-Generaal

Co-pilot:In een ander opmerkelijk geopolitiek verschuiving, is Mark Rutte benoemd tot secretaris-generaal van de NAVO. Zijn benoeming kwam als een verrassing voor velen, maar zijn sterke leiderschap en diplomatieke vaardigheden worden nu getest op het wereldtoneel. Een van zijn eerste acties als NAVO-chef is het aandringen op aanzienlijke investeringen in defensie door de lidstaten.

Rutte’s oproep tot verhoging van de defensie-uitgaven komt op een moment van verhoogde geopolitieke spanning. Landen worden aangespoord om hun militaire capaciteiten uit te breiden en zich voor te bereiden op mogelijke conflicten. Dit heeft geleid tot een hernieuwde discussie over de rol van militaire kracht in het behouden van wereldwijde stabiliteit.

            Re Charles: De goede man Rutte krijgt wel veel eer in dit verhaaltje. Deskundigen zeggen dat onder zijn leiding in Nederland zoveel bezuinigd is op defensie dat v/h de PSP daar het schaamrood van op de kaken zou krijgen.  Maar OK Tijden veranderen en met een oorlog op Europese grond mag uit een ander vaatje getapt worden.

Lokale Drukte in Stegen35

Co-Pilot:Binnen Stegen35, een bloeiende gemeenschap, heerst drukte met de lancering van de eerste nieuwsbrief. Deze stap markeert een nieuw hoofdstuk in de gemeenschapsbetrokkenheid en communicatie.

De nieuwsbrief dient als een platform voor bewoners om op de hoogte te blijven van lokale evenementen, initiatieven en nieuws. Het doel is om de gemeenschap nauwer met elkaar te verbinden en een gevoel van saamhorigheid te bevorderen. De lancering heeft veel enthousiasme gegenereerd en wordt gezien als een positieve ontwikkeling in een tijd van bredere onzekerheden.   

Re Charles: Ja het was leuk om het initiatief tot een eerste nieuwsbrief te mogen nemen. Daarin terug te grijpen op het verleden van dat gebouw als basisschool de Kring. En als we met zijn allen de schouders eronder kunnen zetten wordt het een bindend element in die lokale gemeenschap. Leuk om daaraan mee te werken is het wel

Conclusie

Co-Pilot had nog een hoogdravende samenvatting gemaakt onder dit kopje, maar die heb ik maar achterwege gelaten. In mijn vorige experiment heb ik nog variaties in stijl aangebracht. Dat deed ik toen met Chat GPT. Die ervaring opgeteld bij deze laat zien dat met een enkel trefwoord het mogelijk is een heel verhaal te krijgen en dat in ieder gewenste schrijfstijl. Voor een blog dat de bedoeling heeft om uit te gaan van de eigen bevindingen cq opinie is dat natuurlijk niet de meest gewenste situatie. Vandaar dat ik ervoor kies om vooral toch eerst mijn eigen verhaal te formuleren. Wellicht dat daarna een soort editing gaat plaatsvinden met behulp van AI. We gaan het zien. 

Eindejaars blog 2024

Aan het begin van dit jaar heb ik met Chart GPT een analyse gemaakt van alle blogs die ik vorig jaar heb geschreven. Dat was een leuke oefening. Die heeft me ertoe gebracht die tool vaker te gebruiken. Zeker voor teksten die ik aan een groter publiek wil laten zien. Toch vind ik het schrijven zelf een leuke bezigheid om te doen. Het scherpt zogezegd mijn gedachten. En het geeft me aanleiding om op te schrijven wat me zoal beweegt.

In de loop van 2024 is dat nogal wat geweest. 

En als ik er zoals nu even voor ga zitten vallen de details weg en blijft de grote lijn over.

Een aantal onderwerpen wil ik zo de revue laten passeren.

  • Nederlandse politiek,
  • Ontwikkeling in de USA,
  • Bedreiging van de wereldvrede,
  • Lokale activiteiten cdl, stegen35, digitale ongeletterdheid,
  • Waar sta ik zelf bij dit alles, of is dat de rode draad in dit geheel? Om dat ik het schrijf vanuit mijn beleving zal dat wel gaan gebeuren

En wie weet ontstaat er al schrijvend nog zo het een en ander.

De Staat van Bestuur: Verandering zonder Verbinding

Het politieke jaar 2023-2024 legt opnieuw bloot hoe kwetsbaar ons democratische bestel kan zijn zonder een gedeelde visie op de toekomst. Na de verkiezingen van november 2023 volgde een maandenlang formatieproces dat meer leek op een worsteling met zichzelf dan op een poging tot constructieve samenwerking. Pas in de zomer kwam er een kabinet tot stand, maar wat sindsdien is gebleken, is dat regeren zonder verbinding met de samenleving niet leidt tot stabiliteit, laat staan tot vooruitgang.

Wat zien we? Een politiek landschap waarin partijen vooral reageren in plaats van sturen. Het kabinet dat uiteindelijk is gevormd, lijkt gevangen in een cyclus van ophef. Wekelijks worden wij geconfronteerd met het nieuwste “incident,” vakkundig georkestreerd door de politieke dynamiek van de dag. Maar daarachter blijft het stil. Stil op de dossiers die er werkelijk toe doen: klimaat, onderwijs, zorg, innovatie en landbouw. Stil in de vragen die onze samenleving moet beantwoorden over sociale cohesie en de toekomst voor onze kinderen.

De keuzes die nu worden gemaakt – of juist worden vermeden – raken de fundamenten van onze maatschappij. Een beleid dat zich voornamelijk richt op “strenger asiel” en “harder straffen” kan misschien zorgen voor korte termijn politieke winst, maar biedt geen antwoord op de grote vraagstukken van onze tijd. Hoe houden we onze economie toekomstbestendig? Hoe versterken we vertrouwen in de rechtsstaat? Hoe waarborgen we gelijke kansen in een samenleving die steeds verder lijkt te splijten?

De onderliggende problematiek is duidelijk: een gebrek aan lange termijn denken en een visie die boven de waan van de dag uitstijgt. Politiek leiderschap vraagt om meer dan het volgen van de sterkste stem. Het vraagt om het bouwen aan een sociale infrastructuur die burgers het gevoel geeft dat ze ertoe doen, dat ze gehoord worden, en dat beleid daadwerkelijk een verschil kan maken in hun leven.

Zonder die verbinding dreigt het vertrouwen in de democratie verder te eroderen. Dat is geen hypothetisch gevaar, maar een realiteit die al zichtbaar is in stijgende polarisatie, wantrouwen in de politiek en het gevoel van veel burgers dat zij buiten de besluitvorming staan.

Wat nu nodig is, is meer dan een incidentenregering. Het vraagt om politieke moed om niet alleen te reageren, maar ook te bouwen. Om keuzes te maken die misschien niet populair zijn, maar die wel recht doen aan de toekomst van ons land. Het vraagt om beleid dat rechtvaardigheid, duurzaamheid en inclusiviteit centraal stelt.

De vraag is niet of dit kabinet valt, maar of we de veerkracht hebben om onze democratie en samenleving sterker te maken, met of zonder deze coalitie. Alleen door verbinding en een gezamenlijke visie kunnen we het vertrouwen herstellen en de grote uitdagingen van onze tijd werkelijk aangaan. [nee; deze tekst is niet door Kim Putters geschreven via Chat GPT door mij in zijn stijl. Volgens een recent interview geeft hij geen recensies over het functioneren van het kabinet dat hij mogelijk heeft gemaakt]

Niet in mijn naam.

Met stijgende verbazing heb ik de ontwikkelingen gevolgd zoals die zich in de Gaza strook hebben afgespeeld. Vooral de reactie vanuit de Nederlandse politiek kan ik maar moeilijk velen. Wat in oktober 2023 in Israël is gebeurd met de acties van Hamas is ronduit verwerpelijk. Nooit goed te praten. Ik ben ook nog niemand tegengekomen die dat doet. 

Maar wat vervolgens de Israëlische regering heeft laten zien tart iedere beschrijving. Zoveel moorden goedpraten onder het mom van zelfverdediging heeft geen pas. Treurig dat ook bij dit onderwerp de Venlose populist een hoofdrol speelt. Nee het Nederlandse beleid ter ondersteuning van de Israëlische regering in Gaza gebeurt niet “in mijn naam” zoals de actie van Oxfam Novb stelt. 

Tegen deze achtergrond is het des te indrukwekkender hoe Sigrid Kaag, vanuit haar rol bij de Verenigde Naties, een stem van hoop blijft. Met haar humanitaire hart toont ze het verschil dat kan worden gemaakt, zelfs te midden van zoveel duisternis. Haar inzet in Gaza herinnert ons eraan dat menselijkheid en solidariteit ook in de meest uitzichtloze situaties betekenis hebben.

Ontwikkelingen in de USA

2024 was een verkiezingsjaar in de USA. Ooit keek ik met bewondering naar dat land. Het is heel even het land van mijn dromen geweest, maar na mijn promotieonderzoek kwam ik tot bezinning. Nee ik ben er niet gaan werken maar heb de ontwikkelingen altijd gevolgd. Beroerd was de Watergate periode en de regering van Reagan. Clinton deed het aardig totdat hij zijn driften niet onder controle kon houden. De periode Obama was hoopvol maar kon helaas niet gecontinueerd worden. De eerste periode van Trump volgde. Verbijsterend om te zien hoe aan het eind van die regeerperiode de Amerikaanse democratie op zijn grondvesten schudde. Gelukkig had Jo Biden gewonnen en zou er een periode van normalisatie kunnen volgen. 

Achteraf moet je constateren dat niets minder waar is gebleken. De Republikeinen hebben zich vol overtuiging laten ringeloren door de populist Trump die de macht naar zich toetrok. De Democraten hadden moeite om een overtuigende kandidaat te selecteren. Biden was dat in ieder geval niet. Kamala Harris heeft veel te weinig gelegenheid gekregen om haar visie overtuigend ten toon te spreiden. Ik vond haar boodschap hoopvol, maar ik zit dan ook “veilig” in Europa. Kortom Alle hoopvolle verwachtingen ten spijt, Trump haalde een meerderheid. Hij wordt de volgende president in Januari. 

Vanaf het moment dat dat duidelijk geworden is boeit de ontwikkeling mij niet meer. Veel positiefs is vanuit de USA voor Europa niet te verwachten. Eerder het tegendeel nu blijkt dat Trump wel erg gevoelig is voor de fratsen van Elon Musk en zijn trawanten. (Miljardairs en bazen van de tech bedrijven).

Wat de gevolgen van deze ontwikkeling zijn kunnen we nog lang niet bevroeden. Maar als ik hierover nadenk en me inlees bij deskundigen slaat mij de schrik om het hart.

Kenmerkend voor de ontwikkeling is een door extreem kapitalisme geïnduceerde tweedeling. Zij die middelen hebben en zij die dat niet hebben. Gevoed bij de veelal valse hoop dat de toekomst onder dat extreme kapitalisme voor iedereen beter zal worden.

Dat betwijfel ik ten zeerste en het bedrukt me. Al heb ik na de verkiezingsuitslag van Trump iets over me gekregen van “het zal wel”. De zorgen die ik me maak zijn enkel gericht op de toekomst van mijn kinderen.  Krijgen zij de kans om hun leven in vrede te volbrengen?

Bedreiging van de wereldvrede

Het conflict in de geopolitiek tussen de wereldmachten van nu (USA, Russische federatie, China) zal de komende 10 jaar zijn beslag krijgen. Ik kan alleen maar hopen dat het vreedzaam zal zijn al ben ik daar niet gerust op.

De bijna 3 jarige oorlog in Oekraïne (of beter gezegd 11 jarige) belooft niet veel goeds. De Amerikaanse regering van Biden heeft – veel te laat- ingezien dat alle hens aan dek is. Ook Europa ziet schoorvoetend dat men zelf in dit conflict duidelijk moet gaan handelen. Halve boodschappen tegen Poetin hebben geen zin. Maar de Europese moed is nog dun gezaaid. 

Dat de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte ons probeert voor te bereiden op een soort van oorlogseconomie maakt de stemming er niet beter op. En of dat zou helpen? Feit is dat het slappe antwoord dat Europa geeft op de Russische dreigingen en treiterstappen het er niet beter op maakt. Allerwegen opkomend nationalisme maakt perfect gebruik van deze voedingsbodem. Maar misschien is deze onrust eigenlijk alleen ingegeven door de wisseling van de macht in de USA. Is het mijn valse hoop dat als Trump eenmaal weer geïnstalleerd is als president er een zekere herordening gaat plaatsvinden en we allemaal weer snappen dat er een vorm van samenleving op deze wereldbol nodig is? Kortom, even afwachten maar.

Lokale activiteiten

Dit jaar ben ik alweer 6 jaar met pensioen. De tijd gaat inderdaad snel. Dat komt natuurlijk ook omdat ik niet stil zit. Ik had met mezelf afgesproken om op wijkniveau actief te worden. Vertrekpunt daarvoor is de kennis en ervaring die ik opgedaan heb tijdens mijn werkzame leven op het gebied van ouderen en technologie. Die ontwikkeling staat niet stil. Met het Computer doe en leercentrum heb ik een mooie plek gevonden om me daarvoor in te zetten. Het is nodig ook zeker als je bedenkt hoe snel de financiële wereld stappen zet in het digitaliseren van het geldverkeer. Dat raakt ons allen. Het is nauwelijks meer mogelijk om contact geld te halen bij een bankkantoor; ze zijn er nog maar zeer beperkt. Als gevolg daarvan kan ongeveer een zesde van de bevolking slecht hun financiële zaken regelen. Met allerlei cursussen proberen we mensen vooruit te helpen. Maar als men zich daar niet echt wil verdiepen blijft het een moeilijk verhaal. Gelukkig ontmoet ik zo veel mensen die nog willen blijven meedoen Die helpen dat geeft niet alleen voldoening; ik hou er ook leuke contacten aan over. 

Via het CDL ben ik vervolgens gerold in wat je club en buurthuiswerk mag noemen. Onze lessen geven we in een lokaal van een voormalige basisschool. Daarbinnen zijn meerdere verenigingen actief, maar allemaal los van elkaar. Bij een aantal mensen ontstond het besef dat via samenwerking meer bereikt zou kunnen worden. De dreiging vanuit de gemeente dat we op termijn va een aantal jaar de school zouden moeten verlaten hielp daarbij een handje. Heel geleidelijk vormde zich een plan. In 2022 maakten we gezamenlijk een voorstel om van Stegen 35 een echt buurthuis te maken. Dat plan ontving niet de reactie die we graag hadden gekregen. Maar toch ontstaat langzamerhand wat draagvlak voor een goede toekomst voor het verengingsgebouw. En nu eind 2024 is de gemeente kennelijk wel bereid om na te denken over een betere investering in het gebouw om zo het verenigingsleven een zekerder toekomst te geven. Zo althans zijn de gesprekken te interpreteren die we in december mochten voeren. Wellicht dat in we 2025 daartoe concrete stappen kunnen gaan zetten.

De lokale activiteiten geven mij voldoening omdat ze me in contact brengen met anderen. Samen kun je iets voor elkaar krijgen. Het geeft ook richting aan wat ik wel een rode draad in mijn bestaan kan noemen. Ontwikkelen, initiatieven nemen en zo proberen iets voor elkaar te krijgen waar ook anderen baat bij hebben. In die zin is de pensionering geen trendbreuk, alleen is de reikwijdte van mijn activiteiten een heel stuk dichter bij mijn dagelijkse bestaan gekomen.

Ooit heb ik gedacht dat de periode van pensionering er een zou zijn van stilstand, daar moest ik maar niet aan toegeven. Maar als je niet echt vooruit kunt kijken hoe ga je dan met zo’n periode in je leven om. Gaandeweg heb ik daar mijn eigen antwoord in gevonden lijkt het. Door lichamelijk actief te zijn via het wandelen en sporten draag ik bij aan mijn fysieke gezondheid. Door open te staan voor nieuwe ontwikkelingen en ook zo in beweging te blijven ondersteun ik ook mijn mentale welbevinden. En eigenlijk gaat dat allemaal vanzelf, kennelijk om dat er een samenhang in zit die voor mijzelf goed uitpakt. Tot nu toe word ik dan ook niet geplaagd door fysieke of mentale problemen. Al merk ik wel dat de jaren gaan tellen en de spanningsboog anders gespannen is. 

In dit blog heb ik het niet over de ontwikkelingen in mijn gezin. Zeker nu de kinderen hun thuis elders gevonden hebben is er veel veranderd. Naast de nodige reisjes om de afstand te overbruggen leidt dat ook andere contacten. De afgelopen dagen hadden we zo een gezellig samenzijn in kerstsfeer bij ons thuis. Heel fijn om dat zo met elkaar te mogen meemaken.

Vandaar als afsluiting van dit blog toch een fotootje van de kerstsfeer thuis.

En nu op naar 2025 ’ns kieken wat ‘t wurt

Polarisatie overal; hoe komen we ervan af?

Trump heeft de verkiezingen overtuigend gewonnen. We mogen door die zure appel heen bijten. Wat dat de komende 4 jaar gaat brengen is onduidelijk. De eerste analyses laten zien dat veel democratische stemmers thuis zijn gebleven. De argumenten daarvoor tonen een grote verscheidenheid; de oorlogen waar de USA in verwikkeld is en het onvermogen van Biden om daar een eind aan te maken, de bloeiende economie waar de gemiddelde Amerikaan niks van merkt en de grote woorden die Trump gebruikt om zijn boodschap te brengen; Hij zou het vanaf dag 1 anders en beter gaan doen. Geweldig toch!

Onthutsend om te zien hoe makkelijk mensen een dergelijke boodschap omarmen. Ook de Nederlandse media hebben daar ruimschoots aandacht aan gegeven. Wij Nederlanders zouden in ruime mate voor Harris hebben gestemd. Tja kan het ook anders. Als je de verslaggeving een beetje gevolgd hebt kon je merken dat er vrij veel mensen steun hebben geboden aan de campagne van de Democraten. Door verhalen te vertellen of door mee te doen met het huis aan huis canvassen. Je Nederlandse media waren erg betrokken bij de ontwikkeling in Amerika. 

Vanochtend, terugkomend van mijn wekelijks spinning uurtje viel ik in een radiocolumn van John Jansen van Galen in het radioprogramma OVT. Positief verrast hoorde ik zijn verhaal aan. Hij geneerde zich met terugwerkende kracht voor de betrokkenheid van de Nederlandse media bij de omwenteling die zich een jaar geleden in Nederlandse verkiezingen heeft voltrokken. Die ruk naar rechts was voorafgaand niet gesignaleerd. Dat was voor hem geen verrassing; immers de betrokkenheid van onze media bij het verloop van de Nederlandse verkiezingen stond in schril contrast bij wat nu in Amerika vertoond is. En ook hier in de communicatie vooral belangstelling voor de grote woorden die worden gebruikt.

Grote woorden worden makkelijk gebruikt, dat bleek nog eens bij een betreurenswaardig incident deze week. De spontane golf van geweld naar Israëlische voetbalsupporters die in Amsterdam na afloop van de wedstrijd werden aangevallen. Via een gewelddadige “hit en run” tactiek voerden relzoekers op scooters gerichte aanvallen uit op die Israëlische supporters op weg naar hun hotels in Amsterdam. Het gebeurde de dat voor de herdenking van de kristalnacht. Weinig verrassend maar o zo betreurenswaardig waren de uitspraken van politici. Grote woorden werden gebruikt. Natuurlijk moest Wilders gelijk roepen dat burgemeester Halsema zou moeten aftreden. Een dergelijk ongefundeerd oordeel kunnen we missen dacht ik zo. Hij pakte maar weer eens een mediamoment door richting Schiphol te gaan om daar de in allerijl toegesnelde Israëlische minister te ontvangen. Onze MP kwam uiteraard later aan, hij was bij een top van regeringsleiders in Boedapest. 

Tijdens de wekelijkse Buitenhof gesprekken trof mij het verhaal van Jair Stranders, filosoof en bestuurslid van de liberaal joodse gemeenschap Amsterdam. Hij maande tot een weloverwogen taalgebruik. Nee wat hier gebeurde was ernstig maar was toch echt iets anders dan wat er tijdens de kristalnacht was gebeurd. Nee geen Pogrom. Maar wat wel, een goed georganiseerde en daardoor lastig te bestrijden actie van extremisten. Ontstaan vanuit een sterk gepolariseerde samenleving. De oorlog in Gaza heeft ertoe geleid dat in Nederland bevolkingsgroepen tegen elkaar zijn komen te staan. Die polarisatie versterkt met de dag. Zij wordt gevoed door het optreden van politici. Die niet in staat zijn deze veenbrand te blussen maar ze nog eerder aanwakkeren. Stranders verhaalt uit zijn dagelijkse praktijk van de pogingen om dat gesprek toch plaats te laten vinden. 

Het sluit goed aan bij het boek dat ik onlangs van Natacha van Weezel heb gelezen” Hoe houd je je hart zacht”. Schier onmogelijk maar wel noodzakelijk.

Het zou goed zijn als onze politici niet alleen fel in staat zijn hun opportunistische boodschap te uiten. (Verkiezingen zijn maar eens in de vier jaar en campagnes duren niet eeuwig) Maar dat ze ook in staat zijn een morele afweging te hanteren bij het doen van hun uitingen.

Wat zou daar veel bij gewonnen kunnen worden!

Een mooie vakantieafsluiting

De laatste week van mijn vakantie verloopt anders dan geplanned. Een wandeling in Spanje heb ik eerder afgebroken dan de bedoeling was. De kennismaking met het werk van Santiago Calatrava in Sevillia was prachtig, zie een impressie die hierbij gaat.

Maar de daarna uitgevoerde wandeling op de Camino de Levante bracht me niet dat wat ik ervan gehoopt had. Toegegeven de tocht door de citrusvelden was mooi, fysiek vanwege de hoge temperatuur (30+ C) zwaar, maar dat was niet onverwacht. Het ontbreken van de ontmoeting met medewandelaars ( ze waren er eenvoudig niet) gecombineerd met de wat moeizame regeling van de overnachtingen (geen herberg gezien en het beroep moeten doen op overnachting binnen airbnb is nou niet echt mijn bedoeling van een dergelijke tocht). Dat deed me besluiten om eerder dan gedacht naar huis te gaan. Toch hield ik me aan mijn oorspronkelijk plan om vakantie te houden. Dit gaf me de gelegenheid om weer een een dagje fototentoonstellingen in Amsterdam in te plannen. En dat resulteerde in een tweetal leuke kennismakingen.

In het Huis Marseille maakte ik kennis met het werk van Awoiska van der Molen. Vooral het ietwat oudere werk van haar dat in Japan tijdens wandelingen is gemaakt sprak me daarbij aan. Zij maakt gebruik van een specifieke zwart/wit fotografie op gelatineplaten. Deze zeer bewerkelijke techniek laat het bedoelde beeld ontstaan tijdens de nabewerking. Maar dat was niet wat mij het meeste aansprak. De onderwerpkeuze deed het hem. Zoals in bijgaande afdrukjes is te zien wordt het ontbreken van kleur in ruime mate gecompenseerd door de structuur van de afbeelding die uiteindelijk ontstaat. Het beeld krijgt een diepgang die mij uitnodigt tot het gedurende langere tijd bekijken ervan. Dan is een foto voor mij de moeite waard. Ik kan er zogezegd in verdwalen. Haar latere werk, observaties gedaan in verlaten woningen na de kernramp in Japan in Fokushima spreekt me minder aan.

Daarna kwam ik in een galerie een tweede serie foto’s tegen die me raakten. Het is werk van de fotografe Michelle Blancke. Mijn mazzel was dat ze zelf aanwezig was en ik met haar in gesprek kon komen. Ook zij heeft een soortgelijke inspiratie als van der Molen. Het start bij het kijken naar de natuur. Zij maakt gebruik van fotografie in kleur. Het zoeken van de juiste of beter gezegd het vinden van de meer inspirerende objecten vindt plaats tijdens lange wandelingen in de natuur. Het waarnemen van een bepaalde lichtval is dan de aanleiding tot het maken van de foto. En daar raakt het werk aan dat van de eerder vermelde van der Molen. De lichtval in een natuurlijke omgeving roept een spanning in het beeld op die mij raakt. Haar werk is gemaakt in Italië en de Canarische eilanden. Dat verklaart de aanwezigheid van die bijzondere lichtkleur. Maar dat is niet het enige. Ook de omgeving waarin dat licht valt doet er toe. Is het het initiele rommelige karakter dat toch de aandacht trekt? Wederom kan ik hier uren naar kijken en patronen herkennen of ontdekken waardoor het kijken boeiend blijft. Michelle gaf aan dat het hier getoonde werk in het jaar na haar opleiding is gemaakt. Een bewonderenswaardig ouvre.

Beide fotografen maken werk dat niet opvalt door de eerste blik erop; zogezegd de visuele waarneming. Bij beiden krijgt het werk de echte waarde door de beleving ervan, oftewel het visuele beeld aangevuld met de beleving die opgeroepen wordt door de reflectie die wij zelf tijdens het kijken eraan kunnen toevoegen. Ook voor mij maakt dat het verschil tussen een beeld dat ik enkel zie of dat me raakt. De kennismaking met dit werk maakte mijn dag in Amsterdam compleet. Een reisje door mijn oude woonomgeving werd zo weer verlevendigd met een nieuwe kennismaking. Ja ik moet zeker nog vaker terugkomen in die stad.

Food for thought; oftewel van weten naar doen

Afgelopen zondag een bezoekje gebracht aan het scheepvaartmuseum te Amsterdam.

De tentoonstelling Food for Thought bezocht. Een multimediaproject van de filmer/fotograaf Kadir van Lohuizen. Hij laat zien welke kracht het medium Film/video heeft om inzicht te geven in het leven van vandaag. Geïnspireerd door de belemmering van uit de coronaperiode – het reizen werd bemoeilijkt- beperkte hij zich nu tot Nederland. Althans dat was het idee. Nederland als voedselproducent werd het onderwerp. Hij heeft dat op indrukwekkende wijze vastgelegd. En al gauw blijkt dat voor de productie en levering van ons huidige voedsel heel wat afgereisd wordt alvorens dat in de schappen van de supermarkt terecht gekomen is. Hij ontkwam er dan ook niet aan om – toen de reisbeperkingen weer verdwenen waren- die reis van de voedselproductie in beeld te brengen en zo het echte verhaal te vertellen. 

Het onderstaande plaatje geeft een mooie samenvatting van de reis die voedsel aflegt over onze wereldbol.

Zijn reis bracht hem tot verschillende landen waar op moderne wijze voedsel geproduceerd werd. Onder omstandigheden die ik eigenlijk niet voor mogelijk hield. Wat te denken van het houden van koeien voor de melkproductie bij een temperatuur van 45 graden C. Dat is natuurlijk niet te doen. Maar in Saudi Arabië lukt het als door verneveling van water de temperatuur kunstmatig op 25 C gehouden kan worden. Of een farm in de Verenigde Staten Texas alwaar een enorme hoeveelheid dieren bij elkaar gehouden worden voor de vleesproductie zonder dar deze dieren ook maar enige bewegingsvrijheid krijgen. Of van de Mango productie in Afrika waar de oogst, verwerking in “ready to eat” verpakkingen en het transport via vliegtuigen uitgevoerd wordt door vele, laagbetaalde arbeidskrachten. 

Zijn reportage laat zien dat de productie ook wordt ondersteund door een groot aantal technologische vernieuwingen. Wat te denken van de ontwikkeling van hydrocultuur. Waar met behulp van roboticatechnologie het individuele zaadje van ontkiemen tot en met het verwerken van de uitgegroeide plant volledig wordt ondersteund zonder dat er menselijke handen aan te pas komt. In zogenaamde vertical farms onder kunstlicht wordt de groei ondersteund. Dat leidt tot een zeer effectief ruimtegebruik en een strak gereguleerde productie. Op deze manier uitgevoerd zou je je ook kunnen voorstellen dat al dat gereis over de wereld voorkomen kan worden door de productielocaties dicht bij de steden te plaatsen. Nu gebeurt dat nog niet en worden heel veel kilometers afgelegd voordat het bewerkte en verpakte voedsel in de supermarkt te vinden is.

Het is zondermeer indrukwekkend hoe de ontwikkeling in de voedselproductie  een grote vlucht heeft gekregen. Op zich is dat voor mij niet nieuw. Immers in de periode 1994-2005 werkte ik vanuit het IRv te Hoensbroek samen met medewerkers van TNO-Rijswijk aan de ontwikkeling van robotica. Wij deden dat vanuit het perspectief om mensen met beperking in de arm-hand functie te ondersteunen met Robotica. TNO deed mee om fundamentele mens machine interactie kennis op te doen en die bijvoorbeeld te gebruiken in de agro-industrie. Deze tentoonstelling laat zien welke immense vooruitgang op dit gebied geboekt is. Toch is de vraag die gesteld moet worden of we hiermee op de goede weg zijn. Natuurlijk is de drijvende kracht hierachter het grootkapitaal. Dat valt af te leiden uit de enorme investeringen die gedaan moet worden om onder omstandigheden, die er eigenlijk niet geschikt voor zijn, de productie geregeld te krijgen. Vaak gebruik makend van arbeidsomstandigheden die eerder gericht zijn op uitbuiting van menskracht dan op een gezonde productie methode. Nog helemaal te zwijgen bij de condities die je bij verwerking (massaslachterijen) en transport aantreft. Als je al niet vegetariër zou zijn zit hier wel de prikkel om het alsnog te worden. Thuis zijn we sinds een aantal jaren aanhanger van een Paleo dieet dat grotendeels bestaat uit plantaardige voedingsstoffen. Het helpt al is dat niet de echte oplossing. 

We moeten de voedselproductie duidelijk anders gaan waarderen.

Op het eind van de tentoonstelling staan een aantal mooie prenten van Jip van den Toorn. Ik kies er eentje uit om dit verhaal te illustreren.

Wat mij betreft geeft deze illustratie aan dat we meer betrokken mogen zijn bij ons eigen voedsel. En op zichzelf is dat niet zo moeilijk. Door me af te vragen waar komt dit voedsel vandaan? Wie heeft het geproduceerd? Past het bij het seizoen? Wat weet ik van de productie? Oftewel door me als consument gerichter op te stellen. Vanuit die gedachtegang ben ik betrokken geraakt bij “het land van ons”. www.landvanons.nl

Een collectiviteit die probeert door lokale productie, rekening houdend met biodiversiteit, een duurzame voedselproductie tot stand te brengen dicht bij de consument. Natuurlijk gaat dat uit van kleinschaligheid. Het aantal locaties waar op deze wijze landbouw wordt bedreven is beperkt. Zo is er in mijn regio nog geen land wat zo wordt bewerkt. Maar het vormt voor de individuele consument in toenemende mate een reëel alternatief. En door die collectiviteit nu reeds te steunen en daarnaast bewuster boodschappen te doen kan ik ook nu al bijdragen.

De presentatie van Food for Thought heet wat mij betreft de noodzaak tot de actie als consument nadrukkelijk onderstreept.

duidelijkheid, een mooi essay

Enige dagen geleden het essay gelezen van Tom-Jan Meeus dat in het kader van de maand van de filosofie geschreven is. Hij heeft als thema gekozen “duidelijkheid” oftewel de manier waarop de politieke communicatie de laatste jaren zich ontwikkeld heeft. Perfect passend in de media uitingen van nu “one liners” gebruiken om te zeggen wat je wil. De echte uitvinder daarvan met “ik zeg wat ik denk” al dan niet gevolgd door “ik doe wat ik wil” is natuurlijk Pim Fortuin geweest. Hij heeft dat niet lang in de praktijk kunnen brengen. Maar zoals TJM constateert is er een politicus geweest die dit de afgelopen jaren vervolmaakt heeft nl Geert Wilders.  Als geen ander is hij in staat om met one-liners boute uitspraken te doen. Betrekkelijk waardenvrij. Ook voor hemzelf. Want als het erop aankwam was hij niet bereid een compromis te sluiten en trok hij zich terug in zijn eigen gecreëerde bastion. Zoals toen het spannend was tijdens het kabinet Rutte 1. 

TJM laat zien, ondersteund door vertrouwelijk gekregen interne mails dat de communicatiestrategie van Wilders bepalend is voor eenieder die met hem te maken krijgt. En zo heeft hij een schare ja knikkers om zich heen verzameld die aan zijn leiband lopen.  Maar waarom eigenlijk? Politiek bedrijven is geen doel op zichzelf maar eerder een middel om de samenleving te ondersteunen en op de rit te houden. Maar nee Wilders lijkt het te gebruiken als een persoonlijke levensverzekering.

 

Wat tevens duidelijk wordt bij het lezen van het essay is dat het niet Wilders alleen is die deze ontwikkeling mogelijk gemaakt heeft. Soundbites opvatten als nieuws brengt een vliegwiel aan het draaien. De ophef in zichzelf is dan het nieuws waarover gesproken moet worden. Dat daarbij de onderliggende argumenten (of het ontbreken ervan) er niet toe doen moge duidelijk zijn. De Nederlandse journalistiek heeft zich zowel in de gesproken als in de geschreven media laten verleiden tot het meespelen van wat een spelletje geworden is. Rutte, wijs geworden van zijn ervaringen in het eerste kabinet heeft zijn les geleerd. Niet langer bijten in een toegeworpen stuk rood vlees is zijn devies geworden. Hoe wijs dat was hebben we inmiddels door scha en schande mogen ervaren. Zijn opvolger Dilan Yesilgus beging de strategische fout een opening te bieden. Door de discussie over migratie aan te gaan. Niet alleen bleek haar stelling niet op werkelijkheid gebaseerd te zijn (het nareizen heeft geen groot aandeel in het totaal van de migratie). Het was ook nog eens het thema dat “eigendom” is van Wilders. En ja op 22 november bleek dat de beer los was. 

Het is niet de eerste keer dat het samenspel tussen oneliners gebruikende politici en de media als een probleem gesignaleerd werd. De enquête commissie die naar de toeslagenaffaire gekeken had heeft hetzelfde geconstateerd. Zie rapport “Blind voor mens en recht” Maar ook zij zijn niet in staat geweest om de urgentie van deze boodschap echt onder de aandacht te krijgen. Nu is in het algemeen het vertalen van inzicht naar handelen een tijdrovend traject. Maar hier duurt het wel erg lang. 

TJM constateert een wezenlijke verandering in het politieke systeem. Aan de basis stonden drie pijlers. Christelijk, Sociaal en Liberaal. Maar alle drie zijn ze weggevaagd door een populistische stroming waarvan op dit moment Wilders de exponent is. ( Vorig jaar was dat de BBB en daarvoor FVD)Een politieke cultuur die gericht is op het kweken van consensus (via het polderen) wordt ruw verstoord door het doen van boute uitspraken. En wie niet meebeweegt heeft het gedaan. Dat leidt tot uitspraken als de publieke zenders NPO mogen gekortwiekt worden, de rechterlijke macht mag zich niet met de politiek bemoeien, we moeten ook in Brussel pal staan voor onze nationale belangen en zo voorts. Er is nu, 5 maanden na de verkiezingen geen voorspelling te maken waar dit naar toe gaat

Wilders heeft veel van zijn uitgangspunten in de ijskast gezet en is ogenschijnlijk “Milders” geworden. De met hem formerende partijen slikken alles alsof het zoete koek is. Maar ondertussen is zijn stijl niet wezenlijk veranderd. Is de bereidheid tot een compromis niet aanwezig en is daarmee de betrouwbaarheid van een mogelijk toekomstige regering niet echt aanwezig. Alle initiële discussies over het belang van onze rechtstaat ten spijt. Te gek voor woorden eigenlijk dat daarover ruim 2 maanden gesproken moest worden en er als resultaat een A4tje ligt met mooie zinnen. Maar als de Europese rechters in het kader van het Europees verdrag van de Rechten van de Mens een uitspraak doen in het kader van het klimaatbeleid is Wilders er als de kippen bij om uitspraken te doen in de trend van waar bemoeien zij zich mee.

En beoogd coalitiepartner BBB reageert doodleuk door te stellen van dat verdrag moeten we maar af. Zo langzamerhand vraag je je af waar dit naar toe gaat. Hoe gaat dit ophouden? Ik vermoed dat dit nog heel lang kan gaan duren. De formerende partijen zijn luidruchtig over wat ze niet willen. Maar muisstil over wat ze wel willen. En daar is een regering toch voor aangenomen.

Nog afgezien van de vraag hoe ze dat wat ze uiteindelijk wel willen, gaan bereiken via wetgeving en een deugdelijk financieel beleid. Moet nog zien dat men daar de wegen voor weet te vinden.  

En ja de duidelijkheids politicus Omtzigt heeft mooie sier gemaakt met zijn noeste kamerwerk om de laatste steen boven te krijgen. Niet aflatend van zijn detailzucht zo blijkt nu dat hij toch wel de grote lijn van een democratisch bestuur uit het oog verloren heeft. Want ja die afspraak na twee manden ploeteren over rechtsstatelijkheid stond toch op papier? En nu dan? De inkt is nog niet droog maar van enig respect voor de inhoudelijke betekenis is niet veel meer over zo te zien. En dat moet ons gaan besturen?